Raad van State laakt invoering Wmo-abonnementstarief
Het Wmo-abonnementstarief ontneemt gemeenten ‘een instrument om de beheersbaarheid van de collectieve uitgaven aan maatschappelijke ondersteuning te bewaken’, oordeelt de Raad van State. De Raad vreest voor een verschraling van het voorzieningenaanbod en/of de kwaliteit van de voorzieningen
![financien---stapeltjes-geld.jpg](https://cdn.binnenlandsbestuur.nl/styles/imported_hero/cloud-storage/bb_migrate/images/Uploads/2018/3/financien---stapeltjes-geld.jpg?itok=O4EMQbHq)
De Raad van State maakt gehakt van het voorstel tot invoering van het Wmo-abonnementstarief. Nut en noodzaak ervan worden onvoldoende onderbouwd. Het levert weliswaar een vereenvoudiging op voor burgers, maar het ontneemt gemeenten ‘een instrument om de beheersbaarheid van de collectieve uitgaven aan maatschappelijke ondersteuning te bewaken’. De Raad van State vreest voor een verschraling van het voorzieningenaanbod en/of de kwaliteit van de voorzieningen
Geen remmende werking
Net zoals gemeenten, voorziet de Raad van State een aanzuigende werking. ‘De hoogte van de voorgestelde vaste maximum eigen bijdrage (abonnementstarief) is zodanig dat er vanuit gegaan kan worden dat dit geen remmende werking zal hebben op de ondersteuningsvraag’, aldus de Raad van State. Bij het abonnementstarief geldt een eigen bijdrage van 17,50 euro per vier weken voor Wmo-voorzieningen, ongeacht het inkomen.
Nadelig uitpakken
De Raad wijst er daarbij op dat eigen bijdragen voor gemeenten een belangrijk instrument zijn om de financiën in de hand te houden, maar ook om de kwaliteit en beschikbaarheid van voorzieningen op lange termijn te kunnen garanderen. Als een stijging van de vraag onvoldoende of niet snel genoeg wordt gefinancierd, zal het aanbod en de kwaliteit van de voorzieningen verschralen of voorzieningen buiten het abonnementstarief worden gehouden, zo vreest de Raad van State. Op termijn zou dit nadelig kunnen uitpakken voor hulpbehoevenden met de laagste inkomens die afhankelijk zijn van het gemeentelijk aanbod. ‘Dit terwijl het voorzieningenstelsel van de Wmo 2015 nu juist beoogde om ondersteuning en zorg voor dergelijke kwetsbare groepen veilig te stellen.’ Ook is er de vrees dat gemeenten die nu voor minima geen eigen bijdrage vragen, in de toekomst het abonnementstarief zullen rekenen.
Beleidsvrijheid beknot
De beleidsvrijheid van gemeenten wordt met de invoering van het Wmo-abonnementstarief beknot, stelt de Raad van State, iets dat niet bevorderlijk is voor de interbestuurlijke verhoudingen. Een minpunt vindt de Raad van State ook dat er weliswaar met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de invoering van het abonnementstarief is gesproken, maar dat er geen overeenstemming is bereikt.
Stapeling zorgkosten
De belangrijkste aanleiding voor de invoering van het abonnementstarief is het beperken van de stapeling van zorgkosten voor mensen, stelt minister Hugo de Jonge (VWS) in de Memorie van Toelichting die dinsdag naar de Kamer is gestuurd. ‘Invoering van het abonnementstarief kan voorkomen dat mensen met een stapeling van (zorg)kosten met het oog op de door hen verschuldigde eigen bijdrage afzien van maatschappelijke ondersteuning.’ De Jonge verwacht inderdaad dat het beroep op Wmo-voorzieningen zal toenemen. De kosten van de maatregel, inclusief de toename van gebruik, zijn door het CPB geraamd op 190 miljoen euro. De Jonge wijst er op dat er structureel 145 miljoen euro aan het gemeentefonds is toegevoegd en dat ook het accres van het gemeentefonds de komende jaren stijgt.
Accres is een algemeen dekkingsmiddel van gemeenten en dus niet specifiek bedoeld om financiële gaten in de WMO te dichten. Bovendien moeten we nog maar zien of het de komende jaren stijgt.