RvS kritisch op wet niet-integere zorgaanbieders
De Raad van State wil weten waarom de regeling nodig is om toezicht te houden op zorg- en jeugdhulpaanbieders.
Een nieuw wetsvoorstel moet voorkomen dat geld voor zorg en jeugdhulp wordt misbruikt door niet-integere aanbieders. De Raad van State zet echter vraagtekens bij de wijze waarop het kabinet dit wil realiseren. Er worden nu al wettelijke eisen gesteld aan de manier waarop zorg- en jeugdhulpaanbieders hun diensten inrichten. Waarom deze vereisten ontoereikend zijn, maakt de regering onvoldoende duidelijk.
Het gaat om het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders, kortweg Wibz. Dit voorstel komt met regels om een integere bedrijfsvoering te waarborgen en stelt voorwaarden aan het uitkeren van winst. De toezichthouders – de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) – krijgen extra handvatten om zorg- en jeugdhulpaanbieders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Bij twijfels over tegenstrijdige belangen of excessieve winstuitkeringen moet sneller en voortvarender worden opgetreden, is het idee. Zo moet worden voorkomen dat geld voor zorg en jeugdhulp wordt misbruikt door niet-integere aanbieders.
Probleemanalyse
Een begrijpelijke wens, maar de Raad van State (RvS) zet wel vraagtekens bij de wijze waarop het kabinet dit wil realiseren. ‘De toelichting bij het wetsvoorstel mist een duidelijke probleemanalyse’, schrijft de Afdeling advisering. Er worden nu al wettelijke eisen gesteld aan de manier waarop zorg- en jeugdhulpaanbieders hun diensten inrichten. Waarom deze vereisten ontoereikend zijn, maakt de regering ‘onvoldoende duidelijk’, aldus de RvS.
Motivering
En zo maakt het kabinet wel meer zaken niet inzichtelijk. Bijvoorbeeld welke vormen van niet‑integer gedrag er zijn, bij welke aanbieders dit gebeurt en hoe vaak dit voorkomt. Daarover duidelijkheid creëren is wel nodig om te kunnen beoordelen of de regeling noodzakelijk en proportioneel is, benadrukt het adviesorgaan. De bewindspersonen moeten dat in de toelichting bij het wetsvoorstel uiteenzetten. De RvS wil ook weten waarom de regeling nodig is om toezicht te houden op de zorg- en jeugdhulpaanbieders. Als de motivering niet kan worden gegeven, moet de regering ervan afzien.
Investeerders
Verder worden er voorwaarden gesteld aan winstuitkeringen. De regering wil dit doen door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De RvS wijst in dit verband op de belangen van investeerders. ‘Kapitaalverschaffers willen een redelijke vergoeding op geïnvesteerd vermogen ontvangen. Krijgen zij die niet, dan zullen zij ook niet risicodragend in zorgaanbieders investeren’, is te lezen in het advies. Volgens de RvS is het belangrijk dat er van tevoren en voor een langere periode duidelijkheid bestaat over de regels. Zo worden investeerders niet tijdens hun investering verrast door veranderingen in de mogelijkheden om winst uit te keren. De voorgestelde regeling om via algemene maatregelen extra voorwaarden voor winstuitkeringen vast te stellen, biedt deze lange termijn duidelijkheid niet, concludeert de onafhankelijke adviseur van de regering.
De vraag rijst overigens of deze wetgeving wel noodzakelijk is. Incidenteel kan/zal er bij de genoemde beleidssectoren ongetwijfeld sprake zijn van misbruik en misschien wel van te grote winsten (of soms verliezen!!!). Overheden behoren echter in te sluiten overeenkomsten met private instellingen inhoudelijk en in financieel opzicht te weten wat er moet worden geregeld (denk o.a. ook aan eventuele reserves/vermogensopbouw bij private instellingen) en vooral ook prestatieafspraken worden gemaakt. Bovendien behoren in dergelijke overeenkomsten voldoende controlemechanismen te worden ingebouwd ten gunste van de opdrachtgever. In het uiterste geval kan nu zelfs de Rechter worden ingeschakeld. Derhalve is er hier geen sprake van overbodige wetgeving?