Helder (VWS): geen verbod private equity in de zorg
De zorgminister wil via de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) bestaande regelgeving aanscherpen.
Demissionair minister Conny Helder (VWS) gaat private equity in de zorg niet verbieden. Zo’n verbod kan de continuïteit en toegankelijkheid in gevaar brengen, schrijft de VVD-bewindsvrouw in een brief aan de Tweede Kamer. Ook maakt een dergelijk verbod inbreuk op het Europese vrije verkeer van kapitaal.
‘De noodzaak en proportionaliteit van een dergelijke maatregel vraagt een stevige onderbouwing om juridisch houdbaar te zijn’, betoogt Helder. Ze ziet daartoe nu onvoldoende aanknopingspunten. Er kunnen minder ingrijpende maatregelen worden genomen om mogelijke risico’s te verlagen, zegt de minister.
Zwarte lijst
De Tweede Kamer maakt zich al lang grote zorgen over de opkomst van private investeerders, die volgens de Kamer vooral zo veel mogelijk winst willen maken. Een meerderheid wil daarom een centraal register voor private equity in de zorg- en jeugdhulpsector. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) liet al weten niets te voelen voor zo’n zwarte lijst.
Risico’s
De verschillende oproepen van de Kamer om een verbod op private investeerders in te stellen, legt Helder naast zich neer. Tegelijkertijd begrijpt de minister de zorgen van het parlement: ‘Ook ik [zie] mogelijke risico’s als financiële belangen gaan overheersen en ten koste gaan van publieke belangen in de zorg.’
Rechtmatigheid
De bewindsvrouw wil bestaande regelgeving, waarbij wordt gelet op het waarborgen van publieke belangen, aanscherpen. Dat wil ze onder meer doen via de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz), die nu voor advies bij de Raad van State ligt. Daarin wordt een norm voor integere bedrijfsvoering vastgelegd. In het wetsvoorstel wordt daarnaast de winstuitkering in de zorg en jeugdhulp aan banden gelegd, waarbij onder meer wordt gecontroleerd op de rechtmatigheid van declaraties.
Jeugdzorg
De Tweede Kamer verzocht het kabinet eerder al de ‘noodzakelijke stappen’ te zetten om een einde te maken aan (excessieve) winstuitkeringen en private-equitypartijen binnen de jeugdzorg. Naar aanleiding van de motie van voormalig Kamerleden Peter Kwint (SP) en René Peters (CDA) deed advies- en accountancyfirma EY onderzoek naar niet-integere bedrijfsvoering in de jeugdzorg. Hieruit blijkt dat ‘slechts’ een beperkt percentage jeugdhulpaanbieders door private equity wordt gefinancierd. In 2022 vertegenwoordigden zij 5 procent van de totale jeugdhulpopbrengsten; een jaar eerder was dat 2 procent. Het aantal winstuitkeringen lijkt eveneens mee te vallen. ‘In 2021 keerde slechts één jeugdhulpaanbieder dividend uit aan de private equity-houder, en in 2022 keerde geen van de acht betrokken jeugdhulpaanbieders dividend uit’, is te lezen in het EY-rapport.
Red flags
Daarmee zijn de zorgen van de Kamer niet meteen ongegrond. Jeugdhulpaanbieders onder beheer van private equity hebben een hoger percentage ‘red flags’. Naarmate het aantal waarschuwingssignalen toeneemt, stijgt het risico op niet-integere bedrijfsvoering. Volgens de onderzoeker is dit voornamelijk toe te schrijven aan ‘complexe financiële structuren’. Daarnaast blijken de inkomsten per fte gemiddeld hoger te liggen, wat wijst op een gemiddeld hoger rendement per fte.
Geen bewijs
Of door private equity gefinancierde jeugdhulpaanbieders meer risico’s hebben op niet-integer gedrag is echter niet aangetoond. Wel spreekt EY over ‘substantiële uitdagingen’ in de jeugdhulpsector. ‘Het is niet aantoonbaar dat niet-integer gedrag vaker voorkomt bij jeugdhulpaanbieders, maar de risico’s zijn substantieel’, waarschuwen de auteurs.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.