Advertentie
sociaal / Column

Is plicht tot tegenprestatie een verborgen zegen?

De regering wil de Wet Werk en bijstand op onderdelen wijzigen. Naast het invoeren van de gezinsbijstand, een wachttijd voor aanvragers onder 27 jaar en de 110%-norm voor gemeentelijke minimavoorzieningen, is de invoering van de tegenprestatie een wijziging die weerstand oproept. Het dòòrontwikkelen van dit tegenprestatie-idee is het beste verzet ertegen.

01 augustus 2011

De regering wil de Wet Werk en bijstand op onderdelen wijzigen. Naast het invoeren van de gezinsbijstand, een wachttijd voor aanvragers onder 27 jaar en de 110%-norm voor gemeentelijke minimavoorzieningen, is de invoering van de tegenprestatie een wijziging die weerstand oproept. Het dòòrontwikkelen van dit tegenprestatie-idee is het beste verzet ertegen.

Tot nu hadden bijstandsgerechtigden alleen een plicht om mee te werken aan arbeidsinschakeling of aan sociale activering die gericht was op arbeidsinschakeling. De regering stelt voor daar een nieuwe plicht aan toe te voegen, namelijk de plicht om onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten. De regering vindt dat van mensen die een beroep doen op de solidariteit van de samenleving zo’n tegenprestatie verlangd mag worden. Op die manier, aldus de regering, geeft betrokkene ook invulling aan zijn maatschappelijke betrokkenheid. Maar uit de reactie op de kritiek van de VNG en de Raad van State blijkt dat de regering zelf niet van plan is veel gewicht toe te kennen aan deze vorm van betrokkenheid.

 

De VNG geeft aan dat er extra uitvoeringskosten ontstaan vanwege het vragen van tegenprestatie. De regering zegt daarop dat het geen verplichting betreft, maar een mogelijkheid. 'De regering geeft colleges een ruimere bevoegdheid om de uitkeringsgerechtigde te laten participeren in de samenleving. Colleges worden echter niet verplicht een tegenprestatie te vragen, het wordt hen wettelijk mogelijk gemaakt een tegenprestatie van uitkeringsgerechtigden te vragen.' Hiermee geeft de regering zelf aan dat het idee van tegenprestatie meer ideologie is dan daadwerkelijk beleid. De handen hoeven niet onbeloond te wapperen, is de geruststellende mededeling voor verontruste gemeenten. De geesten moeten gaan draaien; liefst richting arbeidsmarkt! Dat is de boodschap aan uitkeringsgerechtigden. En het signaal aan niet-uitkeringsgerechtigden is: kijk eens, we pakken die luie lui aan!

 

De Raad van State heeft moeite met de vaagheid van de aanduiding ‘maatschappelijk nuttige werkzaamheden’ en maakt zich zorgen over eventuele verdringing en verstoring aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Als non-antwoord daarop benadrukt de regering dat het gaat om werkzaamheden die additioneel én onbeloond zijn en daarom niet verstorend kunnen zijn.  Deze werkzaamheden worden wel nadrukkelijk aangeduid als ‘maatschappelijk nuttig’. Die kwalificatie is lang niet altijd toepasbaar op activiteiten waarvoor op de markt wèl betaald wordt. Toch hebben die laatste activiteiten voorrang.

 

Deze voorrangsregel geldt al lang en wordt ook nageleefd. Lokale overheden doen de ervaring op dat veel uitkeringsgerechtigden geen kans krijgen op de arbeidsmarkt. Vanwege de tegenprestatieplicht moeten deze mensen wel de mogelijkheid krijgen om invulling te geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid. Dat kan een opbloei teweeg brengen van allerlei onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Vaak gaat het daarbij om werk dat een andere inhoud heeft, dat anders georganiseerd is, dat een grote betrokkenheid kent en dat door mensen zeer wordt gewaardeerd omdat het producten levert die voor het dagelijkse leven van groot belang zijn: aandacht, tijd, zorg. Hoe groter de druk en hectiek op de arbeidsmarkt, hoe groter de waardering voor dit soort onbeloonde maatschappelijk nuttige arbeid. De regering voorziet kennelijk dit gevaar en daarom wordt bepaald dat aan de tegenprestatie-werkzaamheden geen opleiding of scholing gekoppeld mogen worden en ook geen premie. Bovendien moeten deze werkzaamheden kortdurend van karakter zijn. Deze achterstelling van maatschappelijk nuttige werkzaamheden zal wellicht niet door de markt maar mogelijk wel door de levende werkelijkheid worden gecorrigeerd. Wat in het leven het zwaarste is, zal op de duur ook het zwaarste wegen: een aai over de bol en tijd voor een praatje zullen belangrijker producten blijken te zijn dan veel artikelen die de huidige spullenwelvaart nog te bieden heeft. Het is een kwestie van geduld, visie én lokaal beleid.

Reacties: 7

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Paul Nunnink
De plicht tot tegenprestatie als signaal aan het electoraat. Met andere woorden de zoveelste, geslaagde, poging van deze ruggegraatloze regering zich te onttrekken aan het echte vraagstuk. En wat is het echte vraagstuk? het echte vraagstuk is hoe wij de arbeidsmarkt organiseren. Een vraagstuk dat werkenden, werklozen, werkgevers en overheid echt de nieren proeft. En daar is moed voor nodig.
Maar ja, je moet in Nederland al niet te moedig zijn om bestuurder te worden. Laat staan dat die bestuurders ineens moed ontwikkelen als ze eenmaal op hun stoeltje zitten. Liever neuzelen dan echt nat worden, nietwaar?



@johannes: wat daar mis mee is? Als er veel van dat soort werk is dat jij noemt niet gedaan wordt, en dat is zo, dan maken we daar netjes fatsoenlijke banen van met een adequaat salaris en bieden we dan aan de mensen die graag willen werken, en dat zijn ze allemaal, aan. Zoals jij dat ook zou willen. En, wat is er dan mis mee dat jij een dag in de maand gratis gaat werken om dat te financieren?

(Hoi Raf!)



Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Deel 2: het fundamentele probleem

Ik ben het eens met Paul Nunnink. De inrichting van de arbeidsmarkt is het echte probleem, dat met deze nieuwe "plicht" niet wordt aangepakt. Integendeel.

De inrichting van de arbeidsmarkt loopt achter bij de technologische ontwikkeling die ervoor zorgt dat er steeds minder mensen nodig zijn om grote hoeveelheden spullen te produceren, waardoor die spullen schijnbaar heel goedkoop gemaakt kunnen worden en er tegelijk werkloosheid ontstaat (die deels wordt verhuld door uitdijende administratieve bureaucratie).

Wat daarbij wordt vergeten, is dat die goedkope massaproductie van spullen alleen mogelijk is dankzij een enorm aantal kopers, waaronder een toenemend aantal werklozen. Die laatsten kunnen alleen kopers blijven als ze een inkomen hebben. De uitkeringen aan werklozen zijn dus ook een soort subsidie die goedkope massaproductie mogelijk maakt.

Zonder die subsidie zou de groep kopers slinken, waardoor de prijs van goederen per koper weer hoger zou worden, er minder spullen verkocht zouden worden en er nog meer (al dan niet verhulde) werkloosheid zou ontstaan. Werkloosheidsuitkeringen (plus de salarissen die voor nodeloos ingewikkelde administratieve bezigheden worden betaald) zijn dus een indicator van de verborgen kosten die nu niet in de aankoopprijs van geproduceerde spullen worden verwerkt. Eigenlijk worden die spullen dus met verlies verkocht, maar dat verlies wordt afgewenteld op de staat. Vandaar die hoge staatsschulden, die de laatste paar maanden de Europese en Noord-Amerikaanse economieën enorm uit balans hebben gebracht.

Decennia lang kon deze negatieve spiraal verborgen blijven doordat mensen in Azië, Zuid-Amerika en Afrika werkten voor een hongerloon, als gevolg van onevenwichtige machtsverhoudingen in de wereld. Maar aan die tijd is nu bijna een eind gekomen. In het rijke westen zullen we de verborgen kosten van spullen dus niet meer op mensen in economisch onderworpen landen kunnen afwentelen. Daardoor zullen we minder rijk worden.

De oplossing om in de toekomst een weliswaar meer sobere, maar tevens goed functionerende economie te kunnen creëren, ligt voor de hand: een forse verhoging van de BTW op spullen, ter bekostiging van subsidie op maatschappelijk nuttige activiteiten zoals verpleging, het ophalen van vuilnis en dergelijke. De marktwerking op de arbeidsmarkt kan dan in stand blijven, wat goed is, want alleen zo blijft de werkelijke zwaarte en/of aantrekkelijkheid van werk zichtbaar en blijft er voldoende financiële stimulans om werk efficiënt te organiseren.

De "plicht tot tegenprestatie" is juist een manier om marktwerking op de arbeidsmarkt uit te schakelen en terug te keren naar een economie gebaseerd op horigheid en slavernij, zoals we die in de Middeleeuwen hadden. Op het eerste gezicht lijkt het vreemd dat dit initiatief afkomstig is van partijen die zeggen dat ze marktwerking hoog in het vaandel hebben staan. De verklaring is dat voor hen "marktwerking" een eufemisme is voor onderwerping van maatschappelijk zwakkeren door maatschappelijk sterkeren (rijkeren, mensen met contacten en betaald werk).

Eigenlijk proberen deze partijen, nu de kosten van spullen niet meer kunnen worden afgewenteld op de "Derde Wereld" in andere delen van de wereld, deze "Derde Wereld" naar het Westen te importeren door hier een onderworpen maatschappelijke onderlaag te creëren. In de Verenigde Staten is dat proces al ver gevorderd, en het wordt daar met bruut geweld in stand gehouden (gevangenissen in privaat eigendom waar gigantische aantallen mensen als slaven te werk gesteld worden).

De rellen in Engeland laten ondermeer zien dat er in Europa een sterk protest, of in ieder geval een sterke agressie kan ontstaan tegen deze pogingen van onze welgestelde bovenlaag om bij ons de Derde Wereld te importeren ter instandhouding van de welgesteldheid van een kleinere groep. Bij die protesten en agressie van jongeren wordt nu eens niet de Islam tot zondebok gemaakt, maar richt de woede zich met name ook op het asociale gedrag van de eigen bovenlaag.

Hopelijk worden voldoende mensen hier in Europa op tijd wakker om ervoor te zorgen dat onze maatschappij zich niet splitst in een Eerste Wereld en een Derde Wereld.
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Mijn reactie op de invoering van een "plicht tot tegenprestatie" van uitkeringsontvangers heeft twee delen: 1. Problematiek op het eerste gezicht; 2. Het fundamentele probleem.

Deel 1: Problematiek op het eerste gezicht

Waar ik me een beetje zorgen over maak is dat deze nieuwe discretionaire bevoegdheid van gemeenten om de vervulling van deze "plicht" af te dwingen, een vrijbrief wordt voor willekeur. Als een werkloze met een ambtenaar in de clinch raakt (de chemie is niet goed), dan kan die ambtenaar hem ontbetaalde rotklusjes laten doen. Terwijl een charmante, goed uitziende, vlotgebekte uitkeringsgerechtigde wellicht voor elkaar krijgt dat de bevoegdheid niet wordt gebruikt.

In feite houdt deze "plicht" een verdere vergroting in van het machtsverschil tussen de ambtenaar en de uitkeringsgerechtigde. Dit kan ten koste gaan van de menselijke waardigheid en het zelfrespect van machteloze werklozen. Die machteloosheid kan, als er niet goed mee wordt omgegaan, ook heimelijke agressie oproepen die er dan op onverwachte momenten uitkomt. Dit lijkt bijv. een rol te spelen bij de rellen in Engelse steden van de laatste dagen, waarbij vooral werkloze jongeren zonder uitzicht op een baan een prominente rol spelen.

Het idee dat zo´n plicht de uitkeringsgerechtigde "enthousiast" zou maken om werk te doen dat hij anders niet zou willen doen, vind ik naief. Wellicht gaan sommige uitkeringsgerechtigden wel meer enthousiasme veinzen. Echt enthousiasme ontstaat vaak pas als gevolg van serieuze waardering, die ook materieel voldoende tot uiting komt. Niet in de vorm van miljoenen, maar wel in de vorm van een serieus loon waarvan je normaal kunt rondkomen. Alleen dankbare blikken is slechts voor enkelingen op de langere duur voldoende motiverend.
'
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Nog even dit. Ik tref net in een artikel in Die Zeit een bevestiging voor het idee dat "marktwerking" als eufemisme dient voor de onderwerping van een maatschappelijke onderlaag, waarbij echte marktwerking juist wordt uitgeschakeld op de arbeidsmarkt.

In een interview zegt auteur Joseph Vogl het volgende: "Wesentliche politische und sozialpolitische Entscheidungen werden nicht von gewählten Regierungen, sondern von Märkten und ihren Mitspielern diktiert. (...) Die aktuelle Kaskade von Krisen hat einen illustrativen Wert: Es geht nicht bloss um die Bewältigung ökonomischer Probleme, es herrscht vielmehr ein Kampf um den Ort und die Verteilung politischer Entscheidungsmacht."

Uit de losse pols vertaald: "Essentiële politieke en sociaal-politieke beslissingen worden niet meer genomen door gekozen regeringen, maar door markten en de spelers daarop. (...) De huidige opeenvolging van crisissen illustreert dat- Het gaat niet slechts om het onder controle krijgen van economische problemen. Eerder is er sprake van een strijd waar het centrum van de macht komt te liggen, en hoe die wordt verdeeld."

Joseph Vogl schreef het boek "Das Gespenst des Kapitals", een analyse van economische theorie"en vanaf de 18e eeuw tot heden.
Peter van Dijk / maatschappelijk werker
Paul Nunnink • onder andere: kritisch consument van adviezen •11.08.11 15:50

De Melkertbanen hadden nog bestaan als uw voorstel goed in de praktijk zou uitpakken.

Ik ben het met @Johannes eens, al zie ik ook wat @Michiel Jonker aangeeft met betrekking tot willekeur. Door bijvoorbeeld die slechte chemie die hij noemt tussen ambtenaar en uitkeringsgerechtigden, of door prestatiedrang en targets halen bij instellingen die de opdracht krijgen van de Gemeente om mensen "van de bank te krijgen".

Dat moet netjes en integer gebeuren en vergt daarnaast dus een kleindrempelige klachtenprocedure, die onafhankelijk is van Gemeente. Waar gewone burgers in wisselende samenstellingen ook bij betrokken kunnen worden als een soort jury.

Terugkomend op Melkertbanen. I.p.v. een opstapje naar gewone betaalde banen werd het een blijvende situatie in teveel gevallen. Werkgevers namen de mensen in Melkertbanen na verloop van tijd niet in dienst.
Niet zelden omdat er simpelweg geen budget voor was.

In een tijd van bezuinigen lijkt het mij te optimistisch om van tal van nuttige activiteiten betaalde banen te maken. Activiteiten die voorheen veelvuldig door gepensioneerden en huisvrouwen werden gedaan, of in het algemeen gesproken, in het kader van burgerschap. Buren helpen etc, de straat ontdoen van lege blikjes, sneeuwruimen etc.

Heel wat verenigingen komen handen en voeten tekort, omdat ouders allebei werken en hoe langer en meer grootouders ook.

Het is prima dat mensen die een bijstandsuitkering krijgen, hiaten die ontstaan zijn kunnen overnemen. Het stimuleert wellicht ook om meer ambitie te krijgen voor een reguliere baan.
Zijn die er niet door laagconjunctuur dan verhospitaliseert men niet in een sociaal vangnet en is de stap naar werk kleiner, zodra de conjunctuur weer omhoog gaat.
Is de afstand tot de arbeidsmarkt te groot dan is het ook goed dat men wat doet voor het inkomen. Men kan tenslotte zelf de vrijwilligersmarkt verkennen en iets kiezen wat passend is en niet wachten tot het voor je geregeld wordt.

Voorts zijn er tal van situaties waar in een gezin een uitkering is, maar sprake is van verzorging, die de ene partner aan de andere geeft. Of verzorging voor een thuiswonend gehandicapt kind.
Een huisarts, of iemand daarnaast, zou dus ontheffing moeten kunnen verlenen om gesjor en getrek te voorkomen aan mantelzorgers. Vaak hoor ik dat de huisarts de supervisor is m.b.t. alle zorg die een buurtbewoner krijgt. Dat wordt ook optimistischer voorgesteld dan de praktijk laat zien. Dat is jammer, want de medische geschiedenis is daar wel bekend. Nu wordt door WMO, CIZ, en hulpinstanties het wiel op afstand steeds opnieuw uitgevonden.
Onnodige kostbare zaak als de huisarts een medewerker krijgt daarvoor. Veel taken van huisartsen worden immers gedelegeerd, zoals bijvoorbeeld diabetenverpleegkundige. Assistentes voeren tal van taken uit, die voorheen de huisarts zelf allemaal deed.
In deze tijd van oplopende kosten in de zorgsector zou heel wat soepeler kunnen opgezet worden.

Ingezet worden voor algemeen nut, kan ook de ontstane negatieve individualistische norm afzwakken en het idee dat de overheid alles wel even regelt. Optimistisch gezien zou je activiteiten tegenover een uitkering ook als reactivering van burgerschap kunnen noemen in de samenleving.
Peter van Dijk / maatschappelijk werker
Michiel Jonker •12.08.11 22:57

De notie dat politiek en macht uiteen gedreven zijn is er al langer.
Politiek zonder macht en Macht zonder politiek. De laatste dominant. Plus nog de dwangbuis van gedateerde verdragen.

Politiek heeft nagelaten adequate controle en sanctiemiddelen in te bouwen bij de liberalisering, of keek weg voor zover die er wel waren..

Politiek en macht kan alleen weer verenigd worden als Europa meer een eenheid zou vormen op tal van terreinen. Een land alleen kan dit moeilijk regelen. Beter is dat het Westen dit als geheel oppakken.

Helaas is de onmacht zo groot en de politieke horizon zo kort, dat het zo ver niet komt. De vraag is of nieuw opkomende machten dat beter regelen. Daar is de focus enomische groei, kosten wat kost. Wat daarvan de rekening wordt in een later stadium is nu niet relevant. In Europa en in het Westen is men nu de rekening aan het betalen. Dat wil zeggen de bevolking. Maar goed, die werden ook hevig afgeleid door welvaart en individualisme en beperkt door gedateerd politiek aanbod.
J.G.A.M. Mulder / ambtenaar
Wat is er mis dat werklozen de handen uit de mouwen steken door bijv. bejaarden te helpen met boodschappen doen,een wandeling (met een rolstoel) te maken of te helpen bij sportverenigingen.Wij klagen steen en been dat er te weinig menskracht is.Maatschappelijke inschakeling geeft ook een ritme in de dagindeling waardoor terugkeer naar betaald werk ook soepeler wordt.Gemeenten moeten us uitgebreid van deze mogelijkheid gebruik gaan maken.

Advertentie