Van Rijn: ‘Continuïteit van zorg nergens in het geding’
De overgang van lichte zorg en ondersteuning van het Rijk naar de Nederlandse gemeenten is beheerst verlopen. Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) aan de Tweede Kamer. Van Rijn constateert dat er door overgangsrecht en continuïteit van zorg sprake is geweest van een gecontroleerde overgang.
De overgang van lichte zorg en ondersteuning van het Rijk naar de gemeenten is beheerst verlopen. Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) aan de Tweede Kamer. Ook de transitie van de jeugdzorg heeft niet tot ‘De continuïteit van zorg is nergens in het geding geweest.’
Eerste evaluaties
Van Rijn stuurde 14 april een reeks evaluaties naar de Tweede Kamer. De evaluaties geven een beeld van hoe de transities in het sociaal domein zijn verlopen. Sinds 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang en cliëntondersteuning. Ook kregen zij meer taken op het gebied van huishoudelijke ondersteuning, een uitbreiding van het pakket van taken waar de gemeenten al sinds 2007 verantwoordelijk voor waren. Daarnaast ging ook de jeugdzorg over naar de gemeenten.
Zorgvuldig onderzoek doen
In de Voortgangsrapportage Hervorming Langdurige Zorg constateert staatssecretaris Van Rijn dat mensen die voor 1 januari 2015 zorg kregen, dat ook na 1 januari kregen. Wel roept de staatssecretaris alle wethouders op zorgvuldig onderzoek te doen naar de hoefte aan ondersteuning van hun burgers. Ook noemt van Rijn de stijgende administratieve lasten als een punt van zorg, evenals het feit dat niet alle cliënten tijdig geïnformeerd worden over het aflopen van rechten die zij onder het overgangsrecht kregen. Zij moeten tijdig op de hoogte worden gesteld van de mogelijkheden die de Wmo biedt.
Niet achterover leunen
Het feit dat de overgang beheerst is verlopen betekent volgens de staatssecretaris niet de ‘we nu rustig achterover kunnen leunen.’ ´Want het gaat er mij niet om hoe een wet op papier staat, maar hoe een wet uitpakt voor mensen in de praktijk. Die moeten altijd hun weg naar goede zorg kunnen vinden en weten wat hun mogelijkheden zijn. Samen met gemeenten blijf ik daarom vol inzetten op zorg op maat, dichtbij mensen,´ aldus Van Rijn.
Niet tussen wal en schip
Ook de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten is netjes gegaan. Dat schrijft de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) in haar eerste jaarrapportage. ‘Wij hebben geen signalen gekregen dat kinderen tussen wal en schip zijn gevallen. Maar de verdere uitwerking van de transformatie blijft nog een enorme klus,’ zegt Marjanne Sint, voorzitter van de commissie Transitie Autoriteit Jeugd.
Gemeentelijke zorgplicht
Op 1 december 2014 was de contractering voor jeugdhulp voor 99 procent rond. Volgens de TAJ was daarmee ook de continuïteit van de jeugdzorg in individuele gevallen gegarandeerd. De zogeheten ‘continuïteitsgarantie’ heeft ervoor gezorgd dat de jeugdzorg zonder al te veel drempels voor cliënten en instellingen naar de gemeenten is overgegaan. Volgend jaar wordt echter pas echt duidelijk hoe het staat met de continuïteit van de jeugdzorg. Dan vervalt de wettelijke continuïteitsgarantie. De gemeenten houden wel een zorgplicht. De TAJ roept gemeenten dan ook op om transparant te zijn en duidelijk te maken hoe zij vanaf 2016 hun zorgplicht en de continuïteit van zorg vorm gaan geven.
De Tweede Kamer debatteert later deze maand over de voortgang van de decentralisaties.
Het enige criterium dat Van Rijn hanteert is de zorgcontinuiteit. En zelfs dat is de vraag, gelet op de commotie van grote aantallen ouderen die de thuishulp zagen verdwijnen.
Het was vooral 'verhuisdozen op de juiste plek krijgen' zoals Van Rijn het noemde in een ander medium. Hij beschouwt dat als een verdienste, ik als een zware teleurstelling. De dozen zijn amper uitgepakt, terwijl de cliënten al op de deur bonzen, wachtend op het beloofde keukentafelgesprek, dat maar niet komt...... In sommige gemeenten zijn er al wachtlijsten voor zo'n gesprek tot augustus! Is dat beheerst?
Wat zien we verder in de praktijk? Werkprocessen niet op orde, professionals (nog) niet (bij)geschoold. ICT een janboel, niet alleen landelijk (SVB mbt de PGB's!) maar ook lokaal.
En dan de zorginkoop: veel gemeenten weten nog steeds niet exact wat de jeugdregio voor ze ingekocht heeft, laat staan dat er sprake is van een match tussen de ingekochte zorg en de daadwerkelijke behoefte daaraan.
Ook hebben de meeste gemeenten niet voldaan aan de wettelijke eis om outcome-criteria af te spreken met de zorgaanbieders (zowel Wmo als jeugdzorg), zodat ze in ieder geval in 2015 verstoken blijven van info over de effectiviteit van de zorg....
Gelukkig zijn er ook gemeenten die op tijd met de transitie begonnen zijn, en die wel een eind op streek zijn.
Hoe staat uw gemeente er voor?