Jongens en meisjes
Oude taboes moeten oplossingen voor reële problemen niet blokkeren. Bart Jan Spruyt over gescheiden lessen.
Het gekke aan het voorstel om jongens en meisjes in de onderbouw gescheiden les te geven is niet het voorstel zelf, maar de welwillende ontvangst van dat idee. We boeken vooruitgang in ons mooie landje aan de Noordzee.
Wim Kuiper, voorzitter van de Besturenraad (de vereniging van 540 christelijke schoolbesturen met 2200 scholen), houdt een pleidooi voor gescheiden lessen voor jongens en meisjes op de middelbare school. Natuurlijk zijn er op dat moment altijd mensen die hun voorspelbare reflexen slecht kunnen controleren. Zo waren er mensen die direct dachten dat Kuiper als representant van een christelijke organisatie terug wilde naar de jaren vijftig (een van de grootste dooddoeners uit het politieke en maatschappelijke debat) en de emancipatie van de vrouw ongedaan wilde maken.
Anderen waren vooral erg voorzichtig. Zo zei Harm van Gerven van de raad voor primair onderwijs (PO-raad) dat hij de plannen van Kuiper te ver vindt gaan. ‘Het gaat om het individu: je kunt geen algemene verdeling in jongens of meisjes maken.’ Annemarie van Langen van de Radboud Universiteit is het plan van Kuiper ‘te kort door de bocht’, omdat er heel veel factoren zijn die leerachterstanden veroorzaken. De raad voor het voortgezet onderwijs (VO-raad) voelt voorlopig niets voor gescheiden lessen. Eerst meer onderzoek! En een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs merkte op dat van ‘uitsluiting’ van meisjes geen sprake kan zijn en dat meisjes gewoon toegang moeten krijgen tot een lesprogramma dat is gericht op een ‘jongensaanpak’.
Deze mensen blijven hameren op oude taboes. Dat heeft alles te maken met een oud onderscheid dat al lang overwonnen is. Meisjes kregen vroeger andere vakken aangeboden dan jongens, maar de Mammoetwet (1968) en campagnes uit de jaren tachtig (‘Kies exact!’) hebben daar een einde aan gemaakt. Kuiper heeft het over een reëel probleem dat om onorthodoxe oplossingen vraagt.
Het reële probleem bestaat hierin dat jongens en meisjes volgens artikel 1 van de Grondwet weliswaar gelijk zijn, maar zich in ieder geval gedurende een bepaalde periode van hun leven geheel anders ontwikkelen. Dat is geen christelijke mening maar een neuropsychologisch feit. Doordat de hersens van jongens zich in de leeftijdsperiode van 12 tot 16 jaar anders ontwikkelen dan die van meisjes, hebben zij meer behoefte aan structuur, motivatie en uitdaging. Meisjes zijn eerder zelfstandig, kunnen beter plannen, zijn gemotiveerder, hebben een actievere werkhouding en kunnen beter samenwerken. Jongens hebben wel weer een beter ruimtelijk inzicht en zijn daarom beter in wiskunde, terwijl meisjes taliger zijn. Doordat het onderwijs nauwelijks tot geen rekening met deze verschillen houdt (en in het zogeheten ‘nieuwe leren’ steeds minder rekening met deze verschillen houdt), lopen jongens flinke achterstanden op,. Ze blijven vaker zitten, halen minder vaak hun dip0loma, breken hun schoolopleiding vaker vroegtijdig af en zijn ondervertegenwoordigd in het hoger onderwijs.
Om aan dit reële probleem iets te doen heeft Kuiper niet voorgesteld om weer aparte jongens- en meisjesscholen op te richten, maar om jongens en meisjes gedurende een bepaalde periode (van hun twaalfde tot zestiende jaar) in een beperkt aantal vakken (talen en wiskunde) gescheiden lessen te geven. Onderzoek en ervaring in het buitenland heeft al duidelijk gemaakt dat gescheiden lessen positieve resultaten kunnen hebben. In Amerika is er een National Association for Single Sex Public Education (NASSPE) die eigen scholen heeft gesticht en op haar website betere resultaten voor zowel jongens als meisjes in gescheiden klassen claimt.
Het is mooi dat het moedige initiatief van Kuiper vooral een positief onthaal vindt. Voor wie de gelijke behandeling van man en vrouw, en van jongens en meisjes in het onderwijs, een van de grootste stappen vooruit vindt die in de twintigste eeuw zijn gezet, blijft rond die gescheiden lessen wellicht nog enige tijd de geur van het taboe hangen. Het ministerie van Onderwijs formuleert dan ook voorzichtig, rekening houdend met de gevoeligheden: experimenten met gescheiden lessen mogen, want de leerachterstand van jongens is een reëel probleem, ‘mits de jongens en meisjes goed worden voorbereid op de examenstof’.
Maar wat vooral telt is dat het voorstel van Kuiper tot veel discussie heeft geleid en dezelfde dag nog door het ministerie is omhelsd. Dat is winst, want het betekent dat oude taboes de oplossing van reële problemen niet langer blokkeren.
Tot slot nog de omvang van die verblijven, die ze colleges noemen. Je zult daar maar heen moeten, vreselijk demotiverend. Daar heb je leerkrachten (de aanduiding alleen al) die zelf moeite hebben met de lestof. Een beetje knul zegt dan doei!