Advertentie
sociaal / Column

(On)bewezen transitie jeugdzorg?

Uitstel of afstel van de transitie jeugdzorg zal ertoe leiden dat de gewenste transformatie zal verzanden, stelt Erik Gerritsen.

02 december 2013

In het nog altijd welig tierende debat over de voors en tegens van de transitie jeugdzorg horen we regelmatig het argument dat de transitie niet voldoende wetenschappelijk onderbouwd zou zijn. Om die reden zou de transitie onverantwoord zijn. Sommigen durven zelfs te spreken van het experimenteren over de ruggen van kwetsbare kinderen. Tegen deze lijn van redeneren zou ik graag het volgende willen inbrengen.

Ten eerste is het toch wel evident dat het huidige jeugdzorgexperiment als mislukt mag worden beschouwd. Natuurlijk is er de afgelopen jaren het nodige verbeterd, maar ik ken toch weinig mensen die het huidige jeugdzorgstelsel een warm hart toedragen. Met enig recht kan dus gesteld worden dat we in ieder geval een ding zeker weten: het huidige jeugdzorgsysteem voldoet niet en dan druk ik me voorzichtig uit. Bijzonder is hoe al diegenen die waarschuwen voor de onverantwoorde potentiële risico’s die we met een transitie lopen, lijken te vergeten hoe groot de feitelijke risico’s zijn die we dag in dag uit in het huidige stelsel lopen.

Ten tweede zijn de funderende gedachten onder de transitie wel degelijk gebaseerd op algemeen erkende wetenschappelijke inzichten over zogenaamde “werkzame bestanddelen” zoals gezins/systeemgericht werken, outreachend werken, gebruik maken van eigen kracht en het sociale netwerk en “community based” werken. Critici zullen er op wijzen dat dit vooral over de transformatie en niet zozeer over de transitie gaat. Maar die twee hangen nauw samen. De transitie is een noodzakelijke hefboom om de transformatie mogelijk te maken. De goede uitzonderingen daargelaten, is er de afgelopen jaren te weinig geïnnoveerd in de jeugdzorg. Pas na de politieke besluitvorming over de transitie begon er meer beweging te komen. 

Maar tot op de dag van vandaag worden alle betrokkenen zwaar in hun transformatieambities belemmerd door de perverse prikkels die door versnipperd opdrachtgeverschap en verkokerde financiering worden veroorzaakt. Vanuit de veranderkunde is bekend dat gewenste gedragsverandering alleen gerealiseerd kan worden wanneer een einde wordt gemaakt aan disfunctionele systeemcondities. De transitie grijpt in op de perverse systeemcondities van het huidige jeugdzorgstelsel en is daarom noodzakelijk voor het realiseren van de transformatiedoelstellingen.

Ten derde voorzien wetenschappelijke inzichten uit de veranderkunde ook in een heldere verklaring waarom eerdere stelselwijzigingen zijn mislukt. Reden voor velen om ook nu weer tegen een stelselwijziging te zijn. Die eerdere mislukkingen kunnen simpelweg verklaard worden door het feit dat slechts sprake was van structuuringrepen (en dan ook vaak nog halfslachtig en vaak niet afgemaakt) zonder de onderliggende disfunctionele systeemcondities aan te pakken. Dan kun je voorspellen dat het oude contraproductieve gedrag terugkeert in de nieuwe structuur. Maar dat is geen reden om tegen elke stelselwijziging te zijn en zeker niet om tegen de transitie te zijn die immers, naast een structuurwijziging, wel degelijk ook perverse prikkels wegneemt.

Tot slot zijn er natuurlijk de nodige en soms stevige risico’s en onzekerheden verbonden aan de transitie die niet allemaal af te vangen zijn met 100% waterdichte wetenschappelijke onderbouwing vooraf. Er is nu eenmaal sprake van een inherente spanning tussen innovatie en “evidencebased” beleid. Gezien de huidige staat van de jeugdzorg verdient de transitie letterlijk en figuurlijk het voordeel van de twijfel. Dat heeft weinig te maken met het experimenteren over de ruggen van kwetsbare kinderen. Immers de risico’s hebben we helder in beeld en zijn goed beheersbaar. In essentie door de transformatie, mede gebaseerd op ervaringen met kleine experimenten, stapje voor stapje te realiseren, zowel nu in de aanloop naar als na de transitie. Dan kunnen de gemeenten als nieuwe en in het begin nog onervaren opdrachtgevers zich nauwelijks een buil vallen, terwijl de transitie zelf wel zijn noodzakelijke hefboomfunctie kan vervullen.

Kortom, op basis van bestaande wetenschappelijke inzichten kan helder worden beredeneerd dat uitstel/afstel van de transitie de gewenste transformatie zal doen verzanden. Nader wetenschappelijk onderzoek naar het verloop van transitie en transformatie is prima, maar niet als voorwaarde vooraf. Dat zou betekenen dat veel kinderen in de knel nog jaren moeten wachten alvorens ze de zorg krijgen die ze verdienen.

Erik Gerritsen 

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Moeder/ voormalig vrijwilliger autisme / Moeder/ voormalig vrijwilliger autisme
Al gelezen in The Observer, op NOS Teletekst pg. 406 dat Susan Boyle blij is dat ze hoorde dat ze Asperger heeft? I haar jeugd zeiden artsen "hersenbeschadiging". Ze is dus intelligent en dat is nooit erkend in haar jeugd. Als jeugd-GGZ wordt uitgeschakeld omdat het te duur is voor gemeenten krijgen weer veel kinderen etiket "laag IQ". Dat dacht school ook v onze zoon totdat GGZ Asperger en vrij hoog IQ opspoorde. Houd Jeugd-GGZ! Anders juist afschuwelijker etiketten die niet kloppen.
Leen de Jong / Ouder
De jeugd ggz als academische discipline is voor veel ouders en kinderen een vindplaats van deskundige hulp, daar wordt kennis ontwikkeld en gedeeld. De jeugdzorg is voor veel ouders en kinderen een hoofdpijndossier, daar wordt meer gecontroleerd en beschuldigd dan geholpen, er is geen hands on mentaliteit maar er huist bureaucratie, jonge ondeskundige medewerkers en een hang naar justitie en dwang. Dwars daar doorheen loopt de signaleringsdrift, die ouders en kinderen verder berooft van de weinige deskundige hands on hulp die er nog is. Zowel in de jeugdzorg als in de jeugd ggz. De justitiele 'onderzoeken' en maatregelen als OTS en UHP verzwaren het leed van toch al hulpvragende ouders en kinderen en kosten de samenleving een vermogen zonder dat het getal van kindermishandeling daalt. Echte hulp komt van betere maatschappelijke voorzieningen als armoedebestrijding, passend onderwijs, ontwikkelingsgericht aanbod. Maar wat we doen is de deskundigheid van de jeugd ggz marginaliseren, korten op de jeugdzorg en met het aanstellen van 'wijjkteams', 'regisseurs' en ambtenaren als poortwachters versterken we juist de signaleringsgekte. Meer geld naar justitie dan naar hulp. Dat is toch wel wat dwaas niet?
Bert
Laat de uitvoering dan ook over aan de huidige ervaren professionals over en niet alleen aan de commerciële nieuwkomers met weinig tot geen ervaring in de diverse specialisaties. Oftewel geen trial-and-error (uitproberen en dan maar leren van de fouten) maar gecontroleerd gestuurd transformeren door middel van kennis, kunde en ervaring door de huidige professionals, dan sla je twee vliegen in één klap.
A. Stuijt / gepensioneerde
Essentieel is dat als de transformatie wordt ingezet deze ook helemaal wordt gemaakt en NIET waarom ook blijft 'steken'. Meedoen huidige professionals zou ik binden aan voorwaarden m.b.t. professionele inzet!
Bart van Oirschot / Docent
Erik, lees dit artikel eens van de Universiteit Groningen en leg de uitkomst naast de door jou getrokken conclusies die berusten naar mijn mening op een nogal subjectieve interpretatie van decentralisatietheorieen. http://www.coelo.nl/artikelen/opschalinglibrev.pdf
Ger. Gerards / Wethouder
Kan alleen maar volledig achter dit verhaal van Erik staan. Oude stelsel heeft laten zien dat het zo niet moest. Ben ervan overtuigd dat verhaal van de eigen kracht zal gaan slagen. Mensen zoveel mogelijk regie over eigen leven laten voeren.Oke nog veel onduidelijkheden,maar dat ligt niet aan gemeenten maar aan een overheid die de trein der traagheid etaleert.
Jozias Grotens / BJZ
In deze column wordt verondersteld dat de decentralisaties als volgt zijn onderbouwd;

(A) omdat het huidige stelsel niet functioneert

(B) wetenschappelijke inzichten "..zoals gezins/systeemgericht werken, outreachend werken, gebruik maken van eigen kracht en het sociale netwerk en “community based” werken..."

(C) omdat de veranderkunde ook heeft bewezen waarom eerdere stelselwijzigingen zijn mislukt: namelijk focus op structuur



Deze argumenten lees ik niet terug in het kabinetsakkoord, dus wiens argumenten zijn dit? Ik zou het overigens op prijs stellen als Dhr. Gerritsen ook eens reageert op opmerkingen die hieronder worden gemaakt,.
Menno Oosterhoff / kinderpsychiater- een van initiatiefnemers petitiejeugdggz
Mislukkingen in het verleden zijn geen garanties voor successen van een verandering in de toekomst. Het promotieonderzoek van Rene Clarijs liegt er niet om. En iemand die nu nog  de jeugdzorg en de jeugdggz niet onderscheidt geeft geen blijk van veel wetenschappelijke zorgvuldigheid. De Nederlandse jeugdggz behoort wetenschappelijk tot de wereldtop en is ook verder een heel redelijk draaiende sector, die de afgelopen jaren een grote ontwikkeling heeft meegemaakt wat betreft evidence-based werken, wetenschappelijk onderzoek, betere diagnostiek en behandelprotocollen, een forse ambulantisering, meer thuisbehandeling , veel innovatie zoals Fact teams voor kinderen en jeugdigen. Ik ken niet een wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat al deze verworvenheden niet achteruit gaan bij deze enorme ingreep waarvan sprake is. Ondertussen zijn er genoeg aanwijzingen voor dat alleen al uit bestuurlijk oogpunt e,e,a spelen met vuur is. Dat het nu slecht is mbt de jeugdzorg betekent niet dat het niet nog veel slechter kan. Perverse prikkels zijn er in elk systeem. Straks bijvoorbeeld om naar de kinderarts te verwijzen of medicatie voor te schrijven want dat kost de gemeente niets. Verkokering is ook zo'n kreet. Soms is specialisatie heel nuttig. Ik doe geen uitspraak erover of de jeudgzorg beter wordt van een transitie. Ik ben daarin niet specifiek deskundig. Maar voor de jeugdggz, vind ik , dat er veel te veel onduidelijkheden, risico's en onzekerheden zijn om een dergelijke ingreep te rechtvaardigen. Er valt een boel te verliezen en wat er gewonnen kan worden is erg onduidelijk en onzeker. Er is in de geneeskunde een mooie richtlijn. Bij twijfel niet doen.
Moeder/ voormalig vrijwilliger autisme / Moeder/ voormalig vrijwilliger autisme
Het onderbrengen van jeugd-GGZ bij de gemeente is gebaseerd op de aanname dat er wat zou mankeren aan de jeugd-GGZ. Bijvoorbeeld dat het niet zou werken. Dat het zo goed gaat met onze zoon (autisme) is het bewijs dat het WEL werkt. Daarnaast zou er een perverse prikkel zijn. Nu, die is er niet, want ik ga als ouder echt niet voor de gezelligheid langs bij jeugd-GGZ. Ik heb genoeg te doen, naast het opvangen van onze zoon waar ik ook genoeg tijd voor vrij maak. Tot slot: alleen iemand met verstand van en heel veel ervaring met autisme kan mij 'eigen kracht' geven. Iemand die er ook maar iets te weinig van af weet roept al meteen dat ik van alles fout doe, terwijl dat niet het geval is. Paniek bij autisme kan bijvoorbeeld aangezien worden voor kindermishandeling. Dat gebeurt na 'transitie jeugdzorg' ook. Bij veel gezinnen zal autisme kind niet gezien worden, omdat het geld op is of omdat er een wijkteam komt. Ik heb het in mijn kennissenkring gezien wat er gebeurt als het autisme over het hoofd gezien wordt. Ook door pedagogen e.d. Aan het kind worden afschuwelijk eisen gesteld die inhouden dat hij emotioneel stabiel moet zijn, ook als dat in medisch opzicht niet mogelijk is. En de ouder krijgt steeds meer het gevoel dat hij/ zij niets kan.
Advertentie