Advertentie
sociaal / Nieuws

Bijstand helpt jongeren onvoldoende

Dat niet alle gemeenten het inkomen van jongeren aanvullen tot het sociaal minimum is niet uit te leggen, vindt de Nationale ombudsman.

14 november 2022
Jonge vrouw aan het werk in de Albert Heijn
Jongeren in de bijstand moeten werk accepteren, ook als ze liever een opleiding willen volgen. ANP / Marco de Swart

Door ingewikkelde regels en gebrekkige ondersteuning lopen jongeren in de bijstand tussen 18 en 21 jaar een hoog risico op langdurige geldproblemen. Dat stelt de Nationale ombudsman, die vindt dat gemeenten deze jongeren beter moeten begeleiden.

Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

JS Consultancy
Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

BMC
Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

Watertrappelen

Jongeren in de bijstand lopen tegen allerlei knelpunten in wet- en regelgeving aan. Ze worden bovendien onvoldoende ondersteund door gemeenten. Ze moeten te lang wachten op een uitkering, ontvangen niet altijd genoeg geld om rond te komen, en krijgen weinig mogelijkheden om een opleiding te volgen. Dat concludeert de Nationale ombudsman maandag in zijn rapport 'Watertrappelen in de bijstand'.

Verschillen

Jongeren tussen 18 en 21 jaar vormen een bijzondere groep in de bijstand: omdat hun ouders nog een zogenaamde onderhoudsplicht hebben, komen zij niet in aanmerking voor een volledige bijstandsuitkering. De jongerennorm in de bijstand is zo'n 260 euro per maand. Als jongeren niet ondersteund worden door hun ouders, zou de gemeente het inkomen moeten aanvullen tot het sociaal minimum. Maar dat lukt niet in elke gemeente even goed, ziet de ombudsman. Dat zorgt voor financiële problemen bij jongeren. Bovendien zijn de verschillen tussen gemeenten aan burgers niet uit te leggen, vindt de ombudsman.

Ik vind het zorgelijk dat jongeren zoveel moeite moeten doen om een bijstandsuitkering aan te vragen.

Reinier van Zutphen

Uit het zicht

Ook de 'verplichte zoektermijn' zorgt voor problemen. Jongeren die een bijstandsuitkering aanvragen, moeten eerst vier weken naar werk zoeken voordat ze een uitkering kunnen krijgen. Maar het merendeel van de jongeren die zich voor een bijstandsuitkering meldt, kan niet direct aan de slag. De zoektermijn zorgt er in de praktijk voor dat geldproblemen groter worden en dat jongeren uit het zicht van de gemeente raken, stelt de ombudsman.

Onbegrijpelijk

Daarom zou die verplichte zoektermijn afgeschaft moeten worden, zegt Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: 'Ik vind het onbegrijpelijk dat jongeren met een dringende behoefte aan financiële hulp, vier weken moeten wachten voor toelating tot de bijstand. Ik roep de betrokken partijen op om de verplichte zoektermijn niet meer toe te passen. En de bijstandsuitkering voor jongeren zonder ouderlijk vangnet áltijd aan te vullen tot het sociaal minimum.'

Informatie

De gemeente zou jongeren ook meer hulp moeten bieden bij het aanvragen van een uitkering, vindt Van Zutphen. Jongeren vinden de beschikbare informatie over de bijstand vaak ingewikkeld en hebben moeite om de juiste bewijsstukken aan te leveren. 'Ik vind het zorgelijk dat jongeren zoveel moeite moeten doen om een bijstandsuitkering aan te vragen en daarvan rond te kunnen komen', aldus de ombudsman.

Juist deze groep moet extra geholpen worden om de weg uit de bijstand te vinden en financieel zelfredzaam te worden.

Reinier van Zutphen

Verrekenen

Een ander knelpunt is dat werken vanuit de bijstand onnodig ingewikkeld is en niet altijd lonend. Dat komt omdat het verrekenen van inkomsten met de uitkering zorgt voor inkomensonzekerheid. Dat bezorgt jongeren stress en demotiveert om aan het werk te gaan.

Studeren

Ook een opleiding volgen is voor jongeren in de bijstand niet makkelijk.  Ze zijn namelijk verplicht om werk te accepteren, ook als ze liever zouden willen studeren. Volgens de ombudsman zouden gemeenten jongeren juist aan moeten sporen om een opleiding te volgen. Dat draagt immers bij aan een betere positie op de arbeidsmarkt en verkleint de kans dat mensen weer terugvallen in de bijstand.

Doenvermogen

De wet veronderstelt dat jongeren vanaf 18 jaar financieel zelfredzaam zijn, terwijl dat in de praktijk niet altijd zo is, concludeert de ombudsman. Zeker jongeren in de bijstand die niet kunnen rekenen op steun van hun ouders, en soms ook kampen met sociale en psychische problemen, hebben niet het 'doenvermogen' dat de wet van hen verwacht. 'Juist deze groep moet extra geholpen worden om de weg uit de bijstand te vinden en financieel zelfredzaam te worden', zegt Van Zutphen. 'Het is een illusie om te verwachten dat alle jongeren dit op eigen kracht kunnen.'

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie