‘Laat jongeren vaker op hun bek gaan’
Eigenwijs experiment wil wantrouwen doorbreken
Het Bouwdepot in Eindhoven zoekt met een 'uitkering vanuit vertrouwen' de grenzen van de Participatiewet op. Maar het bevraagt ook het 'structurele wantrouwen' dat in het systeem zit ingebakken. ‘Ik hoop dat het inspiratie biedt om op een andere manier met mensen om te gaan.’
Bouwbudget
‘Wat is de laatste miskoop die u heeft gedaan?’ Die vraag stelt social designer Manon van Hoeckel vaak aan gemeenteambtenaren als ze vertelt over het Bouwdepot – een experiment, vormgegeven door Stichting Zwerfjongeren Nederland en Van Hoeckel zelf, waarbij dertig kwetsbare jongeren tussen 18 en 21 jaar een uitkering ‘vanuit vertrouwen’ krijgen. Of zoals de initiatiefnemers het liever noemen: een bouwbudget. De jongeren bouwen immers aan hun toekomst. Dat bouwbudget houdt in: elke maand 1.050 euro, een jaar lang. Alle inkomsten daar bovenop mogen de deelnemers houden. Geen verplichte tegenprestatie, ook geen sollicitatieplicht, maar wel een individueel ontwikkelingsplan, opgesteld door de jongere zelf. Er zijn regels verbonden aan het bouwbudget, maar die mogen de deelnemers zelf bedenken.
Regie
In eerste instantie was er vanuit gemeenten weinig enthousiasme over de methode. Maar nadat de eerste pilots veelbelovende resultaten hadden laten zien – de deelnemende jongeren zetten flinke stappen richting werk, opleiding en zelfstandig wonen – kwam er steeds meer interesse. De gemeente Eindhoven is de eerste gemeente die zelf een experiment met de Bouwdepot-aanpak financiert. ‘De jongere mag zelf de regie nemen’, legt verantwoordelijk wethouder Renate Richters (GroenLinks) uit. ‘Door hun behoefte centraal te stellen, krijg je een ander uitgangspunt.’ Het doel is om te voorkomen dat deze jongeren vast komen te zitten in schulden of dakloosheid.
Spiegel
Op Van Hoeckels vraag komen altijd grappige antwoorden, want iedereen doet wel eens een miskoop. Toch houden we er andere verwachtingen op na als het gaat om jongeren met een uitkering. Die moeten hun uitgaven constant rechtvaardigen, het gaat immers om gemeenschapsgeld. Van Hoeckel probeert ambtenaren een spiegel voor te houden: waarom stellen we strengere eisen aan jongeren die afhankelijk zijn van een uitkering dan aan onszelf, of aan onze eigen kinderen?
Angst
Een van de centrale principes van het Bouwdepot is dat jongeren de kans moeten krijgen om ‘op hun bek te gaan’ en te leren van hun fouten, vertelt Van Hoeckel. Want in de huidige situatie is er geen enkele ruimte om fouten te maken, zeker niet op financieel gebied. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar krijgen niet meer dan 255 euro per maand aan bijstandsuitkering; bij lange na niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. Maar ook beleidsmakers mogen wel eens wat vaker ‘op hun bek gaan’, vindt Van Hoeckel. ‘Politici houden ervan om lang te overleggen over beleidskeuzes. Een ontwerper had in de tussentijd al lang en breed tien testen gedaan.’ Met andere woorden: het zou goed zijn als er wat minder angst was om nieuwe methoden uit te proberen.
Structureel wantrouwen
Kees Dorst, hoogleraar Transdisciplinary Innovation aan de University of Technology Sydney, die ook meedenkt over de Bouwdepot-methode, is het daarmee eens. ‘We zijn allemaal bang om verantwoordelijkheid te nemen, om fouten te maken, om ruimte te nemen om te leren. En die angst slaat om in een structureel wantrouwen naar alles. In dit geval zorgt dat voor angst dat jongeren dingen doen met gemeenschapsgeld waar het niet voor bedoeld is, zonder dat we weten in hoeverre dat het geval is. En vervolgens richten we het hele systeem in op iets wat misschien helemaal niet speelt.’
Kafka
Het wantrouwen vanuit de overheid richt zich niet alleen op jongeren en andere burgers, ziet Dorst, maar ook op de lokale overheden die het decentrale beleid uitvoeren. De reactie van staatssecretaris Wiersma op het Eindhovense experiment is een treffend voorbeeld daarvan. ‘Het is echt wel Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’, aldus Dorst. ‘De overheidslaag die nota bene verantwoordelijk is gemaakt voor dit beleidsterrein, wordt op z’n nek gezeten door de laag die er niet meer verantwoordelijk voor is.
Omwenteling
Dorst denkt dat het Bouwdepot een aanzet kan zijn voor een grotere omwenteling. ‘Ik hoop dat het inspiratie biedt om op een andere manier met mensen om te gaan.’ Wel denkt hij dat een regeling zoals het Bouwdepot, die rust op vertrouwen in de ontvanger, alleen op lokaal niveau kan worden vormgegeven. ‘Het kan nooit te groot worden, want je hebt vertrouwen nodig.’ Manon van Hoeckel vergelijkt het met een broodfonds, waar de groep deelnemers ook niet al te groot mag worden. Wel kunnen de verschillende broodfondsen samen een groter geheel vormen. ‘Een broodfonds is vaak onderdeel van een groot systeem, maar de uitvoering gebeurt uiteindelijk in kleine, lokale clubs’, aldus Van Hoeckel.
Principes
Daarbij is het belangrijk dat het overkoepelende systeem niet zozeer bestaat uit regels, maar uit principes, zegt Dorst. ‘Als er zo veel verschillende persoonlijke situaties zijn, dan gaan regels nooit werken. Als je een regel maakt, dan gooi je de situatie weg. Maar principes werken wel.’ De afwezigheid van regels betekent niet dat alles kan en alles mag, benadrukt Dorst. ‘Er is niets los of slordigs aan het Bouwdepot. Het is gebaseerd op heel heldere principes.’
Het Beelddepot
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door het Beelddepot, een onderdeel van het Bouwdepot dat zich bezighoudt met de beeldvorming en het taalgebruik rondom dak- en thuisloosheid in de media. Eén van doelen van het Beelddepot is het ontwikkelen van nieuwe beelden die niet stigmatiserend werken, maar juist bijdragen aan een oplossing voor de problematiek. De bovenstaande foto is een remake van de ‘meest gebruikte daklozenfoto’ in de media. ‘In journalistieke uitgingen worden overwegend foto’s met witte mannen van middelbare leeftijd getoond’, valt te lezen in het Beelddepotmagazine. ‘Dat beeld klopt niet bij de situatie waarin veel daklozen mensen zich in Nederland bevinden. We zien de laatste jaren juist veel jongeren- die door schulden vanwege telefoon- of gamegebruik of het kopen op afbetaling in de problemen zijn gekomen. Ook is er een toenemend aantal jonge vrouwen dak-of thuisloos.’
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het werkt zou goed omdat geven van vertrouwen hierbij gekoppeld is aan een kleine, relatief hecht, groep. Binnen zo'n hechte groep is het rendabel om zelf in vertrouwen te investeren omdat de kans dat je vervolgens met vertrouwen wordt bejegend sterk toeneemt. (onze grootouders hadden daar een spreekwoord voor: 'Wie goed doet, goed ontmoet'.
Al mijn werkzaamheden stonden en staan in het kader van vertrouwensgedrag. Ik heb met succes leiding gegeven aan organisaties voor het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor werklozen, mensen met beperkingen en met een anders dan NL achtergrond, genezen GGD patiënten, et cetera.
Vertrouwen werkt, maar door de fragmentatie en versnippering van de samenleving én haar instituties, is wantrouwensgedrag dominant geworden. Nederland zit al heel erg lang in een diepe vertrouwenscrisis.
Ik kan a.d.v. wiskundige en natuurkundige begrippen laten zien waarom en hoe vertrouwensgedrag werkt. Stuur mij een bericht, togoo@ziggo.nl en ik stuur u een stukje 'Strategisch gedrag' toe waarin ik dat uitwerk.
En dat is zoals het hoort te zijn in mijn ogen ,de staat moet verantwoordelijk zijn voor deze zaken.