Normtijden: eindelijk duidelijkheid voor gemeenten
Nijkerk en Bodegraven-Reeuwijk zijn blij met de uitspraak over normtijden huishoudelijke ondersteuning van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Eindelijk duidelijkheid, zo stellen beide gemeenten. Ook voor andere gemeenten.
De gemeenten Nijkerk en Bodegraven-Reeuwijk zijn blij met de uitspraak over normtijden huishoudelijke ondersteuning van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Eindelijk duidelijkheid, zo stellen beide gemeenten in een reactie op de uitspraak van de CRvB van maandag. Die duidelijkheid zal ook andere gemeenten helpen, zo verwacht Bodegraven-Reeuwijk. In ieder geval beide gemeenten moeten aan de bak met hun indicatieprotocollen.
Onzekerheid
‘Gemeenten verkeren sinds de invoering van de Wmo 2015 in onzekerheid over de juridische aspecten rondom de hulp bij het huishouden. In die zin zijn wij blij dat er verdere duidelijkheid komt door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. We verwachten dat de uitspraak gevolgen heeft voor meer gemeenten’, aldus verantwoordelijk wethouder Kees Oskam (Wmo, ChristenUnie) van Bodegraven-Reeuwijk. ‘De kern van de rechtszaak zit in een oordeel over de objectieve en onafhankelijke onderbouwing van beleid op het gebied van de hulp bij het huishouden en het onderzoek dat de gemeente Utrecht daarvoor voor haar gemeente heeft verricht. Meerdere gemeenten zijn daarnaar op zoek.’
Beleidskeuzes
De CRvB heeft maandag geoordeeld dat het KPMG-onderzoek naar normtijden huishoudelijke hulp deugdelijk en onafhankelijk is. Gemeenten kunnen die normtijden dus weliswaar hanteren, maar dan moeten deze gemeenten wel dezelfde beleidskeuzes maken als Utrecht, waarop het KPMG-onderzoek is gebaseerd. Nijkerk en Bodegraven-Reeuwijk hebben hun eigen (beleids)interpretatie aan de normtijden gegeven. Dat kan niet, zo heeft de CRvB geoordeeld. Daarom kunnen de normtijden van in ieder geval deze gemeenten niet worden onderbouwd met het KPMG-onderzoek.
Ter discussie
Nijkerk, die zelf bij de CRvB in beroep ging, is blij dat de rechter heeft geoordeeld dat de rapporten van KPMG en HHM deugdelijk en onafhankelijk zijn. Dat stond na verschillende rechterlijke uitspraken ter discussie. De gemeente gaat zo snel mogelijk het indicatieprotocol actualiseren, waarmee de indicaties beter kunnen worden onderbouwd. Het huidige indicatieprotocol is, net als bij heel veel andere gemeenten, gebaseerd op onderzoeken van de adviesbureaus HHM en KPMG. Omdat Nijkerk andere beleidskeuzes heeft gemaakt kunnen de onderzoeken niet volledig als onderbouwing voor het gemeentelijk beleid gebruikt worden. Nijkerk hoopt het geactualiseerde indicatieprotocol over een paar maanden klaar te hebben.
Maatwerk
Het is nog niet helemaal duidelijk of een andere wijze van indiceren voor mensen in de praktijk tot verandering zal leiden, laat Nijkerk weten. Tot er een nieuw protocol is, zal de gemeente in lijn met de uitspraak en met behoud van maatwerk indiceren. Bij ongewijzigde omstandigheden behouden de huidige gebruikers van huishoudelijke hulp de uren die ze toegekend hebben gekregen. Nijkerk verwacht betrokken inwoners over een paar maanden verder te kunnen informeren.
Aanpassing
Bodegraven-Reeuwijk bekijkt nu wat de gevolgen van de uitspraak zijn voor het beleid. ‘We streven ernaar de inwoners met een indicatie zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Wij durven hier nog geen termijn aan te verbinden’, laat een woordvoerder weten. ‘De uitspraak is aanleiding om ons beleid tegen het licht te houden en opnieuw te formuleren. Dit nieuwe beleid is vervolgens de basis om te onderzoeken welke inwoners een aangepaste indicatie moeten ontvangen.’
Respondenten voor dit onderzoek zijn aselect gekozen.
Er geen maatwerk is geleverd geen rekening is gehouden met beinvloedingsfactoren, omvang huis, samenstelling huishouden, eigen kracht KPMG gebruikte standaardmodule
Ook wordt niet genoemd het ingebrachte rapport van eiser van 3-8-18 van prof. A.C.Homan
deze geeft aan dat de tijdsmetingen een vertekend beeld gaven de gemeenten hadden immers al gekort in uren.