Geen plicht tot snel huisbezoek als energiebedrijf wil afsluiten
Het ministerie ziet een dergelijk vroegsignaal wel als ‘een goede indicatie’ voor meer schulden.
Gemeenten hoeven niet binnen drie werkdagen schuldhulp aan te bieden wanneer een energiemaatschappij voornemens is een wanbetaler af te sluiten. Dat zegt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Zo’n signaal is volgens het ministerie nog geen bedreigende situatie.
Stel, een energiemaatschappij heeft een wanbetaler en het bedrijf is voornemens hun klant af te sluiten. Daarover moet de gemeente waar de betrokkene woont een zogenoemd ‘eindeleveringssignaal’ krijgen. Maar moet diezelfde gemeente dan binnen drie werkdagen schuldhulpverlening bieden aan die inwoner? Is er, kortom, sprake van ‘een bedreigende situatie’ waardoor de gemeente eerder dan de gebruikelijke vier weken een eerste gesprek moet inplannen? Het is een vraag die veel gemeenten bezighoudt. Doordat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) geen eindeleveringssignaal kent, is het voor lokale overheden niet helder hoe zij een dergelijk signaal moeten verwerken, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Bedreigende situatie
Na vragen van de gemeentekoepel en de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) komt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met een toelichting. Die verkondigt dat het eindeleveringssignaal ‘niet per definitie’ kan worden gezien als ‘een bedreigende situatie’ die moet leiden tot een versneld eerste gesprek. Dit omdat het nog twintig werkdagen duurt voordat het contract daadwerkelijk wordt beëindigd, en er vervolgens nog weken verstrijken voordat de netbeheerder overgaat tot afsluiting.
Indicatie schulden
Het ministerie ziet een dergelijk vroegsignaal wel als ‘een goede indicatie’ voor meer schulden. ‘Wanneer er wel een vroegsignaal aan het eindeleveringssignaal voorafgaat, kunnen gemeenten het eindeleveringssignaal in de praktijk van vroegsignalering gebruiken als ‘geüpdatet’ of ‘verrijkt’ signaal. Zoals dit in de huidige praktijk van vroegsignalering ook al gebeurt bij opeenvolgende signalen’, aldus SZW. Het staat gemeenten echter vrij een eindeleveringssignaal anders te prioriteren. SZW verzoekt gemeenten per situatie te kijken in hoeverre van het signaal een dreiging uitgaat, en of een andere passende aanpak nodig is.
Correctie zondag 5 november 2023
In het oorspronkelijke bericht stonden enkele feitelijke onjuistheden. Die zijn aangepast.
Met deze uitspraak wordt de problematiek alleen maar onduidelijker, en is er voor VNG, NVVK en gemeenten voldoende grond om zich achter het ministerie te verschuilen.
Dat gemeenten nauwelijks in staat zijn de gemeentelijke schuldhulpverlening op structurele wijze te organiseren en uit te voeren is genoegzaam bekend.
Stroperigheid en vertraging is kenmerkend.
Gemeentelijk afwachten totdat de situatie "bedreigend" is geworden om tot een 1e gesprek te komen is te zot voor woorden. Voor betrokken partijen is de tijd voor overleg wel verstreken zijn de meeste opties dan wel verkeken, terwijl de kosten onnodig blijven oplopen.
Pas gemeentelijk optreden als het energiebedrijf daadwerkelijk stopt met leveren is ruimschoots te laat en leidt uitsluitend tot haast- en dus broddelwerk.
Het zou voor ministerie, VNG en NVVK glashelder moeten zijn dat het ‘eindeleveringssignaal’ een beslispunt op een tijdlijn is, en dat de deadline daarmee vast staat.
Datzelfde geldt voor gemeenten. Benadrukken 'dat gemeenten vrij zijn een eindeleveringssignaal anders te prioriteren' legt de bal weer net zo hard terug bij de gemeenten en maakt de stellingname van het ministerie inhoudsloos en dus nutteloos.
Het zal niet de eerste rechter zijn die oordeelt 'dat partijen eerder in overleg hadden moeten treden, en daarmee de situatie onnodig hebben laten escaleren'.