Nieuwe armoedegrens vanaf oktober: een vooruitblik
Leven er straks meer Nederlanders in armoede?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) presenteren op 17 oktober aanstaande een rapport met daarin een nieuwe methode om armoede te meten. Dat maakten de drie instituten donderdag bekend. Ze laten nog niks los over de inhoud, behalve dat voor de vraag of iemand in armoede leeft bepalend wordt of iemand minimaal noodzakelijke uitgaven kan doen.
CBS-methode
Dat lijkt enigszins logisch, maar het is niet de methode die lang door het CBS is gehanteerd. Als sinds eind jaren ’70 gebruikt het CBS een koopkrachtbedrag, de zogenaamde Lage-inkomensgrens, aangevuld met indicatoren die gebruikt worden om de kans op armoede beschrijven. Zo wordt er gekeken naar hoelang iemand onder de inkomensgrens valt, de vermogenspositie, de omvang van de vaste lasten en het oordeel over de eigen financiële positie.
SCP
Dat is geheel anders dan de methode van het SCP. Het uitgangspunt van de armoedemethodiek van het SCP is namelijk dat er sprake is van armoede wanneer een huishouden voor langere tijd niet de middelen heeft goederen en voorzieningen te kopen die in de samenleving als minimaal noodzakelijk gelden: Het zogenaamde ‘niet-veel-maar toereikend (nvmt)-criterium’ is daarin de ondergrens. Samen met het Nibud stelde het SCP daarvoor referentiebudgetten op.
Verschillende normen
Op basis van de SCP-methode leefden in 2023 naar schatting ruim 830.000 mensen (4,9%) onder de armoedegrens. Het CBS spreekt alleen van armoederisico. Ten slotte is er ook nog de Europese armoedegrens. Volgens die norm leeft iemand in armoede als het inkomen lager dan 60% van het mediane besteedbaar inkomen is. Kortom, er bestaan verschillende opvattingen over wanneer er sprake is van armoede. Dat kan bijvoorbeeld voor beleidsmakers lastig zijn.
Nieuwe, gezamenlijke meetmethode
Reden genoeg dus om tot één definitie en meetmethode te komen. Het CBS merkte eind vorig jaar al op dat de nieuwe, in overeenstemming met het SCP en het Nibud opgestelde grens, vanaf de publicatie ervan het centrale criterium zijn in de CBS-statistieken en -publicaties over armoede. Op basis van wat CBS, Nibud en SCP nu al naar buiten hebben gebracht lijkt het erop dat de nieuwe meetmethode zal lijken op degene die het SCP nu al hanteert.
Individuele uitgaven
Voor het eerst worden daarbij ook werkelijke individuele uitgaven aan wonen en energie meegenomen, laten de instanties weten. ‘Hierdoor is er een completer inzicht in welk bedrag huishoudens – naast de uitgaven aan de vaste lasten – overhouden voor de minimaal noodzakelijke uitgaven aan voeding, kleding, etc. en of ze daarmee boven of onder de armoedegrens vallen.’
17 oktober
Wat dat betekent voor de armoedecijfers in Nederland, bijvoorbeeld of er straks meer mensen volgend de officiële definitie in armoede leven, blijkt pas 17 oktober bij de publicatie van het eindrapport. CBS, Nibud en SCP willen op dit moment nog niks kwijt. Gezien de stijgende woonlasten en energieprijzen lijkt het voor de hand liggend dat, wanneer die factoren worden meegerekend, er meer mensen onder de armoedegrens gaan vallen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.