Gemeenten voeren nieuwe cao-afspraken niet door in tarieven
De groei van de Jeugd- en Wmo-uitgaven was vorig jaar opvallend klein.
Gemeenten maken een pas op de plaats. Op advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Ketenbureau i-Sociaal Domein weigeren zij om de Cao loonstijging in de VVT-sector op te nemen in hun nieuwe tarieven. De brancheorganisatie voor zorgaanbieders ZorgthuisNL is verbijsterd.
Recent is er binnen de VVT-sector (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) een Cao-akkoord bereikt over noodzakelijke loonstijgingen. Om medewerkers in de zorg te behouden, maar ook vanwege de inflatie en loonsverhogingen in andere sectoren.
Financieel ravijn
Deze Cao loonstijging is echter niet terug te zien in de nieuwe tarieven van gemeenten. Laatstgenoemden voeren met het rijk een strijd over de hoogte van het gemeentefonds na het zogeheten ‘ravijnjaar 2026’. Gemeenten en ook Tweede Kamerleden waarschuwen al geruime tijd voor het financieel ravijn dat na 2025 zou ontstaan. Voor ZorgthuisNL is dat geen excuus. ‘De gemeenten wentelen die discussie dus af op de aanbieders en hun medewerkers; de burgers van diezelfde gemeenten’, schrijft de organisatie. Volgens de branchevereniging komt hierdoor de benodigde koopkrachtreparatie onder druk te staan. Het CBS meldde donderdag nog dat Nederlanders vorig jaar 1,2 procent van hun koopkracht verloren, het grootste verlies sinds 1983.
Beperkte stijging sociaal domein
Dat het collectief jaarrekeningresultaat van gemeenten in 2022 een positief saldo van 3,9 miljard euro laat zien, valt volgens ZorgthuisNL ‘niet te rijmen’ met de situatie waarin veel zorgaanbieders verkeren. De groei van de gemeentelijke Jeugd- en Wmo-uitgaven was vorig jaar opvallend klein. De gestegen kosten bleven zelfs onder het inflatiecijfer. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hier nog geen duidelijke verklaring voor. Mogelijk spelen de personeelstekorten en oplopende wachtlijsten een rol. Hierdoor wordt zorg uitgesteld, wat de kosten drukt. Bruno Steiner, senior adviseur gemeentefinanciën, benadrukt dat het echter gaat om een incidenteel overschot. De structurele zorgen zijn daarmee niet weggenomen.
Appeltje voor de dorst
Daar nemen de zorgondernemers geen genoegen mee. Zij wijzen op het extra geld dat het kabinet vorig jaar uittrok om energiekosten te compenseren. Gemeenten en provincies krijgen over de periode 2023 – 2025 structureel 300 miljoen euro. Dat bedrag loopt waarschijnlijk in 2026 en 2027 op tot zo’n 400 miljoen euro. ‘Dus terwijl gemeenten dit geld – via het gemeentefonds uitgekeerd om een aantal maatschappelijke taken te vervullen zoals reële tarieven voor huishoudelijke hulp – op de plank leggen als appeltje voor de dorst, ontzeggen zij de aanbieders de benodigde middelen om tot een reëel tarief te komen’, aldus ZorgthuisNL.
AMvB Reële prijs
De brancheorganisatie wijst lokale overheden op hun verplichtingen: ‘Gemeenten zijn er door het volgen van de AMvB Reële prijs aan gehouden de geldende Cao ontwikkelingen te volgen.’ En doet daarbij een dringende oproep aan het rijk. Die moet ervoor zorgen dat deze Algemene Maatregel van Bestuur wordt nageleefd. ‘Er is 3,9 miljard, gebruik een deel hiervan om aanbieders de compensatie te geven die zij nodig hebben om de toekomstbestendigheid van het sociaal domein te kunnen realiseren.’
Loonstijgingen uitonderhandelen
Dat aanbieders tussentijds zelf loonstijgingen uitonderhandelen, is volgens de VNG ‘in principe pas een issue als gemeenten nieuwe overeenkomsten sluiten of bestaande overeenkomsten verlengen.’ De gemeentekoepel stelt dat lokale overheden ‘een brede verantwoordelijkheid dragen voor het beschikbaar en betaalbaar houden van de zorg.’ Dit staat onder druk ‘als de loonkostenontwikkeling afwijkt van het beschikbare budget of wanneer de loonkostenontwikkeling tussen verschillende deelsectoren te veel afwijkt.’ Ook vindt de VNG dat de overheid en de werkgevers ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid baat hebben bij ‘een marktconforme loonkostenontwikkeling.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.