Advertentie
sociaal / Column

Neerwaartse ambitiespiraal moet worden omgedraaid

Voorzitter van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) Leonard Geluk heeft de afgelopen twee jaar de werkdruk bij betrokkenen zien toenemen en het ambitieniveau evenredig zien afnemen. Hij hoopt dat het tij gaat keren en er weer een opwaartse ambitiespiraal komt.

06 november 2014

Maandagavond 3 november heb ik geheel gewijd aan het beluisteren van het debat in de Tweede Kamer over de decentralisatie van de jeugdhulp. Vrolijk werd ik er niet van. Hoewel het eigenlijk een Wetgevingsoverleg was over het onderdeel jeugdzorg van de begrotingen van VWS en VenJ, ging het vrijwel alleen over de inkoopperikelen tussen gemeenten en aanbieders. Het debat was daarmee illustratief voor de stand van de decentralisatie.

Ik ben nu ruim twee jaar voorzitter van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ). In die tijd heb ik de werkdruk bij betrokkenen zien toenemen en het ambitieniveau evenredig zien afnemen. In de gesprekken die we bij de start van de TSJ voerden met alle betrokkenen straalde het elan en ambitie er af. Wethouders gaven aan ‘we willen en gaan het anders en beter doen’. Cliënten gaven aan er vertrouwen in te hebben betere zorg te gaan ontvangen. Aanbieders zagen kansen om samen met gemeenten vernieuwingen te realiseren die ertoe zouden doen voor cliënten. De transformatie van de jeugdhulp stond stevig op de agenda, zo stevig dat we toen hebben geadviseerd om de grote kloof tussen ambitie en realiteit te overbruggen. Het ‘hier en nu’ van de transitie moest niet uit het oog verloren worden.

En nu? Nu lijken we op het punt aangekomen waarbij het alleen nog maar lijkt te gaan over het wel of niet halen van steeds schuivende deadlines die alleen betrekking hebben op de inkoop. Er is sprake van een neerwaartse ambitiespiraal. Eerst was de transformatie per 2015 het te realiseren doel. Vervolgens verlaagde de ambitie: eerst de transitie goed doen, dan doen we de transformatie later. Daarna was de doelstelling gericht om de vijf kernonderdelen van de transitie te halen en nu lijkt het hoogste doel te liggen in het minimaal noodzakelijke per 1 januari te regelen.

Terzijde merk ik op dat er minstens drie andere thema’s nu minstens zo belangrijk zijn als inkoop. Ten eerste: hoe staat het met de informatievoorziening richting burgers, zowel richting bestaande cliënten als de burgers in het algemeen? Is die informatievoorziening goed geregeld? Ten tweede, hoe staat het met de informatievoorziening en de informatiestromen vanaf 1 januari. Hebben de gemeenten de lijntjes met het SVB gelegd om de trekkingsrechten voor het persoonsgebonden budget (pgb) te effectueren, hoe staat het met CORV, is de facturering goed geregeld? Ten derde: hoe staat het met de vormgeving en de kwaliteit van de toegangsteams binnen de gemeenten? Ik noem zeer bewust hierbij ook de kwaliteit van de teams. De inkoopcontracten laten zien dat de kortingen in de gespecialiseerde jeugdhulp oplopen tot 25 procent. De winst die sociale teams moeten realiseren in de zin van minder doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp, is als het ware al voor 2015 ingeboekt. Het is daarmee wel een verwachting die veronderstelt dat de sociale teams aan de ‘voorkant’ deze cliënten adequaat bedienen. Dit veronderstelt kwalitatief hoogstaande teams waarvan het de vraag is of die nu worden gevormd.

Maar goed, dit zijn zijdelingse opmerkingen. Waar ik me echt zorgen over maak is dat we straks genoegen nemen met het minimale ambitieniveau. Dat we blij zijn dat we het minimale hebben geregeld en dat we het zo wel goed vinden. Dat we weliswaar her en der nog wat gaan sleutelen, maar dat de echte vernieuwing van toegang en zorgaanbod niet van de grond komt. Om het anders te zeggen: wie zorgt dat er weer een opwaartse ambitiespiraal komt?

De TSJ had daar graag een rol in gespeeld. Staatssecretaris Van Rijn (VWS) heeft ervoor gekozen de TSJ een jaar eerder dan gepland op te heffen. Dat is zijn goed recht. Iedere bewindspersoon bepaalt zelf op welke wijze hij de kritische reflectie op eigen beleid organiseert en als de ‘checks and balances’ elders zijn belegd, is het geen probleem om de TSJ stop te zetten. Maar vanuit het perspectief van de noodzakelijke transformatie is het wel jammer. Zoals in een eerder rapport vermeld: we hadden graag het hele jaar 2015 besteed aan het opjagen van de transformatie, de vernieuwing van de jeugdhulp.

Dat is nu aan anderen. Aan wethouders, aan professionals en brancheorganisaties, aan zorgaanbieders aan deskundigen en aan cliëntenorganisaties. En vooral ook aan VWS als verantwoordelijke voor het hele stelsel. Ik hoop van harte dat het debat over zorgvernieuwing straks even heftig is als het debat over inkoop op dit moment. Ik reken op een opwaartse ambitiespiraal waarin de vernieuwing van de zorg centraal staat!

Leonard Geluk

Lees hier meer columns van Leonard Geluk

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Anke Siegers / partner / adviseur sociale en transitie vraagstukken
Heel herkenbaar en mooi verwoord dit stuk. Ik zie bij veel gemeenten deze neerwaardse ambitiespiraal. Heel bijzonder dat we ineens zo trots zijn op 'zorgcontinuiteit', (dus het in stand houden van dezelfde zorg, door dezelfde organisaties, op dezelfde manier) terwijl we juist de ambitie hadden om deze zorg en de route ernaartoe te verbeteren. Er zijn echter wel enkele gemeenten die echt bezig zijn met een kanteling, kiezen voor de nieuwe route en deze ook doorvoeren. Laten we deze gemeenten ook vooral blijven steunen in hun kantel-ambitie en de successen delen. Hopenlijk volgen dan ook de ook andere gemeenten die nu uit angst de veilige bekende weg bewandelen, waarvan we allemaal weten hoe deze eruit zag en ziet. 'Wanneer je steeds hetzelfde doet, moet je geen andere resultaten verwachten' (vrij naar Einstein)
Bert
"Ten derde: hoe staat het met de vormgeving en de kwaliteit van de toegangsteams binnen de gemeenten? Ik noem zeer bewust hierbij ook de kwaliteit van de teams.'

Alles is belangrijk in de jeugdzorg, maar de toegang is de start van de hulpketen. Als hier geen goede beslissing wordt genomen dan gaat de jeugd en hun opvoeders een verkeerde richting in. Dit kost vooruitgang, tijd en geld, omdat later weer opnieuw moet worden begonnen. Gelukkig zijn er gemeenten die de kennis en kunde overnemen van diverse instanties. Zij kijken wie goed kan verwoorden waar de essentie zit in deze triage en de keuzes kan onderbouwen. Met mooie aanbestedingen en rapporten red je het niet, je moet de individuele medewerkers vinden bij wie dit een professioneel vak is geworden. Gemeenten die denken: hoe moeilijk kan het zijn, zullen zich vaak tegenkomen. Het systeem rondom het kind en het kind zelf is een complex gebeuren, waarin iedereen zijn eigen agenda, beleving en doel heeft. Concrete waarheidsvinding heeft veel ervaring nodig.
Annemiek van Woudenberg / Transitiemanager Land van Cuijk
Ik neem de handschoen graag op. De transformatieambitie is er volop bij professionals, die zien ook allerlei manieren om slimmer en beter te werken. Ik heb een heel andere zorg: de verlammende werking van de centraal opgelegde structuren waar we nog lang niet van af zijn. Dat kost heel veel: geld maar ook vrijheid en ambitie. Ik denk dat er vooral winst zit in het veel eenvoudiger maken van de achterkant van de zorg. Dus Leonard Geluk: kunnen we daar svp. eens iets aan gaan doen in 2015.
Advertentie