Armoedebestrijding moet topprioriteit zijn, vinden Nederlanders

Nederlanders vinden het bestrijden van armoede en het beschermen van de koopkracht op dit moment de belangrijkste taak van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Maar er is weinig vertrouwen dat het ministerie die taak goed oppakt.

Kloof

Dat is een van de uitkomsten van een opiniepeiling die I&O Research uitvoerde voor het ministerie van SZW. Waar eerder het tegengaan van misbruik van uitkeringen en toeslagen bovenaan de prioriteitenlijst stond, zijn nu armoede en koopkracht de belangrijkste thema's. Vier op de vijf Nederlanders heeft dan ook de indruk dat de kloof tussen rijk en arm de afgelopen vijf jaar is gegroeid.

Zorgen

Koopkracht is een thema dat mensen in hun dagelijks leven tegenkomen: negen op de tien merkt dat producten en diensten duurder zijn geworden. Drie op de vier Nederlanders hebben hun gedrag al aangepast aan de hogere prijzen, door bijvoorbeeld de verwarming lager te zetten, korter te douchen of minder auto te rijden. Het merendeel van de Nederlanders kan zich financieel nog prima redden: 65 procent geeft aan goed rond te kunnen komen. Toch maakt bijna de helft van de respondenten zich wel eens zorgen over hun financiële situatie. Daarnaast maakt 13 procent zich vaak zorgen, en 5 procent doet dat zelfs elke dag.

Schaduwkant

Opvallend is dat het tegengaan van misbruik van de sociale zekerheid een belangrijk onderwerp blijft voor veel Nederlanders. Het thema is weliswaar niet zo urgent als voorheen, maar staat toch op plaats drie, net onder armoede en koopkracht. Ondanks dat de kinderopvangtoeslagenaffaire een schaduwkant van de fraudebestrijding aan het licht heeft gebracht, vinden Nederlanders het dus nog steeds belangrijk dat de overheid inzet op het tegengaan van misbruik van uitkeringen en toeslagen.

Niet-werkenden

Uit gesprekken met respondenten blijkt dan ook dat men de toeslagenaffaire niet per se koppelt aan fraudebestrijding. De deelnemers aan het onderzoek geven aan dat ze fraudebestrijding vooral zien in het kader van 'niet-werkenden die te makkelijk uitkeringen ontvangen en daar misbruik van (kunnen) maken'. Overigens vinden praktisch opgeleide mensen het tegengaan van uitkeringsfraude vaker belangrijk dan theoretisch geschoolde mensen.

Vertrouwen

Verder blijkt dat Nederlanders er weinig vertrouwen in hebben dat de overheid de genoemde problemen voortvarend weet aan te pakken. Slechts 32 procent heeft (redelijk) veel vertrouwen in de overheid, en voor het ministerie van SZW ligt dat nog lager: 24 procent. Het percentage zakt nog verder als het gaat om de vraag of de overheid de armoede goed kan bestrijden. Vier op de tien Nederlanders heeft er geen vertrouwen in dat het ministerie van SZW dat kan. Minder dan de helft heeft 'een beetje vertrouwen' en slechts een op de tien heeft (redelijk) veel vertrouwen.