'Overheid moet menselijker gezicht krijgen'
Als eerste armoedeminister schippert minister Carola Schouten tussen noodhulp op korte termijn en lange termijn strategieën tegen armoede.
Je zou denken dat armoedeminister Carola Schouten haar handen vol heeft aan de koopkrachtcrisis die steeds meer huishoudens raakt. Maar terwijl ze noodhulp biedt aan mensen die de energierekeningen niet meer kunnen betalen, is ze ook bezig met een fundamentele hervorming van de sociale zekerheid. De overheid moet weer een menselijk gezicht krijgen.
Noodhulp
Carola Schouten is de eerste minister voor armoede in de Nederlandse geschiedenis. En dat is geen eenvoudige baan. Armoede is een acute kwestie die vraagt om onmiddellijke actie – zeker nu veel mensen hun energierekening en boodschappen nauwelijks meer kunnen betalen. Maar het is ook veelkoppig probleem met diepliggende oorzaken, dat vraagt om een langetermijnstrategie. Daarom is Schouten de afgelopen maanden druk bezig geweest met het bieden van noodhulp voor de laagste inkomens, in de vorm van een eenmalige energietoeslag.
Als de armoede niet verder oploopt, dan zijn we al een heel eind
Ambities
Tegelijkertijd heeft ze grote ambities voor de komende jaren: in 2025 moet het aantal kinderen dat opgroeit in armoede gehalveerd zijn. Vijf jaar later moet de gehele armoede- en schuldenproblematiek met 50 procent zijn teruggedrongen. Schouten maakte de afgelopen tijd al een deel van haar plannen bekend om die ambities waar te maken. Zo worden de regels in de bijstand versoepeld en wordt er meer geïnvesteerd in het voorkomen en verhelpen van schuldproblemen. Ook gaat het wettelijk minimumloon omhoog, nog sneller dan al in het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV was aangekondigd. Maar er ligt nog meer aan kabinetsplannen in het verschiet: de belasting voor lage en middeninkomens moet omlaag, zodat werken meer loont. En het hele toeslagenstelsel wordt afgeschaft, ‘zodat mensen verdwalen in de ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen’, aldus het coalitieakkoord.
Ten diepste gaat het over de vraag: hoe kun je als overheid laten zien dat mensen je niet hoeven te wantrouwen?
U zit nu een half jaar op deze post. Valt het u mee of tegen, de armoede in Nederland?
‘Toen ik begon hadden we een aantal jaren gehad waarin de armoede telkens iets afnam. Je ziet nu dat het, door de oplopende inflatie, voor veel mensen echt ingewikkeld is geworden. Ook voor mensen die normaal altijd wel goed konden rondkomen. Toen ik aantrad dacht ik: we gaan in de startblokken en we gaan de armoede nog verder omlaag brengen. Nu denk ik: als het niet verder oploopt, dan zijn we al een heel eind.’
In hoeverre is het armoedeprobleem te wijten aan de overheid zelf?
‘De overheid heeft met de beste bedoelingen heel veel regelingen gemaakt. Maar een van de problemen die ik bij mijn werkbezoeken vaak hoor, is de complexiteit van die regelingen. Dat men niet weet waar ze moeten zijn of waar ze recht op hebben. Maar zelfs als mensen dat wel weten, durven ze het soms niet aan te vragen. Omdat er wantrouwen, bijna een angst voor de overheid, is ontstaan. Dat vind ik een van de meest confronterende zaken die ik ben tegengekomen. Daarom moeten we fundamenteel anders naar mensen kijken. Ik kan aan een heleboel knoppen gaan draaien, en dat doen we ook, maar ten diepste gaat het over de vraag: hoe kun je als overheid laten zien dat mensen je niet hoeven te wantrouwen?
Mensen in de bijstand worden niet meer gestraft als ze mantelzorg verlenen, een bijbaan hebben, hun kinderen na hun 21e in huis houden of af en toe een boodschappentas van de buurvrouw krijgen. Dat klinkt eigenlijk heel vanzelfsprekend, toch?
‘Het is inderdaad zo vanzelfsprekend dat het eigenlijk raar is dat we dit eerder niet hebben toegestaan. Die vanzelfsprekendheid wil ik weer terugbrengen in de wet.’
Al jarenlang leeft meer dan 60 procent van de mensen in de bijstand onder de armoedegrens. Zijn deze aanpassingen dan niet te weinig en te laat?
‘Als het om geld gaat, gaan we ook het wettelijk minimumloon verhogen, met daaraan gekoppeld de uitkeringen.’
Maar die verhoging wordt ingehaald door de inflatie, en bovendien liep het minimumloon al veel langer achter bij de gemiddelde loonstijging.
‘Om de inflatie te dempen hebben we ondertussen ook een aantal incidentele maatregelen genomen. En we blijven nadenken of dit nu genoeg is. We zeggen niet: we hebben een beslissing genomen, klaar. Ook deze zomer liggen de koopkracht en de hogere energieprijzen weer of tafel, en gaan we kijken hoe we daar oplossingen voor kunnen bieden. Tegelijkertijd is het belangrijk dat we breder kijken, dat we mensen in de bijstand niet alleen een vangnet bieden, maar ook perspectief op werk. Uiteindelijk is dat natuurlijk de weg waarop je het snelst uit de armoede komt. Ik geloof dat mensen het beste terechtkomen als ze mee kunnen doen. Dat zal misschien niet altijd via betaald werk zijn, maar ze moeten wel gezien worden als mens met talenten en capaciteiten.’
Lees het hele interview in Binnenlands Bestuur nummer 14.
Het zal nog even duren voordat het echt zover is, maar hij komt. Dat komt doordat veel minder werkenden dan vroeger pensioen opbouwen. De vele flexcontracten en nieuwe sectoren zonder cao’s met pensioenregeling zijn daar de oorzaak van. De distributiesector bijvoorbeeld kent geen algemeen verbindend verklaarde cao met pensioenregeling. Een relatief nieuwe groep armen zijn de arbeidsmigranten uit midden- en oost europa. Dat zijn er exclusief familieleden zo’n 700.000. Deze arbeidsmigranten zijn oververtegenwoordigd in oa de distributiesector. De voertaal is er vaak Pools. Na vijf jaar wit werken in Nederland krijgt deze groep recht op een verblijfstitel voor onbepaalde tijd. Voor een Bulgaar die op zijn 50ste naar Nederland komt en op zijn 55ste weer stopt, betekent dat een levenslange afhankelijkheid van het Nederlandse sociale stelsel. Voor de werkgever is dat vijf jaar feest. Zo hangen wij in Nederland collectief een molensteen van armoede op onze nek, waar een zeer klein groepje daar financieel van profiteert. Als ik lees over de inspanningen van Carola Schouten, dan is dat dweilen met de kraan open.