Mobiliteitsteams wekken hoge verwachtingen
Gemeenten zijn gewend om bijstandsgerechtigden naar werk te begeleiden. Sinds de coronacrisis heeft een veel grotere groep behoefte aan een duwtje richting arbeidsmarkt. Zoals zelfstandigen of mensen van wie hun baan op korte termijn wordt bedreigd. ‘We kunnen een veel breder palet aan diensten aanbieden.’

Werk-naar-werk begeleiding
Willen we een tweedeling in de samenleving voorkomen, dan moeten we inzetten op het omscholen van de mensen van wie het werk verloren is gegaan in de coronacrisis. Dat zei hoogleraar Godfried Engbersen in augustus tegen Binnenlands Bestuur. Niet lang daarna werd de inkomensondersteuning voor zelfstandigen, de Tozo, verlengd tot 1 juli 2021, met de boodschap dat gemeenten vanaf 1 januari ook aandacht moeten besteden aan een brede heroriëntatie op de arbeidsmarkt voor de groep zelfstandigen in de Tozo.
Nog iets later, op Prinsjesdag, kondigde het kabinet een investering van 1,4 miljard in omscholing en werk-naar-werk begeleiding aan. Daardoor wordt de doelgroep en het instrumentarium waarmee de gemeente werkt veel breder. Wethouders Peter Heijkoop (Dordrecht, werk en inkomen, CDA) en Rutger Groot Wassink (Amsterdam, sociale zaken, GroenLinks) h ebben daar grote verwachtingen van. Ook hopen ze dat een volgend kabinet leert van deze crisis en serieus aan de slag gaat met een hervorming van de arbeidsmarkt.
Doorgeslagen
Toen de Tozo op 17 maart werd aangekondigd, zou de regeling oorspronkelijk tot en met mei gelden. Naar schattingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deden 374.000 zzp’ers een beroep op de regeling. Dat is ruim een derde van het totale aantal zzp’ers in Nederland. Voor de tweede tranche, ook wel Tozo 2 genoemd, werden 119.000 aanvragen gedaan. De daling is deels te verklaren doordat er een partnerinkomenstoets werd ingevoerd bij Tozo 2. Iets meer dan de helft van de Tozo 2-zelfstandigen deed vervolgens een aanvraag voor Tozo 3, die gold vanaf 1 oktober (zo’n 65.000 in totaal).
Het aantal Tozo-uitkeringen ligt in sommige regio’s veel hoger dan in andere, zo bleek uit cijfers van het CBS. Almere en Amsterdam spannen de kroon: daar ontving respectievelijk 63 en 52 procent van de huishoudens met het voornaamste inkomen uit een onderneming een Tozo-uitkering. Sterker nog, op 31 maart had 6 procent van alle huishoudens in Amsterdam een T ozo-uitkering. ‘Als je de doorgeslagen flexibilisering in de praktijk wil zien, moet je hier zijn’, aldus wethouder Rutger Groot Wassink. ‘Amsterdam heeft economische structuur die heel erg gericht was op de bezoekerseconomie. Daarom staan er hier meer banen op het spel.’
Groot Wassink is over het algemeen blij met de uitvoering en het effect van de Tozo. ‘Vijf weken na de eerste persconferentie hadden we 40.000 aanvragen verwerkt. Ik vond het mooi dat we zo snel zo effectief konden zijn. Het is ook positief dat we maatregelen hebben tot en met juli volgend jaar. Ik mag heel graag zeuren over dit kabinet, maar het steunpakket vind ik gewoon goed.’
Zelfstandigen
Wel maakt hij zich zorgen om de groep zelfstandigen in zijn stad die buiten de regeling zijn gevallen vanwege de partnerinkomenstoets. In Amsterdam viel het aantal uitkeringen in de overgang van Tozo 1 naar Tozo 2 van ongeveer 40.000 terug naar 22.000. ‘De meeste jonge stellen hebben natuurlijk een dubbel inkomen. Als de vaste lasten doorlopen terwijl er een inkomen wegvalt, heb je wel een probleem. We zien nu ook een stijging in aanvragen voor de woonkostentoeslag.’
Ook Irene van Hest, manager bij FNV Zelfstandigen, is positief over de uitvoering van de Tozo. ‘Ik ben tevreden met het proces. Alleen in de beginfase van Tozo 1 kregen we signalen dat gemeenten nog wel eens te veel gegevens opvroegen of te laat reageerden. Inmiddels hebben we geen bezwaarzaken meer lopen.’ ‘De uitvoering is destijds verrassend snel en goed opgepakt’, beaamt wethouder Peter Heijkoop, die ook voorzitter is van de VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie.
‘Er zat veel energie en power. Het algehele sentiment in de samenleving was: we gaan dit samen doen.’ Heijkoop praat echter bewust in de verleden tijd, want het proces blijkt minder gestroomlijnd dan gehoopt. ‘De afgelopen maanden kwamen er veel aanvullende rechtmatigheidseisen vanuit het ministerie. We zijn nu veel tijd kwijt aan bureaucratie in de verantwoording naar SZW. Dat speelt gemeentebreed. Er gaat veel tijd in die papierwinkel zitten, en we moeten het wel doen, anders krijgen we de middelen vanuit het rijk niet. Dat vinden we jammer.’
Postzegel
Zoals gezegd wil het kabinet dat gemeenten vanaf 1 januari 2021 zelfstandigen in het kader van de Tozo ook gaan helpen bij een mogelijke heroriëntatie op de arbeidsmarkt. Sommige zelfstandigen kunnen voorlopig niet, of misschien wel nooit meer, terug naar hun oorspronkelijke werk. Wethouder Groot Wassink verwacht bijvoorbeeld niet dat de Amsterdam bezoekerseconomie snel weer de oude zal zijn. ‘Zelfs als we een vaccin hebben, verwacht ik niet dat dat zich binnen een jaar herstelt. Heel veel bedrijvigheid krijgt enorme klappen. De kans dat culturele sector en taximarkt zich nog herstellen tot hetzelfde niveau, schat ik buitengewoon klein in.’
Daarom kunnen zelfstandigen in beroepen met weinig perspectief beter hun heil zoeken in een andere sector. Als taxichauffeur kun je misschien in de distributiesector terecht, bijvoorbeeld. ‘Ik begrijp dat taxichauffeurs trots zijn op hun beroep, maar op dit moment is het allerbelangrijkste dat ze aan het werk blijven. En of je dan mensen of dozen rondrijdt, who cares?’, aldus Groot Wassink. In de distributie zijn namelijk personeelstekorten, net als in de zorg en het onderwijs. Het UWV heeft al een lijst gepubliceerd met ‘overstapberoepen’ voor mensen in weinig kansrijke sectoren. Zo kunnen technici in de cultuursector misschien wel zonnepanelen installeren en kunnen evenementbeveiligers wellicht boa worden.
Hulpvraag
Uit een enquête van onder andere branchevereniging ZZP Nederland en FNV Zelfstandigen blijkt dat niet iedere zelfstandige daarom staat te springen. Iets meer dan de helft ziet nog steeds kansen voor de huidige onderneming. De rest wil de onderneming anders inrichten (27 procent), zich oriënteren op andere activiteiten als ondernemer (12 procent) of op zoek gaan naar werk in loondienst (6 procent). Toch schat het kabinet dat zo’n honderd duizend zelfstandigen een hulpvraag zullen hebben met betrekking tot heroriëntatie op de arbeidsmarkt.
Of de begeleiding, coaching en omscholing van zelfstandigen via de Tozo gaat lopen, lijkt onwaarschijnlijk. Gemeenten zijn vanuit de Tozo niet wettelijk verplicht om iets met heroriëntatie te doen. Bovendien is er binnen de Tozo nauwelijks geld beschikbaar voor die taak. Er is slechts 6,5 miljoen euro voor ‘maatwerk’ voor zelfstandigen, voor alle gemeenten bij elkaar. ‘Daarmee kun je de zelfstandigen allemaal een brief met een postzegel sturen, dat is het wel zo’n beetje’, zegt Peter Heijkoop. ‘Voor veel gemeenten zal dat helpen, maar voor Amsterdam is het een schijntje’, aldus Groot Wassink.
Volgens Irene van Hest (FNV Zelfstandigen) zijn gemeenten en het ministerie dan ook nog zoekende naar hoe de regeling ingericht moet worden. ‘Hoe moeten ze de doelgroep definiëren? Dat is nog een vraag. Wat is de behoefte van die doelgroep? Dat is ook nog een vraag. Het staat nog best wel in de kinderschoenen.’
Ontschot budget
Wel zijn er andere mogelijkheden voor gemeenten om met werk-naar-werk begeleiding aan de slag te gaan. ‘Het gehele pakket dat we met SZW hebben afgesproken, biedt volop mogelijkheden om potjes aan elkaar te verbinden’, zegt Peter Heijkoop. Een van die potjes bevat 195 miljoen euro voor het opzetten van nieuwe regionale mobiliteitsteams. Medio 2021 moet er een landelijk dekkend netwerk zijn van die teams, waarin gemeenten samenwerken met het UWV, vakbonden en werkgevers om werkgelegenheid te behouden. Amsterdam begon als een van de eerste arbeidsmarktregio’s afgelopen zomer al. Groot Wassink: ‘We willen heel nadrukkelijk de nieuwe crisisstructuur gaan benutten.’
Enthousiast
Groot Wassink is enthousiast over het werken met een ‘ontschot budget’, want dat betekent dat de gemeente mensen kan helpen ongeacht uitkering of contractvorm. Gemeenten, die traditioneel gezien alleen mensen met een bijstandsuitkering begeleiden naar werk, gaan zich nu ook inzetten voor mensen met een WW-uitkering, zelfstandigen, en mensen die nog wel werk hebben maar toch over willen stappen. Heijkoop: ‘Wij waren altijd heel erg van uitkering-naar-werk. Maar in samenwerking met sociale partners kun je een veel rijker palet aan diensten aanbieden. Wij hebben daar hoge verwachtingen van.’
Heijkoop en Groot Wassink geven wel toe dat de nieuwe manier van werken ook risico’s met zich meebrengt. De groep mensen die al langer in de bijstand zit, blijft mogelijk achter. Groot Wassink: ‘Omdat dit een acute crisis is waar vraag zich wel kan herstellen, is het belangrijk dat iedereen zo veel mogelijk aan het werk blijft. Dus iedereen die binnen een jaar aan het werk kan, moeten we als een gek aan het werk helpen. Zit je een jaar op de bank, dan is het veel moeilijker om weer aan de slag te komen. Het zou kunnen dat mensen die niet binnen een jaar aan het werk kunnen, daardoor minder aandacht krijgen.’ De nieuwe manier van werken is een stapje in de richting van de droom van Groot Wassink: ‘Mijn vurige wens is een sociale zekerheidstelsel waar je ongeacht contractvorm recht hebt op bepaalde zaken.’
De crisis geeft hem, ondanks alles, ook hoop dat die droom iets dichterbij gaat komen. ‘Ik vind het wrang, maar ook hoopvol, dat deze crisis de weeffouten in de sociale zekerheid echt pregnant aan de oppervlakte heeft gebracht.’ Die urgentie zou een volgend kabinet de impuls kunnen geven om de arbeidsmarkt te hervormen.
Urgentie
Heijkoop verwacht ook veel van het volgende kabinet. ‘De huidige arbeidsmarkt functioneert gewoon niet goed. Het nieuwe kabinet gaat daar werk van maken, en gemeenten zullen daar een sleutelrol in gaan spelen.’ Hij noemt een stapeltje rapporten op dat de problemen van de arbeidsmarkt al voor corona aantoonde: de commissie- Borstlap, Het betere werk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de evaluatie van de Participatiewet door het Sociaal en Cultuur Planbureau. ‘Al het bewijsmateriaal lag er al, met die rapporten. Maar voor de crisis zag je in de kamer een debat met veel polarisatie. Nu wordt de urgentie breder gevoeld.’
Groot Wassink: ‘Het blijkt dat het stelsel helemaal niet bestand is tegen een economische tegenslag. Dat zie je in deze crisis: we hebben vraaguitval en binnen de kortste keren hebben we 40.000 man voor de deur staan. Ik denk dat eigenlijk iedereen zich, ook in de Kamer, realiseert: het arbeidsmarktbeleid werkt onvoldoende en is dringend aan een hele grondige renovatie toe.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.