Advertentie
sociaal / Column

Met problematische schulden is het lastig wonen

Op 28 september behandelt de Tweede Kamer in een hoorzitting de Woonvisie die het Kabinet voor de zomer openbaar maakte. De Woonvisie bevat een reeks aan voorstellen om onder meer de huur- en koopmarkt weer in beweging te krijgen.

27 september 2011

Op 28 september behandelt de Tweede Kamer in een hoorzitting de Woonvisie die het Kabinet voor de zomer openbaar maakte. De Woonvisie bevat een reeks aan voorstellen om onder meer de huur- en koopmarkt weer in beweging te krijgen.

De rode draad in de voorstellen is dat het Kabinet kiest voor meer keuzevrijheid, meer zeggenschap en meer verantwoordelijkheid bij burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Ze gaat echter voorbij aan het gegeven dat de toenemende schuldenproblematiek voor een steeds grotere groep Nederlanders een belemmering vormt om duurzaam te kunnen wonen. In het huidig tijdsgewricht waarin een op de tien huishoudens zich in een problematische schuldsituatie bevindt, mag het in een Woonvisie niet ontbreken aan een antwoord op de relatie tussen wonen en schuldenproblematiek.

 

In de afgelopen tien jaar is de schuldenproblematiek verdrievoudigd. Vorig jaar deden zeker 100.000 huishoudens een beroep op schuldhulpverlening. En die groep is nog maar het topje van de ijsberg. Woningcorporaties hebben te maken met een groeiende groep wanbetalers en hypotheekverstrekkers zien in korte tijd een flinke toename van het aantal hypotheekhouders met achterstanden. Op beide fronten leidt dit tot problemen. Woningcorporaties werken steeds meer samen met gemeenten om huisuitzettingen te voorkomen, maar kunnen dat lang niet altijd vermijden. Gemeenten gaan de komende periode flink bezuinigen op de uitvoering van schuldhulpverlening. Het is nog onduidelijk of dat ook ongewenste effecten zal hebben op de samenwerkingsrelaties tussen gemeenten en woningcorporaties.

 

Hypotheekverstrekkers staan voor de vraag wat ze doen met wanbetalers. Schuldhulpverlening is voor deze groep doorgaans geen oplossing zolang het huis niet is verkocht. Verkoop is vaak een eerste vereiste voor toegang tot de schuldhulpverlening, maar leidt op haar beurt tot nieuwe problemen. Door de dalende huizenprijzen en de ruim gebruikte mogelijkheden om overwaarde contant te maken of een tophypotheek af te sluiten, leidt verkoop doorgaans tot een grote restschuld. Aangezien de Nationale Hypotheek Garantie maar een deel van de hypotheken afdekt, dreigt voor steeds meer particulieren het wonen uit te draaien op een enorme restschuld. Zeker omdat het huidige veilingsysteem niet optimaal werkt en huizen ver onder de marktprijs geveild worden. Zolang mogelijk blijven zitten is dan de enige oplossing.

 

De toename van de schuldenproblematiek leidt dus zowel op de huur- als koopmarkt tot problemen. De (dreigende) huisuitzettingen en het gebrek aan doorstroming omdat mensen ‘financieel vast’ zitten in hun koophuis leiden er enerzijds toe dat het herstel van sociaal zwakkere c.q. krachtwijken onder druk staan alsmede dat de woonomgeving in sommige koopwijken onder druk komt. De lange verkooptijd en slechte financiële positie van de eigenaren kan leiden tot een tekort aan onderhoud en verzorging van de woningen. Als er meerder woningen in een straat of wijk langdurig te koop staan kan dit effect leiden tot een beeld van verloedering, hetgeen de waarde van de woningen nog verder onder druk zet.

 

Het is onwenselijk dat de restschulden die door bovengenoemde situaties en ontwikkelingen ontstaan zondermeer worden afgewenteld op de samenleving alsmede dat de woningmarkt op zowel de huur- als koopmarkt door de toename van de schuldenproblematiek niet voldoende in beweging komt. Voor de meeste huishoudens in een problematische schuldsituatie geldt dat zij deze niet zonder hulp van bijvoorbeeld een schuldhulpverlenende instantie kunnen oplossen. Ook geldt bijna zonder uitzondering dat deze groep een reëel risico loopt de huur- of koopwoning te verliezen. In een periode waarin een op de tien huishoudens zich in een dergelijke situatie bevindt, mag het in een Woonvisie niet ontbreken aan voorstellen om het risico op woonverlies als gevolg van schulden te beperken. Ook mag het niet ontbreken aan voorstellen die er toe leiden dat een eventueel onvermijdelijke restschuld zo laag mogelijk is.

 

Samen met Rogier van Heijnsbergen (NVM-makelaar) wil ik de Tweede Kamer en het Kabinet vanaf deze plek in overweging geven om in het kader van de woonvisie ook te voorzien in de volgende vier maatregelen:

1.      Realiseer een systeem van vroegsignalering. Snelle herkenning van het ontstaan van schulden op in iedere geval het terrein van het wonen als onderdeel van (problematische) schuldensituaties. Denk in dit kader aan een systeem zoals het voorgenomen Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS) of een systeem dat een aantal cruciale trekken met dit systeem deelt. Een tweede spoor ten behoeve van vroegsignalering is het trainen en opleiden van werkvelden zoals de makelaardij, maatschappelijk werk, thuiszorg et cetera in het vroegtijdig herkennen van financiële problemen en verzorgen van een adequate doorverwijzing.

2.      Het uitwerken van een alternatieve aanbod voor huizenbezitters met schulden, waarbij het accent ligt op het behoud van de woning en/of het realiseren van een maximaal mogelijk opbrengst bij verkoop van de woning. Dit om de huidige praktijk te keren dat te veel huizen voor te lage bedrage van de hand gaan en de schuldenaren in kwestie met te hoge restschulden achterblijven.

3.      Het maken van een beleid voor de voorzieningenrechter  voor het goedkeuren van een koopovereenkomst in het voortraject van een veiling.

4.      Het bevorderen van overleg tussen marktpartijen en hypotheekhouders op welke wijze een restschuld zodanig kan worden ingevuld dat deze beter gedragen en betaald kan worden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie