Decentralisatie raakt mensen met beperking
Het rapport, waarin de dagelijkse realiteit van mensen met een beperking voorop staat, stelt dat de decentralisatie slecht heeft uitgepakt. Vanwege de omvangrijke bezuinigingen en een gebrek aan voldoende sturing, monitoring en deskundigheid, is het beleid onsamenhangend geworden. Er is zelfs sprake van een achteruitgang in rechtspositie.
Het VN-verdrag Handicap werd in 2016 door de Nederlandse overheid geratificeerd. Maar in de praktijk blijkt dat vooral symboolpolitiek: de positie van mensen met een beperking is sindsdien verslechterd. Dat is onder andere te wijten aan de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten, stelt een alliantie van belangenverenigingen voor mensen met een beperking.
Meer armoede
De Alliantie VN-verdrag Handicap vertegenwoordigt de stem van mensen met een beperking in de implementatie van het VN-verdrag in Nederland. Deze groep bracht dinsdag, op de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking, een schaduwrapport uit (waarvan, in het kader van inclusiviteit, ook een eenvoudige versie werd gemaakt). Daarin staat onder andere dat er steeds meer mensen met een beperking in armoede leven. Waar in 2009 nog een op de vijf mensen met een beperking in armoede leefde, is dat in 2016 gestegen tot bijna een op de vier. Het percentage is drie keer zo hoog als het gemiddelde onder alle Nederlanders.
Decentralisatie slecht uitgepakt
Het rapport, waarin de dagelijkse realiteit van mensen met een beperking voorop staat, stelt dat de decentralisatie slecht heeft uitgepakt. Vanwege de omvangrijke bezuinigingen en een gebrek aan voldoende sturing, monitoring en deskundigheid, is het beleid onsamenhangend geworden. Er is zelfs sprake van een achteruitgang in rechtspositie. Wettelijke rechten zijn namelijk veranderd in voorzieningen, aldus het rapport. Ook de inclusieagenda die gemeenten sinds 2016 moeten opstellen laat nog op zich wachten. Minder dan een kwart van de gemeenten heeft inmiddels een inclusieagenda. Daarnaast moeten mensen met een beperking volgens de wet vertegenwoordigd worden in een cliënten- of Wmo-raad, maar dat is vaak niet het geval.
Inclusief onderwijs
Verder signaleert de alliantie dat het schoolsysteem niet is ingericht op inclusief onderwijs. In plaats daarvan gaan steeds meer jonge kinderen naar het speciaal onderwijs, waar inmiddels wachtlijsten zijn ontstaan. Daarnaast is gedwongen plaatsing in instellingen volgens de Alliantie in strijd met het VN-verdrag, terwijl dat volgens de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) wèl mogelijk is. Ten slotte bepaalt de Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte (Wgbh/cz) 'niet meer dan een vage inspanningsplicht', waardoor de wet moeilijk vertaalbaar is in concrete situaties.
VN-comité
Het rapport wordt in 2020 aan het VN-comité aangeboden dat de implementatie van het VN-verdrag beoordeelt. Ook het College voor de Rechten van de Mens rapporteert aan het VN-comité en stelde vorig jaar al dat niet alle gemeenten een plan klaar hadden om de rechten van mensen met een beperking te waarborgen.
Volgens mij heeft de positie van gehandicapten helemaal niks met de decentralisatie te maken, maar met onkunde en onbegrip en gebrek aan inlevingsvermogen van beleidsmakers in de levensomstandigheden van bijna 3 miljoen medemensen.