Vage afspraken maken jeugdzorg bureaucratisch en duur
Gemeenten en jeugdzorgaanbieders weten vaak niet wat ze aan elkaar hebben. Onvoldoende uitgewerkte afspraken leiden dan tot uiteenlopende verwachtingen, soms tot verschillen van inzicht over (geleverde) zorg en vrijwel altijd tot meer bureaucratie.
Gemeenten en jeugdzorgaanbieders weten vaak niet wat ze aan elkaar hebben. Onvoldoende uitgewerkte afspraken leiden dan tot uiteenlopende verwachtingen, soms tot verschillen van inzicht over (geleverde) zorg en vrijwel altijd tot meer bureaucratie.
Geen visie
Dat zegt Noortje Molenaar van Q-Consult Zorg, dat in opdracht van Jeugdzorg Nederland onderzoek deed naar zorginkoop en sturing door gemeenten, en naar motieven om te kiezen voor een bepaalde sturingswijze. Op het laatste deel van de vraag kwam geen helder antwoord, simpelweg omdat de visie daarop bij veel gemeenten nog niet is uitgekristalliseerd. Molenaar daarover: ‘Er is vaak geen directe relatie tussen de visie van een gemeente op de inkoop van jeugdzorg en de gekozen uitvoeringsvorm. Voor zorgaanbieders is niet altijd scherp hoe de gemeente aankijkt tegen inkoop, bedoeling en inzet van jeugdhulp’. Q-Consult Zorg kwam tot die bevindingen na gesprekken met tien aanbieders, variërend in grootte, gespreid door het land en zowel landelijk als regionaal opererend. Daarnaast zijn vijf gemeenten geïnterviewd.
Administratieve lasten
Sinds de decentralisatie van de jeugdhulp naar gemeenten zijn de administratieve lasten voor zorgaanbieders fors toegenomen. Een deel van het geld dat bedoeld is voor zorg gaat naar administratieve lasten. Dit wordt mede veroorzaakt door (nog) gebrekkige inregeling van administratieve processen (berichtenverkeer) tussen gemeenten en aanbieders. Volgens Molenaar wordt door contractpartijen veel tijd en energie gestoken in voorbereidende gesprekken. ‘Desondanks wordt de impact van afspraken pas duidelijk op het moment dat de levering van zorg van start gaat’. Stapsgewijs en ‘tot achter de komma alle afspraken doorakkeren’ neemt volgens haar al veel onduidelijkheid weg.
Veel bureaucratie komt voort uit buitende afspraken vallende verantwoordingseisen en ‘aanvullende registratielast’. Hoe paradoxaal het ook klinkt: juist door processen verregaand te standaardiseren (sturen, inkoop, toegang, zorgtoewijzing, declareren en factureren, betaling) kan de administratielast omlaag, zonder dat gemeenten water bij de wijn doen wat betreft hun visie op zorg.
Uitvoeringsvarianten
Om partijen te helpen, is een landelijk programma ontwikkeld, (i-Sociaal Domein), waarbij gemeenten de keuze hebben uit drie uitvoeringsvarianten, met bijbehorende standaardartikelen voor contracten. Bij inspanningsgerichte uitvoering (de tot nu toe meest gebruikte variant) maken gemeente en aanbieder afspraken over de levering van een specifiek product of dienst, in een afgesproken tijdseenheid, tegen een afgesproken prijs; een p x q-afspraak, ‘uurtje-factuurtje’. Bij de outputgerichte uitvoeringsvariant zijn er uitsluitend afspraken over het te behalen resultaat. De manier waarop dit resultaat wordt behaald, wordt niet vastgelegd.
Verantwoording
Taakgerichte uitvoering wil zeggen dat de gemeente de uitvoering van zorg voor een populatie of doelgroep neerlegt bij de aanbieder, die de vrijheid heeft om deze taak naar eigen inzicht uit te voeren. Bij deze variant past geen verantwoording op individueel (gezins-of cliënt-) niveau. Bij zowel de inspannings- als outputgerichte uitvoeringsvariant hoeft er in declaraties of facturen geen aanvullende verantwoording door de zorgaanbieder plaats te vinden. De praktijk is echter dat sommige gemeenten dit wel verlangen, zegt Molenaar. Bij verschillen van interpretatie ligt de focus weer op financiën en controle, in plaats van op inhoud en vertrouwen. Voor toekomstgericht contracteren moeten partijen investeren in de wederzijdse relatie, adviseert ze. ‘Het gaat om het opbouwen van vertrouwen in deze nieuwe markt’. Jeugdzorg Nederland en Q-Consult Zorg hebben een ‘checklist’ ontwikkeld voor het verkoopproces, waar ook van gemeentelijke zijde veel belangstelling voor is.
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nummer 9, 12 mei 2017
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.