Advertentie
sociaal / Achtergrond

Meedoen is het beste medicijn

Gemeenten in Zuid-Limburg kampen met vergrijzing en een ongezonde bevolking. De Wmo-bijdrage van het Rijk is lang niet toereikend. Een succesvolle pilot bespaart kosten en stimuleert zelfredzaamheid van bewoners. ‘Ouderen kunnen meer dan ze denken.

16 december 2011
rolstoel.jpg

‘We moeten niet zo veel mogelijk zorg maar juist zo weinig mogelijk zorg verlenen. En kiezen voor slimme oplossingen die met welzijn en zelfredzaamheid te maken hebben.’ Minder zorg verkopen? Het klinkt wat merkwaardig uit de mond van de bestuurder van een grote zorginstelling in tijden waarin meer marktwerking in de zorg de mantra is.

Toch staat het voor Roger Ruijters, lid van de raad van bestuur van MeanderGroep, met hoofdkantoor in Landgraaf, buiten kijf dat de ouderenzorg in de regio Parkstad onbetaalbaar wordt als zorgverleners, gemeenten en andere instanties ieder voor zich ‘bouwstenen blijven stapelen waar geen cement tussen zit’. Parkstad is de bestuurlijke optelsom van zeven gemeenten in de voormalige mijnstreek in Zuid-Limburg. Hier gaan vergrijzing en bevolkingskrimp sneller dan waar ook, en is de gezondheid van de mensen, aldus een recent RIVM-rapport, slechter dan in andere krimpregio’s. MeanderGroep heeft verzorgings- en verpleeghuizen in Parkstad en levert thuiszorg.

Als ‘maatschappelijk ondernemer’ verrichtte Ruijters belangrijk voorwerk voor het dit najaar gestarte zorg- en preventieproject ‘Voor Elkaar in Parkstad’. In deze pilot, ondersteund met landelijke subsidie en begeleid door de Universiteit Maastricht, werken gemeenten, GGD Zuid Limburg, woningcorporaties, welzijnswerk, politie, huisartsen en zorgaanbieders samen in het creëren van sociale wijkteams- en buurtnetwerken.

Parkstad-projectleider Bert Hesdahl, in dienst van de GGD Zuid Limburg, spreekt over een nieuwe visie op ouderenzorg en burgerparticipatie. ‘We streven naar levensloopbestendige buurten met een dekkende zorg- en dienstverlening aan ouderen. Willen we dat deze mensen zo lang mogelijk zelfstandig zijn, dan moeten we dat faciliteren.’

Wethouder Harry Leunessen (PvdA, ouderenbeleid, Wmo) in Landgraaf: ‘De Wmo wordt een vangnet voor de mensen die het echt nodig hebben. Je krijgt niet meer automatisch de spullen waar je om vraagt. Ouderen kunnen vaak meer dan ze zelf denken. Door preventie en het vroeg signaleren van klachten willen we bereiken dat mensen optimaal hun eigen mogelijkheden benutten.’

Kanteling
Dat laatste is ook de gedachte achter het invullen van de compensatieplicht in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), ook wel de ‘kanteling’ genoemd. Via gesprekken in de wijkteams, aan het Wmo-loket of tijdens bezoek thuis, moet worden vastgesteld wat ouderen zelf willen en kunnen doen om niet te verpieteren. Individuele, vaak kostbare voorzieningen worden pas verstrekt als er geen andere oplossingen zijn.

‘Ons zorgsysteem’, zegt Ruijters, ‘heeft perverse prikkels omdat het beloont volgens het motto: de cliënt vraagt, wij draaien. Maximaal verzilveren van zorgindicaties is goed voor de omzet van de zorgverlener, maar is in deze vergrijzende regio een heilloze weg. Bovendien houdt het de bureaucratische schotten in de financiering van de zorg in stand. Met de Wmo, de Zorgverzekeringswet, de Awbz voor bijzondere ziektekosten en nog wat regelingen hebben we het systeem zo complex gemaakt, dat we onze hulpbehoevende ouders niet meer uitgelegd krijgen waar ze moeten zijn.’

In Kerkrade is inmiddels bijna 40 procent van de 47 duizend inwoners 55-plus. Loco-burgemeester en wethouder Leo Jongen (PvdA, volksgezondheid, wijken, Wmo) weet als geen ander dat door een andere inrichting van het Wmo-loket de vraag naar dure verstrekkingen afneemt of vertraagt. ‘Toen niemand nog van kanteling had gehoord, is het hier al in praktijk gebracht. Wij zijn hier niet zo van de dikke beleidsnotities, maar van meteen doen, vraaggestuurd werken. De Wmo is in Kerkrade een leuke manier gebleken om de gemeentepolitiek dichter bij de burger te brengen. Met de burger die een hulpvraag heeft, gaan we in gesprek over de mogelijkheden die hij zelf ziet. We kijken naar de vraag áchter de vraag.’

Scootmobiel
Jongen geeft het voorbeeld van een oudere inwoonster die vroeg om een scootmobiel. ‘Omdat de buurvrouw er ook een heeft’, zei ze. Bij doorvragen bleek dat ze de straat op wilde om uit haar isolement te komen. Deze vrouw gaf vroeger les op een basisschool, nu is ze daar voorleesmoeder. Zónder scootmobiel. Elke euro die je niet voor een materiële voorziening uit het Wmo-budget hoeft te reserveren, kun je op een andere manier aan de samenleving besteden, zoals de exploitatie van gemeenschapshuizen. Die zijn cruciaal voor ouderen.’

In het Kerkraadse Wmo-model, in 2011 begroot op 11 miljoen euro, draait het volgens Jongen allemaal om een ‘integrale wijkgerichte aanpak’. Die heeft korte metten gemaakt met de ‘verkokering’ tussen de partijen die met ouderenzorg en welzijn belast zijn. Jongen: ‘In de sociale wijkteams in vier Kerkraadse wijken zitten de Wmo-consulent, de ouderenadviseur die 65-plussers thuis bezoekt, de maatschappelijk werker, het welzijnswerk, de coördinator vrijwilligerswerk, de wijkmanager van de gemeente en iemand van onze dienst sociale zaken.’

De wijkteams spreken regelmatig met zorgaanbieders als Meander- Groep en Cicero, woningstichtingen en de wijkagent. ‘De persoon in het wijkteam die het eerste contact met de burger heeft, zorgt dat het probleem of de vraag van de burger bij de juiste instantie terechtkomt. Niemand wordt hier van het kastje naar de muur gestuurd.’

MeanderGroep heeft sinds kort de deuren van zijn verzorgingshuizen geopend voor het ouderenwelzijnswerk in Kerkrade. ‘Dat bespaart ons nu al 1 fte per jaar’, zegt Jongen. ‘Met cursussen als ‘Valpreventie’ en ‘Bewegen voor ouderen’ dragen we bij aan lagere ziektelasten en meer vitaliteit voor ouderen. En achter ons Wmo-loket zitten hbo-geschoolde mensen, met een achtergrond in de fysiotherapie of het maatschappelijk werk. De juiste vraag stellen is een kunst apart. Gemeentelijke brieven over de Wmo worden door de Wmo-raad eerst beoordeeld op begrijpelijk Nederlands. De klanttevredenheid onder onze burgers ligt nu op 93 procent. Op 3 duizend beschikkingen zijn vorig jaar maar enkele bezwaren binnengekomen.’

Vernieuwende aanpak
Kerkrade draagt de vernieuwende Wmo-aanpak uit naar andere gemeenten. Parkstad-buren als Brunssum, Landgraaf en Heerlen hebben elementen van de werkwijze van Kerkrade overgenomen of gaan dat doen. In de Heerlense ‘krachtwijken’ Meezenbroek, Schaesbergerveld en Palemig zijn wijkverpleegkundigen in het sociale buurtnetwerk belast met het opsporen van ouderen die kwetsbaar zijn voor eenzaamheid en verwaarlozing. Het Zorgkantoor en de gemeente bereikten onlangs een akkoord over de financiering van extra wijkverpleegkundige inzet in andere buurtteams en bij keukentafelgesprekken met ouderen.

‘Van langs elkaar schurende contraindicaties voor ouderen moeten we echt eens afscheid nemen’, bepleit wethouder Peter van Zutphen (SP, welzijn, zorg, armoedebestrijding). Hij is tevens voorzitter van de stuurgroep van Wmo-wethouders in Parkstad. ‘Nu betaalt het Zorgkantoor de steunkousen en de douchebeurten van ouderen en de gemeente de huishoudelijke hulp. In 2013 krijgen we er nog de langdurige zorg uit de Awbz als gemeentelijke taak bij. Laten we budgetten ontschotten. Gooi alle zorgpotjes op wijkniveau op één hoop. Laat de wijkverpleegkundige maar bepalen of iemand een Wmovoorziening nodig heeft. De gemeente hoeft er dan alleen nog maar een stempel op te zetten.’

Tegelijk mag de kanteling van de Wmo, stelt Van Zutphen, ‘geen alibi’ zijn om te bezuinigen op een voorziening als hulp in het huishouden. ‘Een weduwe van 80 schaamt zich om aan het Wmo-loket te melden dat ze haar huis niet meer gepoetst krijgt. Maar via het wijkteam komt ze wél in beeld.’

Vanaf juli 2012, bij de nieuwe aanbestedingsregel voor de thuiszorg, heeft Heerlen voorkeur voor een ‘subsidierelatie’ met de zorgaanbieder. Van Zutphen: ‘In een bestek leg je dan vast waaruit de ondersteuning bestaat. Flexibel afgestemd op de client, dus geen werkwijze van uurtjefactuurtje. Met 13 miljoen euro, hetzelfde Wmo-budget als in 2011, moet de kwaliteit van leven van ouderen omhoog kunnen. Alleen al door ouderen in een buurt geregeld bijeen te brengen voor een gezamenlijke maaltijd, zet je een flinke stap in de aanpak van eenzaamheid.’

Innige samenwerking
Brunssum schrijft samen met buurgemeenten Onderbanken en Landgraaf één Wmo-plan voor de periode 2012 tot 2015. Een mogelijk volgende stap is een gezamenlijke Wmo-verordening. Die innige samenwerking en bereidheid om samen de Wmo-kosten beheersbaar te houden is niet zo vreemd, vertelt de Brunssumse wethouder Thomas Gelissen (CDA, zorg, Wmo). De problematiek in de drie gemeenten rond vergrijzing, de slechte gezondheid en het hoge aantal bijstandsuitkeringen is nagenoeg identiek.

‘De Wmo’, zegt Gelissen, ‘gaat niet primair over verzorging, maar over meedoen. Vergeet niet dat veel mensen nog veel zelf kunnen. Als je het daar met elkaar over eens bent, kun je ook samen een beleidsplan maken. Dan druk je uitvoeringskosten.’ Brunssum begint binnenkort met de inzet van maatwerkers, ofwel Wmoconsulenten nieuwe stijl, die van ouderen horen willen wat ze nodig hebben. Gelissen: ‘Dan kan het gaan om boodschappen, vervoer, poetsen of huishoudelijke klussen. Ik sluit niet uit dat we later met de twee buurgemeenten één pool van maatwerkers inrichten, waar ook MeanderGroep specifieke zorgexpertise in onder wil brengen.’

Brunssums grootste probleem is dat het niet kan rondkomen van de 3,4 miljoen euro die het voor de financiering van de hulp bij het huishouden ontvangt via het zogeheten objectieve Wmo-verdeelmodel van het Rijk. In 2011 legde de gemeente 1,2 miljoen uit eigen middelen op de Wmo toe. ‘Dat is’, verzucht Gelissen, ‘voor een gemeente met 29 duizend inwoners niet nog een jaar vol te houden. Behalve als door buurtgerichte projecten de Wmo-kosten omlaag kunnen. En dat kan, hebben we doorgerekend. De 1,2 miljoen die we nu toeleggen, is in 2012 terug te brengen tot 3,4 ton. Waarbij de maatschappelijke ondersteuning nog verbetert ook. Individuele verstrekking van voorzieningen en hulp bij het huishouden gaan we reduceren tot mensen met een zware beperking.

Andere burgers krijgen dienstencheques waarmee ze zorg kunnen inkopen, zoals meedoen aan een beweegactiviteit of drie keer per week een maaltijd. Uniek voor Nederland.’ Voor grote delen van Nederland, denkt Gelissen, zal het Wmo-verdeelmodel op basis van objectieve gezondheidsgegevens wel kloppen. Maar voor een krimpregio met de slechtste gezondheidssituatie van het land pakt het verdeelmodel nadelig uit. ‘De oneerlijke gevolgen vertalen zich in een ontoereikende rijksbijdrage. Gemeenten met vermogende ouderen die amper een beroep doen op Wmo-budget ontvangen bakken met geld. Ik spreek wethouders van gemeenten die er slechts 70 duizend euro op toeleggen. Gemeenten met veel chronisch zieken en lage inkomens moeten elke eurocent voor de Wmo twee keer omdraaien, of besparen op stoeptegels.’

De Parkstad-gemeenten willen de nieuwe Wmo-contracten voor de thuiszorg vanaf medio 2012 regionaal aanbesteden. Zo kunnen ze de regionale zorgaanbieders, maar ook het welzijnswerk en de sociale werkvoorziening, vragen om een bestek waarin naast kwaliteit van zorg voor de individuele cliënt wordt gestreefd naar betere zorgvoorzieningen in de wijk. Of waarbij mensen met een uitkering via training on the job aan een baan in de zorg worden geholpen.

Bestuurder Ruijters van de Meander- Groep: ‘De gemeente bepaalt als een soort marktmeester wie mee mag doen en volgens welke spelregels. Dat soort arrangementen zijn voor de continuïteit van Meander interessant. Je houdt bestaande werkgelegenheid vast en tegelijk kun je voor 5 jaar investeren in de opleiding van bijvoorbeeld honderd thuishulpen tot de functie verzorgende. Dat creëert ook rust bij de wijkteams. Goede zorg in de wijk is meer gebaat bij marktordening dan bij marktwerking.’

Wethouder Leunessen in Landgraaf kan nog wel een voorbeeld noemen waarmee hij denkt de ‘claimcultuur’ als gevolg van de Wmo te kunnen verminderen. ‘Ouderen die nog vitaal zijn geef je een cursus strijken, in plaats van dat de gemeente nog langer voor hen de strijkhulp betaalt. Eigen verantwoordelijkheid is geen vies begrip. Ik wil voorkomen dat onnodige Wmo-uitgaven de solidariteit tussen kwetsbare en fitte burgers ondergraven. Op de rijksbijdrage voor de Wmo van 3,5 miljoen leggen wij in Landgraaf nu 4,5 ton bij. Op deze voet doorgaan bij een toenemende vergrijzing betekent dat we het loodje leggen.’


WMO-uitgaven Brunssum
Totaal aantal aanvragen voor Wmo-voorzieningen in de gemeente Brunssum (29 duizend inwoners) in 2010: 2.031.

Belangrijkste verstrekte vergoedingen/voorzieningen:
- Vervoer per buurtbus-regiotaxi: 332
- Scootmobielen: 307
-  Rolstoelen: 160
- Parkeerkaarten gehandicapten: 126
- Woningvoorzieningen (aangepaste douche, tillift, special bed etc.): 223

Rijksbijdrage Wmo voor hulp bij het huishouden: 4 miljoen euro. Zelf bijgedragen uit gemeentekas: 693 duizend euro. Raming over 2011: 1,1 miljoen euro.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie