'Meitinkers' in plaats van wijkteams
Heerenveen heeft meitinkers in plaats van wijkteams. Deze ‘meedenkers’ hebben alle ruimte om, door schotten heen, te doen en te regelen wat nodig is voor een inwoner met een hulpvraag.
Heerenveen heeft geen wijkteams, maar meitinkers. Deze ‘meedenkers’ hebben alle ruimte om, door schotten heen, te doen en te regelen wat nodig is voor een inwoner met een hulpvraag. Ter plekke als het kan, maar in ieder geval snel en zonder administratieve rompslomp. Het werpt zijn vruchten af.
Mandaat
Trots zijn ze in Heerenveen. Keer op keer ‘scoort’ de gemeente bovengemiddeld als het gaat om cliënttevredenheid over de Wmo. Vooral de meitinkers krijgen veel lof van de mensen die bij hen om hulp en ondersteuning aankloppen. Op punten als bereikbaarheid, toegankelijkheid, meedenken, het vinden van een passende oplossing en tevredenheid over de geboden hulp en ondersteuning doet de gemeente het beter dan landelijk gemiddeld. Zowel verantwoordelijk wethouder Jelle Zoetendal als teamleider Titia Woudwijk zeggen dat de meitinkers de belangrijkste succesfactor van de Heerenveense aanpak zijn. De meitinkers zijn niet alleen de toegang tot hulp, maar hebben ook het mandaat om die hulp direct en snel te regelen. ‘Dat verrast mensen aangenaam’, aldus Zoetendal.
Persoonlijk
‘Toen de decentralisaties eraan kwamen, besloten we te gaan werken met meitinkers in plaats van met wijkteams. Vanuit de gedachte dat we het persoonlijk wilden maken, laagdrempelig en dat het mensen zouden zijn die bekend zijn in de dorpen en wijken’, vertelt Zoetendal. De stad is in zes zogeheten woonservicezones opgedeeld. Elke woonservicezone heeft een tot maximaal drie meitinkers, afhankelijk van de problematiek.
Snelheid
Anders dan bij medewerkers van de wijkteams zijn de meitinkers geen hulpverleners. Dat is een bewuste keuze geweest. ‘Als de meitinkers ook zelf hulp en ondersteuning gaan bieden, lopen ze vol met casussen en kunnen dan niet snel een nieuwe casus oppakken. Je krijgt dan vertraging op de lijn. Bovendien vinden we dat je een specialist een specialist moet laten’, aldus Woudwijk. De snelheid waarmee de meitinkers een hulpvraag kunnen oppakken, is een belangrijk uitgangspunt. ‘Als iemand belt, kunnen we binnen een week op de stoep staan.’ De meitinkers zijn in dienst van de gemeente en hebben een breed mandaat om in één gesprek een indicatie af te geven voor ondersteuning vanuit de Wmo, de bijzondere bijstand en schuldhulpverlening.
Domeinoverstijgend
De inzet van de meitinkers kan alleen maar een succes zijn als de beleidsadviseurs er ook achter staan, benadrukt Woudwijk. ‘Je belegt een functie vanuit verschillende domeinen. Als de beleidsadviseurs vanuit die domeinen niet achter deze aanpak staan, dan kan dit niet werken. Je moet de mensen wel ruimte en steun geven om domeinoverstijgend te werken.’’
Keerzijde
Wethouder Zoetendal sluit zich daar volledig bij aan. Wat het college betreft, zit het wel snor. Ook de raad is vooralsnog positief, maar ‘het vraagt wel periodiek onderhoud’, stelt de wethouder. De minimale papierstroom heeft wat dat betreft ook een keerzijde. De raad wil tenslotte wel weten of het budget goed wordt besteed en of het ingezette beleid doet wat ermee wordt beoogd. ‘De raad wil weten hoe die meitinkers werken en wat het oplevert. We proberen de raad mee te nemen met voorbeeldcasussen. Dan merk ik dat de raad daar over het algemeen van onder de indruk is, ook van de complexiteit van sommige vragen en op welke wijze de meitinker daar een oplossing voor heeft gevonden.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.