Losser legt verwijt failliet Solace naast zich neer
De gemeente Losser voelt zich niet verantwoordelijk voor het faillisement van thusizorgorganisatie Solace. Door mee te doen aan de aanbesteding, wist het bedrijf waar het aan begon. ‘Dat is het ondernemersrisico’, stelt een woordvoerder namens de gemeente.
Het verwijt van de failliete thuiszorgorganisatie Solace aan de Twentse gemeenten dat zij in de problemen is gekomen door te forse bezuinigingen van gemeenten op de huishoudelijke hulp, legt Losser naast zich neer. ‘Dat is het ondernemersrisico’, stelt een woordvoerder namens de gemeente.
Aanbesteding
Losser heeft, net zoals twaalf andere Twentse gemeenten, de eenvoudige huishoudelijke hulp aanbesteed waarbij het principe ‘leefbaar huis’ geldt. ‘Wij verbinden daar geen uren aan.’ Aanbieders krijgen per cliënt, per maand 165 euro voor deze zogeheten basisvoorziening. ‘Solace heeft aan die aanbesteding meegedaan’, aldus de woordvoerder. Het bedrijf wist dus waaraan het begon, meent de gemeente. Solace ATC is eerder deze week door de rechtbank van Noord-Nederland failliet verklaard.
Geen andere signalen
De praktijk van het huishoudelijke hulp-beleid sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), wijst wel uit dat het aantal uren hulp per cliënt in Losser is verminderd. De basisvoorziening omvat grofweg twee uur eenvoudige schoonmaakhulp; sommige inwoners hadden zes uur per week hulp. ‘In omzet ga je als bedrijf terug’, erkent de woordvoerder van de gemeente. Probleem bij Solace, maar ook bij het eveneens failliete TSN Thuiszorg dat ook in Twente actief was, is volgens de gemeente dat beide organisaties vaste en relatief dure contracten hadden met medewerkers, waarbij ook een gegarandeerd aantal uren werk in was opgenomen. Met andere woorden: de bedrijfsvoering is niet in lijn gebracht met veranderende marktomstandigheden. In Losser zijn nog achttien andere thuiszorginstellingen die de basisvoorziening mogen leveren. ‘Van hen hebben we geen signalen ontvangen dat zij in financiële problemen zijn of dreigen te komen’, aldus de woordvoerder.
Koppeltjes
Bij de 250 inwoners in Losser die hulp via Solace kregen, wordt de woning de komende weken gewoon schoongemaakt. Inmiddels hebben de inwoners een brief van de gemeente gekregen, waarin zij over het faillissement en het vervolg zijn geïnformeerd. De inwoners mogen nu zelf een keuze maken uit de overige aanbieders. Dit geldt ook voor de andere Twentse gemeenten waar Solace actief was. De (wettelijke) inspanningsverplichting die gemeenten in de optiek van de FNV hebben, om de zogeheten ‘koppeltjes’ (cliënt-medewerker) in tact te houden, ligt volgens Losser genuanceerder. ‘De cliënt mag zelf een nieuwe aanbieder kiezen.’ Of de medewerker daar kan en wil werken, is niet aan de gemeente.
Beleid aanpassen
Losser brengt momenteel, samen met de andere Twentse gemeenten, in kaart of het beleid moet worden aangepast. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft gevonnist dat gemeenten onder voorwaarden op resultaat mogen afrekenen. Dat resultaat moet wel duidelijk worden omschreven én tussen gemeente en aanbieder worden vastgelegd. Het mag niet zo zijn dat de cliënt dat zelf moet regelen met de aanbieder.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De praktijk van het huishoudelijke hulp-beleid sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), wijst wel uit dat het aantal uren hulp per cliënt in Losser is verminderd. -Dat werd dus mooi verpakt als het principe ‘leefbaar huis’.
‘In omzet ga je als bedrijf terug’, erkent de woordvoerder van de gemeente. Probleem bij Solace, maar ook bij het eveneens failliete TSN Thuiszorg dat ook in Twente actief was, is volgens de gemeente dat beide organisaties vaste en relatief dure contracten hadden met medewerkers, waarbij ook een gegarandeerd aantal uren werk in was opgenomen. Met andere woorden: de bedrijfsvoering is niet in lijn gebracht met veranderende marktomstandigheden.-In feite geeft Losser aan dat losser met het personeel moet worden om gegaan. Doet men dat (inmiddels) ook bij het eigen personeel?
Losser brengt momenteel, samen met de andere Twentse gemeenten, in kaart of het beleid moet worden aangepast naar aanleiding van de uitspraak van de CRvB.- In die lijn denk ik dat bij praten over fout Rijksbeleid en eventueel ondernemingsrisico ook het gemeentelijk afknijpen niet onbesproken behoeft te blijven. Voor een dubbeltje op de eerste rang/rij is zo ouderwets en de gemeente gaat echt niet failliet..