Advertentie
sociaal / Achtergrond

Laat de Polen maar komen!

In de Randstad zorgen Poolse arbeidsmigranten regelmatig voor overlast, in Venray bieden ze vooral uitkomst. Polen zijn er van harte welkom; zij zorgen voor behoud van welvaart.

14 januari 2011

De blikken augurkensoep, reuzel met ui en andere traditionele Poolse spijzen zijn niet aan te slepen in de Poolse winkel, die 7 duizend Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten - de zogenoemde MOE-landers - van lekkers uit het vaderland voorziet. In Venray, een gemeente met nog geen 43 duizend inwoners, is dat een grote groep. Maar het plafond is volgens wethouder Patrick van der Broeck (CDA) nog niet bereikt. ‘We hebben de Polen, Tsjechen, Slowaken en Roemenen keihard nodig om onze gemeente leefbaar te houden.’

 

Terwijl grote steden als Den Haag, Rotterdam en Amsterdam naar wegen zoeken om de immigranten uit Midden- en Oost-Europa te weren omdat de overlast de spuigaten uitloopt, prijst Venray zich gelukkig met deze migranten. Zij zijn de oplossing voor de bevolkingskrimp, aldus Van der Broeck, die opmerkt dat het aantal inwoners van 65 jaar en ouder in Venray de komende 15 jaar bijna zal verdubbelen tot 11 duizend.

 

‘Om deze mensen de noodzakelijke zorg te bieden, hebben we de Polen echt heel hard nodig’, benadrukt de wethouder. ‘Maar ook om het verenigingsleven in stand te houden en scholen te behoeden voor sluiting. Überhaupt om de economie draaiende te houden.’

 

Van der Broeck (44), wiens wethoudersportefeuille volkshuisvesting, accommodatiebeleid, cultuur en leefbaarheid omvat, is afkomstig uit de Oostelijke Mijnstreek. Dat gebied loopt volgens hem leeg ‘ten koste van de welvaart en voorzieningen’. In Venray mag dat niet gebeuren, zegt hij. ‘Het mooie is: de Polen zitten hier al. Het gaat er nu om dat we hen serieus gaan huisvesten, zodat ze kunnen wortelen in de Venrayse gemeenschap.’

 

Gerieflijke woonunits

 

Van der Broeck geeft hoog op over blokken van veertig gerieflijke woonunits die nog deze zomer in een aantal van de dertien kerkdorpen in de gemeente zullen verrijzen. Venray voert het project uit met corporatie Wonen Limburg. De prefab onderkomens zijn tevens bedoeld voor starters en mensen die tijdelijke huisvesting nodig hebben. ‘Deze mix is voor de integratie van de Polen alleen maar goed’, denkt Van der Broeck.

 

Kleinschalige, gespreide huisvesting van migranten is ook wat de Venrayse bevolking lijkt te willen. Die kwam afgelopen zomer in opstand tegen de mogelijke komst van een centrum voor 1.200 asielzoekers en verzette zich eerder met succes tegen een geplande campus voor vijfhonderd Polen op een voormalig defensieterrein. In beide gevallen vreesden de Venraynaren voor waardedaling van hun huis en voor overlast.

 

Van der Broeck slaakt een zucht: ‘10, 15 jaar geleden deed dat opgeld. Toen werd in de regio veel ingebroken door arbeiders uit het Oostblok. Bij de eerste golf, de klassieke aspergestekers en aardbeienplukkers, zaten veel avonturiers en alcoholisten. Maar dat heeft zich uitgezuiverd. Men ervaart de Poolse migranten nu als hardwerkende mensen die de gaten vullen. En lang niet alleen meer op de aspergevelden, ook in de bouw, de retail, vleesverwerkende bedrijven, fabrieken en bij logistieke dienstverleners.’

 

Veel uitzendbureaus die Polen naar Nederland halen, zijn ook kritischer geworden. De grootste bemiddelaar, Otto Work Force met het hoofdkantoor in Venray, verlangt van kandidaten een blanco strafblad. Ook wordt een ‘taal- en cultuurtest’ afgenomen. Dat ondanks deze ‘selectie aan de poort’ toch nog af en toe berichten over knokpartijen en dronkemanstaferelen in de media doorsijpelen, is meer een testosteron- dan een karakterkwestie volgens Van der Broeck. Te veel Polen op elkaars lip in benauwde boerenschuren of parken met stacaravans en zomerhuisjes leidt soms tot botsingen.

 

Schrijnende gevallen van overbewoning, die in de oude stadswijken in de Randstad een bedreiging vormen voor de leefbaarheid, komen ook in Noord-Limburg en Oost-Brabant voor. Echter veelal in de buitengebieden, waardoor de plaatselijke gemeenschap er weinig hinder van heeft. Nogal wat arbeidsmigranten in en rond Venray wonen geïsoleerd en soms zelfs over de Duitse grens. Op de voormalige vliegbasis Laarbruch zijn er duizend ondergebracht, en in vakantiepark Breebronne in Maasbree niet veel minder.

 

‘Deze kolonies zijn niet bevorderlijk voor de integratie, in die zin ben ik er niet blij mee’, zegt Van der Broeck. ‘Integratie is essentieel. De Nederlandse taal leren staat echt voorop. Bij de gastarbeiders uit Turkije en Marokko zijn we dat destijds vergeten omdat we dachten dat ze hier maar tijdelijk zouden zijn. Die fout moeten we niet weer maken met de MOE-landers. Velen zeggen dat ze hier willen blijven, mits ze een vaste baan en een betaalbaar huis kunnen krijgen. En goed onderwijs voor hun kinderen.’

 

Van der Broeck erkent dat Venray de fout ‘ze zijn hier maar tijdelijk’ tot dusverre wel heeft gemaakt. De gemeente heeft de huisvesting van de arbeidsmigranten aan de werkgevers gelaten, waardoor ellendige woonomstandigheden konden ontstaan. Venray, maar ook andere gemeenten in de regio, versoepelden zelfs de regels voor fatsoenlijke huisvesting ten gunste van werkgevers die vies en zwaar werk hadden, dat alleen buitenlanders wilden doen.

 

Anno 2011 willen de gemeenten in Noord-Limburg wel hun verantwoordelijkheid nemen voor de huisvesting. ‘Dat kunnen we echter niet alleen’, zegt de wethouder. Hij moet onder meer strijd leveren met de provincie Limburg die strenge eisen stelt aan het aantal te bouwen woningen. De provincie gaat uit van 8 duizend nieuwe woningen tot 2020 in Noord-Limburg en houdt geen rekening met het toenemende aantal Poolse blijvers.

 

Zodoende zijn de nieuwe woonunits in Venray ‘tijdelijk’ en ‘verplaatsbaar’: om ze buiten het quotum van de provincie te laten. De woonunits zijn volgens Van der Broeck slechts een tussenoplossing. De bedoeling is dat Poolse gezinnen spoedig doorstromen naar stenen huizen die vrijkomen door de vergrijzing.

 

Verleiding

 

Met wat Van der Broeck noemt ‘het verleiden’ van de Poolse gezinnen is niet veel tijd meer te verliezen. Duitsland en Oostenrijk, die tot nog toe de grenzen dicht hielden voor Poolse migranten, heffen de barrières per 1 mei op. Of alle in Noord- Limburg werkzame Polen dan nog zullen blijven, is maar de vraag. Polen, die bekend staan als aanpakkers, hebben de landen nu al voor het uitkiezen.

 

Frank van Gool, directeur van Otto Work Force: ‘We moeten de Polen daarom nog nadrukkelijker het gevoel geven dat ze in Nederland heel erg welkom zijn.’ Hijzelf gaat het Polen gemakkelijker maken naar Nederland te komen met een fijnmaziger net van bussen. Wethouder Van der Broeck hoopt de MOE-landers te kunnen binden met een ‘wooncarrière’ en het huisje-boompje-beestjegevoel.

 

Eigenlijk dezelfde instrumenten waarmee 50 jaar geleden Polen, Spanjaarden en Italianen door zijn geboortestreek werden geworven om het tekort aan mijnwerkers op te vangen. ‘Zij zijn meteen goed gehuisvest in huizen van de mijnen. Dat was de basis voor een succesvolle integratie. Italiaanse kinderen in mijn klas spraken beter Limburgs dan ik.’

 

Van der Broeck verwacht dat de Polen ook zonder problemen in Venray en zijn kerkdorpen zullen acclimatiseren. In zijn eigen dorp Oirlo gebeurt het al en sluiten ze zich aan bij verenigingen. ‘Nog niet de carnavalsvereniging, maar wel de voetbalclub’, zegt de wethouder. ‘En hoe gaat dat? Vaak worden ze geïntroduceerd door Venraynaren met wie ze werken. In werkverband komt men in contact met elkaar. Dat is het verschil met Rotterdam en Den Haag, denk ik. Daar is de relatie tussen de MOE-landers en de plaatselijke bevolking veel losser, of ontbreekt zelfs volledig.’

 

Vanaf de eerste dag dat Van der Broeck in Venray ‘Polen-wethouder’ is, voert hij veelvuldig overleg met de dorps- en wijkraden en uitzendbureaus. Mede om bij de bevolking reserves weg te nemen over de arbeidsmigranten. ‘Iedereen ziet op zijn werk inmiddels hoe hard ze nodig zijn. Dat zorgt ook voor draagvlak. We komen straks handen tekort. Niet alleen door de vergrijzing. We zijn met Greenport Venlo naast de deur ook nog eens een economische groeiregio.’

 

De zorgen die de Haagse wethouder Norder (PvdA) zich maakt over steeds meer Oost-Europeanen zonder inkomsten die aanspraak zullen maken op bijstand en aankloppen bij de daklozenopvang, kan Van der Broeck met geen mogelijkheid vertalen naar Venray. Wel Norders ongerustheid over malafide uitzendbureaus die huisvesting en werk koppelen, waardoor arbeidsmigranten dubbel afhankelijk worden en niet durven te klagen over slechte arbeidsvoorwaarden of woonomstandigheden. Het gaat om duizenden bureaus.

 

Controles

 

Van Gool van Otto Work Force: ‘In 1998 waren er 480 bureaus. Inmiddels zijn het er 12 duizend, want de vestigingsvergunning is losgelaten. Bij slechts vierhonderd bureaus vinden regelmatig controles plaats om te zien of ze de juiste CAO-lonen toepassen en periodieken uitkeren. Zij hebben 70 procent van de markt, de malafide bureaus 10 procent. Dat gaat wel om 1 miljard euro, waarbij het Rijk 300 miljoen euro aan belasting en premies misloopt.’

 

Vaak zijn de arbeidsmigranten onwetend van misstanden zoals onverzekerd zijn doordat de werkgever de zorgtoeslag in eigen zak steekt. ‘Krijgen we signalen, dan gaan we daar op af’, zegt Van der Broeck. Om te zorgen dat de MOE-landers van essentiële informatie op de hoogte zijn, verschijnt bijna elke gemeentelijke brochure ook in het Pools.

 

Otto Work Force draagt in Venray daar ook zijn steentje aan bij met de Otto Academy, waar de arbeidsmigranten onder andere wordt onderwezen wat de gebruiken in Nederland zijn. ‘De Poolse cultuur lijkt op de onze, zij zijn net als wij katholiek’, zegt Van der Broeck. Inwoners van het kerkdorp Veulen hebben hem laten weten dat zij als eerste de woonunits en Pools vers bloed willen. In Heide en Vredepeel, twee andere kernen in Venray, heeft de lagere school moeten sluiten. Basisschool Antonius moet open blijven. Van der Broeck: ‘We gaan het meemaken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie