Keuzes in de zorg (1)
Grote beroering in het land vanwege het uitgelekte concept-advies van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Dit instituut bracht een gewaagd en moedig advies uit om extreem dure medicijnen bij bepaalde zeldzame ziektes niet meer op te nemen in het pakket van de collectieve zorgverzekering.
Het onderwerp is erg interessant omdat het de kern raakt van de verzorgingsstaat en met name het begrip solidariteit. Of nog preciezer: de relatie tussen het individu en de gemeenschap. Wat mag de één van de ander verwachten? Waar liggen de grenzen?
Laten we deze complexe en ongemakkelijke discussie even aanscherpen met een paar gedachtenexperimenten aan de hand van een aantal vragen en vergelijkingen. Speciaal bedoeld voor mensen met rotsvaste principes, verpakt in clichés als “een mensenleven mag niet in geld worden uitgedrukt” en “de kosten van medicijnen mogen geen rol spelen”.
Om het niet al te herkenbaar te maken gaan we uit van ziekte A en behandeling/medicijn X. De kosten van X zijn € 500.000,- per jaar per persoon. Stel nu eens dat deze behandeling het dubbele kost, dus € 1 miljoen euro per jaar. Nog steeds vergoeden? Prima, gaan we de kosten verhogen. De behandeling kost nu € 5 miljoen. Per persoon en per jaar. Nog steeds gewoon vergoeden? Gaan we door. Het aantal mensen dat aan de ziekte A lijdt is niet 100 maar 1000. En dit aantal zal volgend jaar stijgen naar 5000. We gaan het nog moeilijker maken. Iemand lijdt aan ziekte A en het is bekend dat hij of zij niet langer dan een jaar zal leven. Ongeacht of medicijn X wel of niet zal worden gebruikt. Het maakt het levensjaar alleen iets dragelijker. Een bedrag van € 500.000,- betalen voor dit ene jaar en voor deze ene persoon? Zeg het maar.
We gaan nu over naar de vergelijkingen. Met € 500.000,- kunnen 15 mensen een jaar lang in een verpleeghuis verblijven en kunnen 100 personen in een verzorgingshuis extra worden gewassen en kan het personeel met hen extra activiteiten doen zoals een wandeling maken of voorlezen. Deze activiteiten zullen hun levenskwaliteit ten goede komen. We kunnen het natuurlijk ook breder trekken.
Met € 500.000,- kunnen ongeveer 20 mensen een baan krijgen in de sociale werkvoorziening, kunnen 25 verstandelijk gehandicapten naar de dagopvang en kunnen ongeveer 10 muzikanten hun baan houden bij het Metropole Orkest. Als laatste gaan we naar het buitenland. Met € 500.000,- kunnen 50 mensen in Nepal een staaroperatie ondergaan waardoor ze de rest van hun leven weer normaal kunnen zien.
De vraag naar solidariteit is tot nu toe één richting opgegaan, namelijk is het ethisch verantwoord dat de gemeenschap de (hoge) kosten voor één persoon mag weigeren? Je kunt de solidariteit ook omdraaien. Is het ethisch verantwoord om veel kosten te maken voor één persoon, waardoor een hoeveelheid andere personen bepaalde collectieve voorziening niet kunnen krijgen?
Voorzieningen die de kwaliteit van het leven en het welzijn van anderen ook aanmerkelijk vergroten. Mag je als eenling van de gemeenschap verlangen dat deze jou een draaglijker en langer leven verschaft tegen een prijs van miljoenen euro’s? Het is misschien wel de opperste vorm van solidariteit dat deze ene persoon zegt: “Laat het medicijn voor mij maar zitten, geef het geld maar aan…(vul maar in).”
In de politiek gaat het om het maken van keuzes. In de gezondheidszorg is de politiek tot nu toe steeds weggelopen voor echte keuzes met als gevolg dat de gezondheidszorg elk jaar miljarden euro’s meer kost. Het probleem wordt dus gewoon afgekocht. De rekening moet wel worden betaald, en het komt uit de lengte of de breedte. Politici die toch menen dat absolute garanties kunnen worden gegeven voor patiënten doen aan volksverlakkerij of zijn aanhangers van de gratis-geldtheorie.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.