Advertentie
sociaal / Column

Kansloze missie: re-integratie (5)

Wat bepaalt de effectiviteit of het succes van re-integratie? In de vorige column beschreef ik dat selectie van groot belang is. Daarnaast zijn in de tweede plaats de instrumenten en de voorzieningen belangrijke factoren bij het uiteindelijke succes van de re-integratie.

29 juni 2012

Bij re-integratie is er veel variëteit. Van kortdurende en goedkope instrumenten tot langdurige en dure instrumenten. Het meest goedkoop zijn bemiddelingsactiviteiten of groepsgewijze sollicitatietrainingen. Misschien is de allergoedkoopste re-integratie wel om te zorgen dat mensen helemaal niet de bijstand instromen. Dit wordt nu geprobeerd bij de jongeren tot 27 jaar (maand wachttijd) en bij trajecten als work-first of work-fast. De duurste re-integratie zijn individuele begeleidingstrajecten en gesubsidieerde arbeid.

Dus een goede selectie van de kandidaten moet worden gekoppeld aan het juiste instrument. Dit klinkt logisch maar is het niet. In de praktijk doen we maar wat: God zegene de greep. Om daar wat aan te doen is een interessant project gestart onder de naam Gilde Re-integratie. Misschien dat dit bijdraagt aan een betere effectiviteit van de re-integratie. Wat we in ieder geval nooit meer moeten doen is langdurige gesubsidieerde arbeid. Wat dit betreft waren de Melkertbanen uit de jaren negentig van de vorige eeuw rampzalig. Tot op de dag van vandaag ondervinden we daar nog de gevolgen van. Rijp en groen werd uit de bakken van de sociale zekerheid geplukt om maar aan de taakstelling te kunnen voldoen. Zelfs HBO-ers en academici werden via advertenties geworven om – ik noem maar wat – archivaris te kunnen worden bij één of ander museum. Voor onbepaalde tijd nog wel. Loonkostensubsidies kunnen een goed instrument zijn, als het maar tijdelijk is.

Een derde factor die van belang is, schaar ik onder de noemer organisatie of management. Veel re-integratieprojecten gaan ten onder aan een chaotische uitvoering. Uitkeringsgerechtigden die van de ene intake naar de andere intake hobbelen, iedere keer hun verhaal moeten doen, diagnose na diagnose moeten ondergaan, steeds weer een andere consulent of begeleider krijgen, en ga zo maar door. Allemaal kenmerken van slechte kennis van de cliënten (ja, ik blijf het maar herhalen) en slechte afstemming. Linkerhanden die niet weten wat de rechterhanden doen. Ingeschakelde re-integratiebureaus die gewoon een kale lijst met namen krijgen van mensen die uit het systeem zijn gerold en toevallig in trede 5 zijn beland, waardoor ze volgens de regels van de betreffende gemeente in een bepaald traject worden geduwd. Wat hierbij een rol speelt is dat er een veel te grote afstand zit tussen de beleidsmakers en de uitvoerende consulenten. Wat tevens desastreus uitpakt is de aanbesteding. (Overigens niet te verwarren met marktwerking. Uitbesteding aan particuliere instanties kan zeer nuttig zijn.) Dit leidt tot een zinloze bureaucratie en een soort hit-en-run re-integratie. Als gemeenten kiezen voor uitbesteding is een langduriger partnerschap naar mijn idee veel nuttiger dan steeds maar weer nieuwe instanties erbij betrekken.

In het kader van de organisatie van de re-integratie moeten we ook nog even twee mythes ontkrachten. Ten eerste de mythe van de vraaggerichte re-integratie. Gemeenten stellen vaak accountmanagers aan die het bedrijventerrein afspeuren naar vacatures; enthousiast terugkomen bij de sociale dienst en vervolgens nee moeten verkopen aan de werkgevers. De sociale dienst is geen uitzendbureau. Dit leidt tot wederzijdse frustratie van de cliënt/uitkeringsontvanger en de werkgever. Bij de Wwb is aanbodgericht re-integreren veel beter. Gewoon kijken waar de mogelijkheden en motivatie van de cliënt liggen; eventueel wat bijspijkeren en van daaruit een baan zoeken. De tweede mythe is het idee dat re-integratie op regionale schaal moet worden georganiseerd (want de arbeidsmarkt is naar men zegt ook regionaal). Wat dit betreft hou ik m’n hart vast voor de onlangs gepresenteerd ontwikkelvarianten werkgeversdienstverlening. Ik raad u dringend aan dit even te lezen. Je wordt al moe als je het leest. Dus de uitvoering zal nog vermoeiender zijn. Veel overleg, veel afstemming, veel regels en dus weer veel bureaucratie. Mijn ervaring is dat de grootste successen bij plaatsingen worden bereikt bij kleine werkgevers, het MKB. Deze ondernemers hebben een lokale binding en kennen soms de betreffende Wwb'er of arbeidsgehandicapte. ( “Laat dat jong maar bij mij werken.”). Deze ondernemers zijn ook totaal niet geïnteresseerd in loonwaardebepalingen of andere re-integratieverzinsels. Grote ondernemingen hebben een professionele P en O-afdeling en daar gaat het al mis. Voordat er één werkloze is geplaatst moet eerst een nota worden geschreven. Een werkloze in dienst nemen doen deze ondernemingen sowieso al nooit. Een voorzichtige detachering is het hoogst haalbare.

Rik Bolhuis

Meer columns van Rik Bolhuis vindt u hier.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mejo Huizer / Verbinder
Bravo heer Bolhuis, vooral voor het ontkrachten van de 2 mythes. Pijnlijk wel nu heel het publieke domien die kant op rent en alle private partijen er voor of achteraan hijgen.

Hoe keren we het tij? Gewoon lokaal eigenwijs zijn?

Kaas !
Alle zinloze re-integratie projecten wekken de indruk dat de Staat een baan moet regelen, verkeerd uitgangspunt. De enige baantjes die het oplevert zitten in de re-integratie industrie. Overigens hoef je niks te verwachten van de politiek, stoere praatjes hoor je na 12 september niet meer van CDA en VVD, over tot de orde van de dag. Nu nog even toneel spelen, de meeste kiezers trappen er toch weer in.
Frits Speelman / burger
Mensen kijken veel te simpel. Het heeft te maken met de afloop van het fordistische tijdperk. Toen werd gedacht iedereen een bak geld, werkend of niet, zodat de cosumptieve bestedingen ook hoog zouden blijven en dat zou de economie blijven zwengelen. Tegenwoordig kan je producten overal ter wereld verkopen, dus er is geen middenklasse meer nodig in de westerse landen. Iedere wereldburger gaat naar de Ikea, eet wel eens bij de Mac, loopt op Nikes en telefoneert met een Nokia. Waar ook ter wereld. In ons land: tweedeling - hoger opgeleid, en niet-hoger opgeleid, wat leidt tot specialisatie of niet. Straks ook bij ons de armen en de rijken. De middenklasse bestaat niet meer.
Advertentie