Advertentie
sociaal / Column

Kafka leeft en logeert bij VWS

Waarom streven opeenvolgende kabinetten al jaren naar vermindering van administratieve lastendruk en leidt dit streven vaak alleen maar tot meer onnodige bureaucratie? Simpelweg omdat de domeinbelangen die dit “bureaucratisme” veroorzaken groter zijn dan het algemene belang van vermindering van administratieve lasten. Een concreet verhaal uit de dagelijkse praktijk illustreert hoe dit werkt.

03 november 2011

Het ministerie van VWS komt met een heel goed idee. De verbetering van de (financiële) positie van pleegouders. Financiering daarvan moet mede plaatsvinden door een eigen bijdrage van de ouders wier kinderen uit huis zijn geplaatst. Op zich ook logisch. En om het administratief zo simpel mogelijk te houden is het idee om deze ouderbijdrage niet apart te innen, maar simpelweg automatisch in mindering te brengen op de kinderbijslag. Een prachtig voorbeeld van administratieve vereenvoudiging.

Maar dan gaat het mis. In alle haast om het wetsvoorstel voor 1 januari2012 inte laten gaan wordt niet goed nagedacht over de uitvoeringsconsequenties. Voor een correcte automatische inhouding op de kinderbijslag eist de Sociale Verzekeringsbank, op zich ook begrijpelijk, geautomatiseerde aanlevering van exacte gegevens met betrekking tot het aantal aaneengesloten dagen dat uit huisgeplaatste kinderen in zorg is bij de jeugdzorgaanbieders. De vraag of de jeugdzorgaanbieders tijdig in staat zijn om deze gegevens geautomatiseerd aan te leveren komt vrij laat op tafel waardoor het maar de vraag is of ze dit tijdig gaat lukken.

Maar daarmee begint het Kafkaiaanse verhaal pas echt. Want omdat de huidige wetgeving alleen voorziet in gegevensuitwisseling via de Bureaus Jeugdzorg, worden die er in het nieuwe wetsvoorstel nog tussen gezet. De informatie uitwisseling gaat dus niet direct vanaf de authentieke gegevensbron (de jeugdzorgaanbieders) naar de SVB, maar via de BJZ’s, die daarvoor ook nog eens hun ICT systeem moeten aanpassen. En omdat dat allemaal waarschijnlijk niet op tijd gaat lukken, stelt het ministerie van VWS een bak uitzendkrachten beschikbaar voor tijdelijke oplossingen. Het gevolg is zeer kostbare tijdelijke oplossingen (geld dat beter aan kwetsbare kinderen kan worden besteed) en een ICT project dat ook nog eens gedoemd is te mislukken, omdat het onnodig complex wordt gemaakt. Iedereen met een beetje verstand van het managen van ICT projecten weet dat je brongegevens éénmalig moet vastleggen in een authentieke basisregistratie die wordt beheerd door de eigenaar van de gegevens. Brongegevens in verschillende systemen vastleggen is een recept voor vervuiling van administraties met als gevolg een grote kans op fouten, klachten daarover van burgers en kosten voor klachtbehandeling en regelmatig opschonen van administraties. Hoeveel nieuwe ICT drama’s wil de overheid zich nog met open ogen op de hals halen?

Waarom kiest VWS dan toch voor deze onheilzame route? Het wetsvoorstel ligt al voor behandeling bij de Eerste Kamer en moet letterlijk koste wat kost per 1 januari 2012 ingevoerd worden. Een aantal mogelijke redenen doemt op.

Ten eerste het politieke belang van snelle invoering van een inhoudelijk op zich goed beleidsvoornemen. Een belang dat zo groot is dat het verblindend werkt ten aanzien van de grote uitvoeringsproblemen die er uiteindelijk toe zullen leiden dat de goede beleidsvoornemens waarschijnlijk nog veel later zullen worden gerealiseerd. Uitvoeringsproblemen die natuurlijk veel eerder hadden moeten worden gesignaleerd, maar in de gebruikelijke haast weer zoals gebruikelijk over het hoofd zijn gezien. De jeugdzorginstellingen worden door VWS onder grote druk gezet om mee te werken met als dreigement dat zij anders de schuld krijgen van het feit dat de verbetering van de financiële positie van pleegouders wordt uitgesteld. Niet uitgesloten is dat deze politieke druk effectief zal blijken ten aanzien van een sector die van oudsher niet sterk is in het terugpraten. Overigens met als gevolg dat ze vervolgens de schuld kreeg van het “bureaucratisme” dat het gevolg was van het zwichten voor die politieke druk.

Een tweede reden is wellicht dat men zich gebonden voelt aan de bestaande wetgeving die directe gegevensaanlevering van jeugdzorgaanbieders aan de SVB niet zou toestaan. Waarom men niet gekozen heeft voor het laten meelopen van een kleine wetswijziging in het onderhavige wetgevingstraject is mij een raadsel. Maar zelfs deze omissie is eenvoudig te corrigeren door – vooruitlopend op een wetswijziging die directe gegevensaanlevering mogelijk maakt – de BJZ’s alvast toe te staan de jeugdzorgaanbieders te mandateren om deze taak namens hen te verrichten.

Een derde reden is wellicht dat de wetgever de jeugdzorgaanbieders niet vertrouwt en de BJZ’s er tussen willen laten zitten als controleur. Nog los van het feit dat de BJZ’s deze taak nooit zullen kunnen waarmaken (tenzij zie hier veel extra personeel voor krijgen en daarvoor is uiteraard geen financiering) en dus hoogstens als digitale brievenbus kunnen fungeren is sprake van een typisch voorbeeld van georganiseerd wantrouwen dat per definitie leidt tot onnodige bureaucratie. Voor alle helderheid, de BJZ’s hebben niet om deze extra taak gevraagd, die zien voor zichzelf geen toegevoegde waarde weggelegd en beschouwen deze brievenbusfunctie niet als hun kerntaak. Deze nieuwe taak is ook niet consistent met de aanstaande stelselwijziging van de jeugdzorg. De BJZ’s lopen wel het risico, wanneer VWS haar voornemens doordrukt, om, net als destijds bij de introductie van de onnodige bureaucratische indicatiestelling, straks ten onrechte de schuld te krijgen van de mislukking die welhaast onvermijdelijk is.

Een vierde reden is wellicht dat mensen met te weinig verstand van ICT denken dat geautomatiseerde gegevensaanlevering aan de SVB indirect via 15 BJZ’s eenvoudiger is dan direct vanuit de circa 60 jeugdzorgaanbieders. Terwijl voor de laatste variant slechts één geautomatiseerde koppeling moet worden gemaakt en voor de eerste variant twee koppelingen nodig zijn. 

Een vijfde reden is wellicht het gebrek aan lerend vermogen van de overheid. Er was/is immers al sprake van de nodige uitvoeringsproblemen rondom al langer bestaande gegevensaanlevering ten aanzien van het Landelijk Bureau Inhouding Ouderbijdragen. Met het doorzetten van de huidige plannen gaat VWS zich voor de tweede keer aan dezelfde steen stoten.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald dus zou je zeggen, juist in het belang van de ook vanuit de jeugdzorgsector zeer gewenste verbetering van de positie van pleegouders en van daadwerkelijke administratieve vereenvoudiging. Hoe vervelend op zich ook, lijkt een kleine pas op de plaats om de uitvoering wel goed te regelen veruit te prefereren boven het blind doorstomen, wat uiteindelijk tot grotere vertraging zal leiden. Maar gerust ben ik er niet op gezien de oerkrachten die aan het werk zijn om de administratieve lastendruk verder op te jagen in de jeugdzorg. En dan heb ik het nog maar niet over het feit dat, zoals inmiddels ook gebruikelijk, de jeugdzorginstellingen onvoldoende structureel worden gecompenseerd voor de extra uitvoeringskosten. Doorduwen van onnodige bureaucratie zal dus ook leiden tot minder geld dat direct kan worden besteed aan het helpen van kinderen in de knel.

Het woord is nu aan de Eerste Kamer. Een kamer voor reflectie. Een kamer voor het leren van fouten.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie