Kabinet laat kans op toegankelijkheid lopen
De Omgevingswet is hét moment om Nederland toegankelijker te maken, maar het kabinet laat deze lopen. Treurig, betoogt Illya Soffer.
Soms snap ik werkelijk niets van dit kabinet. Het wil het een en doet het ander. Het wil dat ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen, maar laat de eerste de beste kans op een scherpe regelgeving voor een toegankelijke leefomgeving aan zich voorbij gaan.
Zelfstandig thuis wonen, lukt ouderen en mensen met een beperking alleen wanneer de samenleving beter op die ambitie wordt ingericht. Gelukkig heeft het kabinet zich met de recente ratificatie van het VN-verdrag eenzelfde doel gesteld. Nederland moet zich dus vol inzetten op het realiseren van meer en betere toegankelijke woningen, openbare gebouwen en openbare ruimte.
Een uitgelezen kans biedt de nieuwe Omgevingswet. Die wet regelt de toekomstige inrichting van Nederland en gaat bestaande bouwregelgeving vervangen. Hét moment om Nederland toegankelijker te maken, zou je denken. Maar het kabinet wil deze kans laten lopen. Treurig. In plaats van toegankelijkheid - design for all - te verheffen tot nieuw inrichtingsprincipe voor Nederland, trekt het kabinet het stokpaard van deregulering van stal.
In het kabinetsvoorstel worden juist die bruikbaarheidseisen geschrapt, die voor mensen met een beperking van groot belang zijn. Weg voorschriften voor de hoogte van drempels en de afmetingen van deuren. Weg verplichte berging en buitenruimte. Zo dreigt onze - toch al zo schamele - woningvoorraad niet meer, maar juist minder bruikbaar te worden voor mensen met een beperking.
Het kabinet ziet dit anders. Dat wil alles aan markt en gemeenten overlaten, en denkt dat het dan goed komt. Over hoe marktwerking uitpakt voor mensen met een beperking, maak ik me weinig illusies. De lage inkomens en grote afhankelijkheid van goedkopere huurwoningen, maakt hen bepaald geen (koop)krachtige partij die in de vrije markt iets te eisen of af te dwingen heeft.
Van gemeenten valt in de nieuwe wet al helemaal niets te verwachten. Omdat zij aan het overheidsbeleid geen eigen bouwregelgeving mogen toevoegen, moeten ze bij ieder project weer in gesprek met bouwers en projectontwikkelaars over toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Hoeveel gemeenten hebben daarvoor de moed, middelen of expertise?
Ook voor het thema brandveiligheid is de nieuwe wet een tandeloze tijger. Nu steeds meer mensen met functie-beperkingen thuis moeten blijven wonen, moeten er veel stringentere brandveiligheidseisen aan woningen worden gesteld. Maar ook die ontbreken in de nieuwe bouwregelgeving. Daarom ook hier de retorische vraag: zijn onze 390 gemeenten werkelijk in staat om zelf de brandveiligheid te verbeteren en te handhaven?
De gemiste toegankelijkheidskans geldt helaas evenzeer voor de openbare ruimte. De toelichting op de nieuwe regels vermeldt slechts dat gemeenten ‘rekening moeten houden’ met de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor personen met een functiebeperking. Vrijblijvendheid troef. Er bestaat ambitie noch sanctie voor het ontsluiten van de openbare ruimte voor iedereen in Nederland.
Nog geen half jaar nadat meedoen ook voor mensen met een beperking een mensenrecht werd, deinst het kabinet al terug voor de consequenties. In december krijgen de Tweede Kamerleden het woord. Ik hoop dat zij er net zo weinig van snappen als ik. Hopelijk laten zij de kans - om met de nieuwe Omgevingswet eindelijk betere voorwaarden te scheppen voor een toegankelijk Nederland – niet zomaar lopen.
Illya Soffer, directeur Ieder(in)
Otwin van Dijk heeft zich in zijn rolstoel vanuit toen nog 2e Kamerlid en nu Burgemeester van de Oude-IJsselstreek hier sterk voor gemaakt, zou jammer zijn als nu al eraan getoornd gaat worden, NL op zijn smalst dan