Advertentie
sociaal / Column

Juridische kafkasuïstiek

Jeugdzorg is verzeild geraakt in juridisch niemandsland, waarin de drie betrokken overheden naar elkaar verwijzen, terwijl de financiële tijdbom onder het voortbestaan van JBRA doortikt.

29 april 2014

Op woensdagochtend 23 april stond ik in de rechtszaal in verband met het beroep van mijn organisatie Jeugdbescherming Regio Amsterdam (voorheen Bureau Jeugdzorg) tegen het besluit van de Stadsregio Amsterdam (SRA) om in verband met de transitie jeugdzorg per 1-1-2015 de subsidierelatie op te zeggen. Voorwaar een Kafkaëske ervaring, want wat was het geval?

In maart 2013 kondigde de SRA aan dat de subsidierelatie zou komen te vervallen. Op zich logisch en netjes vanwege de naderende transitie. Volgens de SRA was ook sprake van een redelijke termijn van maar liefst 21 maanden waarbinnen JBRA zich kon voorbereiden op de stopzetting van de subsidie. 21 maanden lijkt op het eerste gezicht ook meer dan redelijk, alleen ten tijde van de aankondiging was nog volstrekt onduidelijk waarop wij ons moesten voorbereiden. Dat kon op dat moment nog variëren van bedrijfsbeëindiging tot aan voortzetting van de stichting in opdracht van de 16 SRA gemeenten in gewijzigde vorm en met een nog onbekende bezuinigingstaakstelling. Tegelijkertijd was/is JBRA verplicht om tot aan 31 december 2014 haar huidige wettelijke taken conform de huidige subsidievoorwaarden van de SRA uit te voeren. De facto betekent dit, dat er geen eigen vermogen kon worden opgebouwd voor het opvangen van de reorganisatiekosten en dat niet al afscheid kon worden genomen van personeel. Immers, dat zou betekenen dat JBRA in 2013 en 2014 niet alle aan haar toevertrouwde kinderen in de knel in zorg zou kunnen nemen en dat is in strijd met de subsidievoorwaarden. In strijd met de subsidievoorwaarden handelen zou leiden tot terugvordering van de subsidiegelden. Over deze feiten bleek ook tijdens de rechtszaak geen verschil van mening te bestaan met de SRA.

Er is ook geen verschil van mening over het feit dat JBRA de afgelopen jaren het maximale heeft gedaan om frictiekosten te voorkomen. Huurcontracten werden tijdig beëindigd, er werd maximaal met tijdelijke personeelscontracten gewerkt en door de nieuwe generiek gezinsgerichte werkwijze werd al stevig voorgesorteerd op de vanaf 1-1-2015 noodzakelijke bezuinigingen. Daarmee is circa 12 mln. euro aan frictiekosten voorkomen. Ook zijn er inmiddels met de 16 SRA gemeenten goede meerjarige afspraken gemaakt over voortzetting van de samenwerking met betrekking tot de inzet van gezinsmanagers voor drang en dwang en overname van 80% van het personeel ten aanzien van taken die naar de gemeenten worden overgeheveld, bijvoorbeeld in het kader van de vorming van de AMHK’s. Wat resteert zijn 2.3 mln. euro aan frictiekosten en 3,3 mln. benodigd eigen vermogen om de continuïteit van de Stichting te waarborgen in de nieuwe met veel meer onzekerheden omgeven situatie. De 16 SRA gemeenten willen ook graag met JBRA door, omdat ze tevreden zijn met de succesvolle nieuwe werkwijze die tot nu toe al heeft geleid tot 40% minder ondertoezichtstellingen, 60% minder uithuisplaatsingen en hogere kwaliteit van dienstverlening.

Met een fors lagere toekomstige “omzet” van zo’n 33 mln. euro en een eigen vermogen van ongeveer nul staat het ook buiten kijf dat JBRA de 5,6 mln. euro aan reorganisatiekosten niet zelf kan opvangen. Vandaar dat volgens JBRA geen sprake is van een redelijke termijn en de SRA dus op zijn minst verantwoordelijk is voor compensatie van de reorganisatiekosten. De SRA is echter, zonder dat ze de hiervoor genoemde feiten weerspreekt, van mening dat wel degelijk sprake is van een redelijke termijn. Overigens is ze van mening dat de Rijksoverheid verantwoordelijk is voor compensatie van reorganisatiekosten. Het is immers het kabinet dat besloten heeft tot de transitie.

Maar de staatssecretarissen van VWS en VenJ hebben laten weten van mening te zijn dat de oplossing van het financiële probleem een verantwoordelijkheid is van de SRA en de 16 SRA gemeenten. Maar die leggen de bal dus terug bij het Rijk. En zo lijkt JBRA verzeild geraakt in een juridisch niemandsland, waarin de drie betrokken overheden naar elkaar verwijzen, terwijl de financiële tijdbom onder het voortbestaan van JBRA doortikt met alle risico’s voor het bieden van zorgcontinuïteit voor kinderen in de knel van dien. En dat dus in een situatie waarin de 16 SRA gemeenten graag doorwillen met JBRA en de SRA erkent dat JBRA het maximale heeft gedaan om reorganisatiekosten zo laag mogelijk te houden en zelf niet in staat is om voor deze kosten op te draaien. Vergeten lijkt de breed gedeelde opvatting dat er uiterlijk eind vorig jaar budgettaire helderheid moest zijn voor jeugdzorginstellingen, wil er sprake zijn van een verantwoorde voorbereidingsperiode. Keer op keer worden uiterste deadlines naar achteren geschoven in een politiek spel tussen overheden over de rug van de uitvoering.

Het is natuurlijk van de gekke dat we met de rug tegen de muur gedwongen worden tot dit soort juridische acties, omdat de drie betrokken overheden maar blijven zwelgen in politieke spelletjes over de verdeling van de reorganisatiekosten. Het gaat qua omvang om kosten die niet in verhouding staan tot de belangen die op het spel staan als het gaat om het realiseren van een zorgvuldige transitie en tot de bedragen waarover in het kader van de onderhandeling over de begroting 2015 wordt gesproken. En als ik dan in de krant lees dat alleen al de gemeente Amsterdam als veruit de grootste SRA gemeente in 2013 ruim 250 mln. euro heeft overgehouden, dan snap ik niet waarom er niet tenminste één staatssecretaris, SRA bestuurder of wethouder opstaat en politiek leiderschap toont. De rechtbank doet op 4 juni uitspraak, maar ik blijf hopen dat het gezond verstand bij de betrokken overheden eerder toeslaat.

Erik Gerritsen 

Meer columns van Erik Gerritsen leest u hier

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Michel Tettero / projectleider jeugdhulp
Dat de decentralisatie gepaard zou gaan met frictiekosten was vooraf helder. Voor een goede transitie helpt duidelijkheid voor de sector m.i. enorm ook vanwege het vertrouwen richting de overheden. Het scheppen van duidelijkheid over frictiekosten maakt dat de aandacht op de inhoud kan worden gericht: de jeugdhulp.

Bert
De rijksoverheid beslist, de provinciale overheid stopt met betalen en de gemeentelijke overheid kan en/of wil niet beslissen. En geen van drieën of gezamelijk nemen de verantwoordelijkheid. Dit doet het vertrouwen in de overheid / overheden geen goed.
Roffa
Eric Gerritsen is weer lieve broodjes aan het bakken in zijn columns op BB. tegelijkertijd daagt hij criticasters voor de rechter, zoals deze week prof. Heertje. Spreken met dubbele tong, heet dat.
Wil van den Herik / juridisch adviseur
Verschrikkelijk, Erik Gerritsen, hopelijk komt er een goede uitspraak.
Advertentie