Advertentie
sociaal / Column

Is jouw VOG nog oke?

Sinds 1 maart 2013 wordt iedere dag automatisch door justitie gecontroleerd of medewerkers in de kinderopvang nieuwe strafbare feiten hebben gepleegd.

22 januari 2014

De periode dat kinderen worden opgevangen in de kinderopvang, peuterspeelzaal of door een gastouder is cruciaal in hun ontwikkelingsfase. Jonge kinderen zijn kwetsbaar, vooral als ze zich nog niet zo goed verbaal kunnen uiten. Kinderopvang moet een veilige omgeving bieden en zo bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind.

Een van de aanbevelingen van de commissie Gunning naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak was een continue screening van de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van medewerkers in de kinderopvang. Alle medewerkers in de kinderopvang moeten een VOG hebben. De VOG toont aan dat een medewerker geen strafbare feiten heeft gepleegd waardoor hij/zij niet met kinderen mag werken. Maar deze verklaring is een momentopname. Daarna kan een medewerker alsnog strafbare feiten plegen die een bedreiging vormen voor de veiligheid van kinderen. Zolang dit niet bekend is bij de eigenaar van een kinderopvang of de toezichthouder, kan deze medewerker in de kinderopvang blijven werken. Dit is uiteraard ongewenst.

Sinds 1 maart 2013 wordt iedere dag automatisch door justitie gecontroleerd of medewerkers in de kinderopvang nieuwe strafbare feiten hebben gepleegd. Hier merkt niemand iets van totdat er een ‘hit’ komt op een medewerker. Het eerste half jaar na de invoering van de continue screening zijn er landelijk 68 signalen afgegeven over 66 personen. Per maand komen er circa 10 nieuwe signalen bij. Bij een signaal geeft justitie dit door aan de toezichthouder (de GGD). De toezichthouder verlangt dan van de kinderopvanginstelling of de gastouder dat de betrokken persoon een nieuwe VOG aanvraagt. In de meeste gevallen zien deze medewerkers af van de aanvraag van een nieuwe VOG. Waarschijnlijk zien zij de bui al hangen. Als er geen nieuwe VOG komt, mag deze medewerker niet langer in de kinderopvang werken. Inmiddels zijn de betreffende medewerkers via deze route geweerd uit de kinderopvang. De aanbeveling van de commissie Gunning is dus opgepakt  en we kunnen stellen dat de invoering van continue screening structureel bijdraagt aan het vergroten van de veiligheid van kinderen.

Maar hoe zit dat in andere sectoren waar veel(vuldig) met kinderen omgegaan wordt? Het onderwijs, sportclubs maar bijvoorbeeld ook jeugdzorg kennen geen continue screening. Ik besef heel goed dat continue screening slechts een van de vele instrumenten is om de veiligheid van kinderen te vergroten. Continue screening mag ook geen valse zekerheid geven. Maar als de continue screening van medewerkers in de kinderopvang al zoveel ‘hits’ oplevert waarom zou dat dan anders zijn voor bijvoorbeeld het onderwijs?

Waarom de continue screening niet uitbreiden naar andere sectoren waarin veel met kinderen gewerkt wordt?

Paul van der Velpen

Meer columns van Paul van der Velpen leest u hier.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

André Meester / ZZP
Ik weet het niet. Mij klinkt zo'n schaalvergroting van continue screening behoorlijk "big brother watching" in de oren. En het plegen van strafbare feiten is wellicht niet vanzelfsprekend te koppelen aan gevaar voor kinderen/jeugdigen. Ik neem trouwens aan dat die koppeling in de huidige screening wel aan de orde is ...
Advertentie