Advertentie
sociaal / Achtergrond

Jongere helpt jongere

Hoe bereik je als gemeente jongeren met armoede- en schuldenproblematiek? In Noord-Holland en zuid-Limburg wordt Speaking Minds toegepast. Vmbo- en mbo-leerlingen geven advies aan het gemeentebestuur en blijven daarna bij het beleid betrokken. ‘Jongeren kunnen veel makkelijker hun leeftijdsgenoten benaderen dan onze ambtenaren.’

25 mei 2018

Nieuwe aanpak armoedebeleid

Het is een apart gezicht op een maandagochtend om half tien in de raadszaal van de gemeente Castricum. Aan de tafels, opgesteld in een ovale setting, zitten geen raadsleden maar leerlingen van het ROC Horizon College te Alkmaar. De spanning is zichtbaar op hun gezichten. ‘Ze gaan dadelijk hun adviezen aan de wethouders voorleggen en zijn knap zenuwachtig’, vertelt Kim de Ruijter, beleidsadviseur sociaal domein voor de BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo). ‘In de gezamenlijke Whatsappgroep werd me nog gevraagd of er een dresscode is. Ik heb gezegd dat ze aan kunnen trekken waar ze zich goed in voelen.’

In koppels wisselen de leerlingen elkaar af bij de microfoon. Ze geven antwoord op de adviesvragen die ze van de BUCHgemeenten hebben gekregen: wat hebben jongeren nodig die met armoede- en schuldenproblematiek te maken krijgen? En: hoe bereik je ze?

De tweedejaars mbo’ers – allemaal in de richting pedagogiek – gaan vooral in op die tweede vraag. Uit enquêtes en interviews die ze onder leeftijdsgenoten hebben afgenomen, concluderen ze dat er meer voorlichting over armoede op scholen moet worden gegeven. Ook moeten de BUCH-gemeenten jongeren via sociale media benaderen. En er dient een online vraagbaak te komen waar, geheel in de tijdsgeest, binnen 24 uur een reactie wordt gegeven op vragen die jongeren kunnen hebben over geld, schulden en sociale voorzieningen. ‘Wij verwachten dat u niet alleen luistert maar ons ook duidelijk vertelt wat u gaat doen’, geven ze de aanwezige wethouders tot slot mee.

De Bergense demissionaire wethouder Jan Mesu (sociaal domein, CDA) richt zich vervolgens tot zijn jonge adviseurs: ‘Mij wordt door de raad de laatste jaren regelmatig gevraagd waarom onze gemeente geld overhoudt op het armoedebeleid. Ik leg dan uit dat we simpelweg te weinig aanvragen krijgen voor de sociale voorzieningen. Jullie geven goede tips voor de besteding van dat geld. Het idee van de vraagbaak spreekt me zeer aan, maar het wordt een hele klus om iemand aan het werk te zetten die de hele tijd sociale media in de gaten houdt. Jullie hebben daarnaast groot gelijk dat de procedures laagdrempeliger moeten worden en dat we sociale media goed moeten benutten.’ Mesu wil dat een aantal jongeren contactpersoon voor de BUCH-gemeenten blijft. ‘Dan kijken we over een half jaar of jaar terug op wat er met het advies is gedaan.’

De boer op
Mesu is tevreden met het advies: ‘De houding vanuit een gemeentebestuur is vaak dat wij wel weten wat goed is voor de jongeren. Maar we moeten het ook daadwerkelijk aan hen vragen, via hun kanalen. Dit project laat zien dat we als gemeenten de boer op moeten, achter onze computers vandaan. Ik heb vandaag geleerd hoeveel belang jongeren eraan hechten om snel geholpen te worden met hun vragen. Wij moeten daarvan leren.’ Ook vindt hij het advies grotendeels uitvoerbaar. ‘Er wordt momenteel achter de schermen gewerkt aan één gezamenlijke site voor de BUCH-gemeenten. Dat werk zouden we kunnen combineren met de uitvoering van het advies van de jongeren. Ik ga op basis van dat advies zeker aan een voorstel werken.’

Als de wethouders zijn vertrokken, geeft De Ruijter de jongeren aan dat ze het advies binnenkort al zal meewegen als ze tijdelijk iemand mag aannemen voor de communicatie. Ze benadrukt nog eens de wens om contact te blijven houden: ‘Ik wil jullie betrokken houden bij de uitvoering van jullie advies. Jullie kunnen mij daarbij ondersteunen. Ik neem aan dat we al wat eerder dan de wethouder suggereerde opnieuw om de tafel zitten, bijvoorbeeld binnen drie of vier maanden.’

Jongeren aan zet
Speaking Minds luidt de aanpak van de BUCH-gemeenten (zie kader hiernaast). In de gemeenten Kerkrade en Heerlen en bij het Arcus College in laatstgenoemde stad is het Speaking Minds-project inmiddels uitgegroeid tot het samenwerkingsverband ‘Jongeren aan zet’. Armoederegisseur Nicolle Cox onderhoudt het contact met een van de jongeren die zich als ambassadeur van het project beschikbaar heeft gesteld met als taak een jongerenraad op te zetten voor Kerkrade. ‘Die jongerenraad wordt niet alleen een adviesorgaan binnen de gemeenten, maar ook een leerwerkbedrijf. Werk bij de jongerenraad levert de leerlingen studiepunten op voor hun opleiding’, licht Cox toe.

Er is net een profielschets voor de jongerenraad opgesteld. ‘Leden moeten op z’n minst in het tweede jaar van hun opleiding zitten, voldoende gemotiveerd zijn, en affiniteit hebben met de doelgroep en de sector zorg en welzijn. Daarnaast verwachten wij van de leden dat ze openstaan voor begeleiding en een VOG kunnen overleggen.’ Eenmaal in de jongerenraad is het de bedoeling dat een leerling er twee jaar lang ervaring opdoet. In september zou de eerste lichting – met een jaarbudget van 3.000 euro en één werktelefoon voor de groep – aan de slag moeten gaan.

De jongerenraad zal de Kerkraadse wijken in gaan op zoek naar verborgen armoede en zorgvragen van hun eigen leeftijdsgroep. Cox: ‘We willen ze ook vragen te onderzoeken hoe een aantal van hun adviezen het best kan worden uitgevoerd. Het gaat dan om een hulplijn voor vragen over geldzaken en een informatiebank over alles wat erbij komt kijken als iemand achttien jaar wordt.’ De jongeren krijgen geen opdracht met harde eisen en verplichtingen van de gemeente mee. ‘Wij houden ons sterk op de achtergrond. Als wij zien dat er behoefte is aan coaching of een deadline, springen wij in. Dat klinkt misschien wat idealistisch, maar wij willen de deelnemers ook echt zelfstandigheid en verantwoordelijkheid meegeven.’

Toekomstige armen
Wethouder Huub Wiermans (sociale zaken, Burgerbelangen Kerkrade) vertelt dat het college bij het vastleggen van het sociale beleid in 2014 de keuze maakte om in de eerste plaats de armoede onder huishoudens met kinderen te gaan aanpakken. ‘Het gaat in Kerkrade om 1.200 tot 1.400 kinderen die, als we er niets aan doen, de toekomstige armen zijn. We wisten die groep niet altijd te bereiken. Het Speaking Minds-project is daarom een interessante aanvulling op het armoede beleid. Het heeft ons in staat gesteld een groep jongeren warm te maken om met ons mee te denken en te werken. Zij kunnen veel gemakkelijker hun leeftijdsgenoten benaderen dan onze ambtenaren of ikzelf dat kunnen. Wij zijn dat principe nu aan het verankeren in onze werkwijze. Het is de bedoeling dat leden van de jongerenraad mee gaan werken aan projecten op wijkniveau. Ik kan me ook voorstellen dat zij deel gaan nemen aan spreekuren van de wijkteams.’

Krijgen de jongeren ook daadwerkelijk invloed op de besluitvorming van de gemeente? ‘We hebben een aantal adviesraden die gevraagd en ongevraagd advies of commentaar geven. Die zelfde positie krijgt de jongerenraad ook’, antwoordt Wiermans. ‘Het is echt de bedoeling dat de adviezen van de jongerenraad serieus worden bekeken. Als we er iets mee willen doen, stellen we afhankelijk van een ambtelijk advies een collegevoorstel op dat we vervolgens aan de raad voorleggen.’ En of de wethouder nog regelmatig zijn oor te luister legt bij de Kerkraadse jeugd? ‘Zelf heb ik geen contacten meer gehad met de projectdeelnemers. Dat doet onze armoederegisseur.’ Maar als in september de jongerenraad wordt geïnstalleerd, krijgt die ruime toegang tot de gemeente. ‘Zowel ambtelijk als bestuurlijk.’ ‘


‘Veel beleidswerk vindt nog plaats achter bureaus’
De aanpak voor Speaking Minds is ontwikkeld door de stichtingen Save the Children, Defence for Children en Stimulansz. De formule is als volgt: een beleidsmedewerker van een gemeente wordt gekoppeld aan een vmbo- of mbo-klas. De leerlingen gaan zich één week (vmbo) of tien weken (mbo) verdiepen in de sociale beleidsterreinen en buigen zich vervolgens over een adviesvraag van de gemeente.

Daarbij doen ze veldwerk, nemen ze interviews en enquêtes af. Aan het eind van het project wordt er door de leerlingen in een slotpresentatie advies gegeven aan het gemeentebestuur. ‘Wij gaan alleen met gemeenten in zee als zij ook daadwerkelijk de intentie hebben om die conclusies te verwerken in beleid’, aldus Karin van Nuland, die namens Stimulansz het contact met gemeenten onderhoudt. ‘Gemeenten vinden het lastig om jongeren daadwerkelijk bij beleid te betrekken. Ze zijn vaak wel in gesprek met een groep actieve, politiek betrokken jongeren, maar die zijn vaak niet de doelgroep van het armoedebeleid. Dat bestuurders en ambtenaren juist in gesprek moeten met die doelgroep is logisch, maar bepaald niet ingebakken in de werkcultuur. Veel beleidswerk vindt plaats achter bureaus en ambtenaren ervaren regelmatig een drempel als ze met jongeren in gesprek moeten gaan.’

Anderzijds hebben jongeren volgens Van Nuland veel vooroordelen over hun gemeente bij aanvang van het project. ‘Zij hebben vaak het idee dat die er niet voor hén is. Het kennisniveau bij vmbo’ers en mbo’ers over wat de gemeente doet is vaak laag. Het is voor deze groep dan ook van belang om te leren wat zij aan de gemeente kunnen hebben en hoe zij daaraan kunnen bijdragen. Daardoor maken de vooroordelen in de loop van het project ook plaats voor enthousiasme. De jongeren doen vaardigheden op in onderzoek, analyse en presentatie en krijgen ook grip op de materie. Wie na het project betrokken willen blijven, kan ambassadeur worden voor Speaking Minds en houdt contact met de beleidsambtenaar. Dat is ontzettend waardevol.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie