Advertentie
sociaal / Achtergrond

Vliegende start Jeugdzorg 2.0

Gemeenten hebben nog een kleine twee jaar voordat de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten een feit is (per 1-1-2015). Gemeenten wachten niet langer en starten gewoon.

15 maart 2013

Alle jeugdzorg gaat naar de gemeenten met ingang van 2015. De tijd dringt, al ligt er nog geen wet. Gemeenten wachten niet langer. ‘Gewoon starten en zien wat er gebeurt.’ Ondervinding blijkt een goede leermeester.

Waarheen verwijs je een alleenstaande moeder met een puberende zoon, die bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) aangeeft dat ze haar kind niet de baas kan? Een relatief licht geval, maar in de huidige situatie gaat er een heel circus aan vooraf voor er ondersteuning komt. Zowel de ouder als CJG belt het Bureau Jeugdzorg (BJz). Dat beoordeelt of het de conclusie van de eerstelijns medewerker deelt, stelt een oplossing voor, verbindt er zo nodig opvoedingsdoelen aan en laat de indicatie paraferen door een teamleider. De moeder meldt zich met indicatie bij de zorgaanbieder en mag tijdens de intake opnieuw haar verhaal doen. Als die een passend aanbod heeft, kan de hulpverlening starten. Alle betrokken instanties in de keten krijgen geld om een ‘product’ te leveren, niet om het probleem zo snel mogelijk op te lossen en verergering te voorkomen. 

Dat moet anders. Daarom heeft een flink aantal gemeenten van rijk en provincies de ruimte gekregen om vooruitlopend op de transitie van de jeugdzorg in 2015 overbodige schakels weg te snijden. Tientallen Nederlandse gemeenten draaien proef met ‘jeugdzorg nieuwe stijl’. Kwam het aanvankelijk niet veel verder dan onderling snuffelen  tijdens werkbezoeken of gezamenlijk confereren en workshops, door de vele pilots krijgt op veel plekken in het land de beoogde ontschotting handen en voeten.

Allemaal winst
Zes gemeenten op de noordwestelijke flank van de Veluwe (Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten) vormen samen Regio Noord-Veluwe (RNV). Zij hebben een bestuursovereenkomst gesloten met de provincie Gelderland die hen het mandaat gaf vooruit te lopen op de wet en ‘enkelvoudige ambulante jeugdzorg’ voortaan af te handelen zonder de gebruikelijke wettelijke indicatie van het Bureau Jeugdzorg (BJz). Het betreft zorg in de thuissituatie van ouders en kinderen, zonder opname in een instelling of pleeggezin. Bij de Centra voor Jeugd en Gezin in de regio zijn medewerkers van vijf ‘kennispartners’ gedetacheerd: de jeugdgezondheidszorg (JGZ), Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, BJz, MEE voor de licht verstandelijk gehandicapten (LVG) en zorgaanbieder Icare. Als de frontoffice inschat dat er geen sprake is van veiligheidsrisico of meervoudige problematiek (schulden, verslaving, psychiatrische problemen), kan het gezin linea recta naar de ambulante hulpverlening, bijvoorbeeld thuiszorg.

‘De kinderen blijven thuis, een professional bezoekt het gezin op gezette tijden en indien nodig worden de overige gezinsleden bij de behandeling betrokken’, vertelt Tineke Knegtering, coördinator van het CJG in Ermelo, over de bevindingen tot nu toe. Zowel hulpverleners als ouders en jongeren zijn volgens haar enthousiast: ‘Jeugdigen en gezinnen worden sneller geholpen. De drempel tot hulp is beduidend lager dan via indicatie. Daarnaast helpt dit experiment ons intern bij de doorontwikkeling van het CJG.’

In twee stappen bij de juiste hulpverlener, dat is het uitgangspunt volgens John Prein, transitiemanager jeugdzorg van RNV. ‘De frontoffice vraagt goed door en legt snel de vinger op de zere plek. Ouders voelen zich goed bediend en sjouwen niet van de een naar de ander. Allemaal winst.’

Ook Laurens Klappe, wethouder gezondheidszorg en jeugdbeleid in Ermelo, is tevreden over het verloop van de proef. Niet alleen vanwege de versnelling die optreedt: ‘Het experiment draagt bij aan een geleidelijke overgang. Voor alle betrokken partijen is dat beter. Deze aanpak voorkomt mede dat er over twee jaar een koude sanering nodig is. De intentie is om medewerkers van de kennispartners over te nemen, die nu nog op de loonlijst van de moederorganisatie staan.’ 

‘Gewoon starten en zien wat er gebeurt’, zegt Alex Vinke, teamleider van BJz Harderwijk, formeel de ‘toegangspoort’ tot jeugdzorg in de regio. Medewerkers van het BJz moeten zich volgens hem bezighouden met zaken ‘waar ze het verschil uitmaken’. ‘Daarmee bedoel ik intensieve trajecten waar sprake is van meerdere problemen in een gezin, of zorgmeldingen waarin buurt, school of de politie aan de bel trekken. En niet met zaken waar ze hetzelfde gaan zeggen als hun collega’s in het veld. Zorgmeldingen zijn een aparte discipline, omdat ouders of kinderen problemen ontkennen en vaak geen hulp willen. Dan moeten wij eerst probleembesef bijbrengen. Maar we moeten onze tijd niet gebruiken om te kijken of andere professionals hun werk goed deden. Die tijd kunnen we beter gebruiken in trajecten voor zorgmijdende gezinnen met zware problemen.’

Zwaardere gevallen
Paradoxaal genoeg ziet Vinke het aantal zorgmeldingen groeien. Zijn verklaring: ‘We krijgen verhoudingsgewijs meer meldingen van de politie. Die merkt dat we zaken sneller oppakken en ook dat de intensiviteit die we erin kunnen stoppen groter is, nu die niet meer nodig is voor gevallen die direct via het CJG worden afgehandeld. We krijgen een zwaardere caseload, omdat de lichtere gevallen er tussenuit vallen. Niet in aantallen, maar wel in de zorgzwaarte die vervolgens nodig is.’

‘Bij ambulante hulpverlening gaat nog steeds tweederde via het BJz’, constateert Prein. ‘Hoe dat komt, weten we niet precies, maar in mijn ogen is dat te veel. Daardoor hebben we nu onvoldoende zicht op de ambulante vraag. Met ingang van 2015 is het BJz dicht voor lichte vormen van hulpverlening. Daarom is het zaak dat we het CJG snel upgraden.’

Preins neiging om gas te geven is begrijpelijk. Feitelijk resteren er minder dan twee jaar om nog ‘droog te zwemmen’. Als het aan hem ligt, lopen binnen een paar maanden ook de toegang tot (weekeinde)pleegzorg, naschoolse dagbehandeling, de Jeugd GGZ en de Jeugd LVG via het CJG. De regio moet zo snel mogelijk de rol van opdrachtgever overnemen van de provincie. Halverwege 2014 moet alles ‘uitvoeringsgereed’ zijn: van de inkoop van jeugdhulpverlening tot en met duidelijkheid over de toeleidingssystemen en het financieringsmodel. Prein wil op korte termijn lokale teams vormen met voldoende deskundigheid. Daarvoor moet in zijn ogen capaciteit worden ‘losgeweekt’ bij de CJG-partners, waardoor de band met de eigen broodheer losser wordt. ‘Veranderingen bij deelnemende organisaties klinken te veel door aan de voorkant. Zodra er bezuinigd of gereorganiseerd wordt, merkt men dat nu meteen in het CJG. Dat maakt het moeilijk stuurbaar. De capaciteit aan de voorkant moet omhoog, zowel qua uren als volume. En er moet meer commitment komen, met het eigen team, de wijk en de bewoners.’

Wethouder Klappe: ‘Er is behoefte aan breed inzetbare generalisten. Die moeten weten wat ze zelf kunnen maar ook op tijd aangeven wanneer er hulp nodig is van de tweede lijn. En niet op de automatische piloot gaan shoppen bij de instelling waar ze vandaan komen, maar misschien bij concurrerende instellingen. We moeten de eigen identiteit van het CJG versterken.’

‘We zijn er nog niet uit of we voor lokale teams nieuwe juridische eenheden moeten vormen of dat gentlemen’s agreements voldoen’, legt Prein uit. ‘De zes gemeenten zijn het eens over het uitgangspunt, maar denken nog na over de beste constellatie. Sommige geven de voorkeur aan publieke dienstverlening. Andere zien het liever privaat georganiseerd, zodat ze ook nadrukkelijk de positie kunnen innemen van opdrachtgever. Die discussie loopt wel door, maar ondertussen willen alle betrokken gemeenten aan de slag.’

Een stap die volgens Prein binnenkort gezet moet worden, is het opzetten van een financieringsstructuur. ‘We willen een schaduwfinanciering, om greep te krijgen op positieve en negatieve prikkels. En om obstakels te ontdekken. Die komen er echt wel, maar hoe meer je er kunt tackelen zolang je nog onder de beschermende vleugels van de provincie hangt, hoe mooier. Het zou prachtig zijn als er straks een financieringsmodel ligt dat we door kunnen kopiëren naar de situatie in 2015.’ 

Bijscholing nodig
Het kennisniveau van de CJG-medewerkers is niet in alle gevallen op peil voor de veranderde taken, is de gedeelde bevinding van de CJG-partners. Een jeugdverpleegkundige kijkt immers anders naar opvoedingsproblemen dan een gedragsdeskundige. De medewerkers van het generalistische basisteam krijgen bijscholing. De expertise van BJz-medewerkers wordt volgens Prein nog onvoldoende overgedragen aan de andere participanten.

Dat laatste erkent ook Alex Vinke: ‘Het BJz moest wennen aan het overdragen van kennis over indicering. De indicatiestellers hebben een hbo-opleiding, minimaal vijf jaar ervaring en worden periodiek bijgeschoold. Dan is het slikken als opeens gezegd wordt: de schoolmaatschappelijk werkster kan het ook. Wat je hebt opgepoetst, blijkt opeens niet zo bijzonder meer. Loslaten is misschien het moeilijkst van de transformatie. Vooral uitvoerenden moeten terug naar hun missie: waarom zijn we dit werk eigenlijk gaan doen?’

Laurens Klappe intussen hamert erop dat de CJG-partners en zorgaanbieders moeten beseffen dat niet alleen de bordjes worden verhangen.  Nee, er is een compleet nieuwe structuur in wording, waarbij prestaties tellen. ‘Dat besef heerst nog niet overal voldoende. Zorgaanbieders die denken “zo lang het geld komt, verandert er weinig” komen bedrogen uit. Als ik merk dat instellingen stellingen betrekken in plaats van samen te werken, draai ik aan de geldknop. Behalve een nieuwe wet hebben we ook nog eens een enorme bezuinigingsopgave. Aan de ene kant helpt dat niet mee, aan de andere kant wordt de taakstelling door ons gebruikt als hefboom. Alles bij het oude laten kan niet.’

Tijdens de verbouwing moet de winkel gewoon open blijven, benadrukt verantwoordelijke gedeputeerde Annemieke Traag. ‘Het belang van jongeren staat centraal. En de bestaande instellingen mogen niet omvallen. De jeugdzorgorganisaties hebben met elkaar wat opgebouwd in Gelderland. Dat breken we niet rücksichtslos af. We moeten het kind niet met het badwater weggooien.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie