Integriteitsbureau deelt expertise over seksuele intimidatie
Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) gaat haar onderzoeksexpertise en kennis van integriteit ter beschikking stellen bij onderzoeken naar seksuele intimidatie in het bedrijfsleven. Uit onderzoek blijkt dat 'seksuele intimidatie' een relatief veel voorkomende vorm van ongewenst gedrag is.
Kwart leidinggevenden
10% van de vrouwen geeft volgens onderzoek aan dat zij wel eens geconfronteerd zijn met intimidatie op het werk en ruim een kwart van de leidinggevenden heeft zich wel eens schuldig gemaakt aan intimidatie.
Specialistische kennis
Volgens Bing vereist onderzoek naar seksuele intimidatie zeer specialistische kennis en ervaring. BING wil met dit initiatief haar specifieke expertise en ervaring op het terrein van intimidatie ook buiten haar traditionele 'thuismarkt' beschikbaar stellen.
Stigmatiserend
Wanneer de situatie zich voordoet spreekt BING niet over een onderzoek naar seksuele intimidatie, maar over een onderzoek naar professioneel gedrag. Dat werkt minder stigmatiserend, aldus BING.
Zelf slachtoffer
Irene Nijhof, coördinator bij BING van onderzoeken naar ongewenste omgangsvormen: "Bij ongewenst gedrag is in het algemeen sprake van misbruik van een machtspositie. Maar je moet ook oog hebben voor de mogelijkheid dat de klager een valse rol speelt. De beschuldigde blijkt dan onverwachts zelf het slachtoffer te zijn."
Team
BING beschikt voor onderzoeken naar seksuele intimidatie over een team van 6 ervaren adviseurs met gedragskundige en forensische onderzoekservaring.
Waarbij voor de seksueel getinte opmerking moet gelden dat dit niet disproportioneel dient voor te komen. Maar wat is disproportioneel?
Voor de ene ontvanger is dit één opmerking in de week en voor de ander drie per dag.
Een medewerker moet neutraal kunnen aangeven dat hij/zij de seksueel getinte opmerkingen niet prettig vind zonder dat hier nog consequenties aan verbonden zijn voor degene die ze uit.
Bij een ieder die een seksuele relatie heeft met een ander is dat voorafgegaan van dergelijke seksueel getinte opmerkingen oftewel avances.
Zonder dergelijk gedrag is de mensheid gedoemd om binnen afzienbare tijd uit te sterven.
Of we moeten gedwongen huwlijken gaan prefereren.
Bij seksuele intimidatie is er echter sprake van het min of meer dreigend “verplichten” aan de ander om een seksuele handeling te verrichten of te accepteren omdat er anders sancties m.b.t. werk/carrière zouden kunnen volgen.
Het is echter zo dat dit zeer moeilijk aantoonbaar is omdat een dader dit natuurlijk pas kenbaar maakt als deze met het slachtoffer alleen is.
Ook bestaat er de kans dat een zogenaamd slachtoffer (dader) de andere kant op dreigt en een valse beschuldiging uit om zo ook een doel te bereiken.
Iets dat nog veel schadelijker kan uitpakken.
Met name met betrekking tot discriminatie is al heel veel malen sprake geweest van het uiten van valse beschuldigingen.
Het zou dus nooit zomaar zondermeer in een personeelsdossier mogen worden geadministreerd.
Pas als de beschuldiging hard gemaakt is dan zou er pas sprake kunnen zijn van opname in het personeelsdossier maar dan is ontslag op staande voet wegens strafbaar handelen een betere oplossing.
Zeker is dat er iets mee gedaan moet worden maar wel op een delicate,haalbare en integere wijze.