Advertentie
sociaal / Column

Ouderen in verpleeghuizen: kind van de rekening

Geef de gemeenten een veel grotere verantwoordelijkheid bij het toezicht. De belangen van gemeenten zijn veel groter (het zijn immers hun inwoners), de gemeenten hebben ervaring met direct toezicht.

19 juni 2014

Vorige week heeft de inspectie van de gezondheidszorg (IGZ) een nogal vernietigend rapport gepubliceerd over de zorg die verzorg- en verpleeghuizen leveren aan één van de meest kwetsbare groepen van ons land: ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. Uiteraard en zeer terecht zijn daar vervolgens grote zorgen over.

Zoals velen heb ik persoonlijke ervaringen met het verpleeg- en verzorghuiswezen. Mijn moeder, vorig jaar overleden, heeft ongeveer anderhalf jaar in een verpleeghuis gewoond. Daar heb ik positieve maar ook negatieve ervaringen op ‘mogen’ doen. In plaats van u te vertellen over die ervaring, wil ik een parallel trekken met een andere sector in Nederland, waar we wél kosten noch moeite sparen voor een zo goed mogelijke zorg.

U raadt het vast al: de kinderopvang. Voor de kinderopvang is vrij strikte regelgeving aanwezig, waarbij de kinderopvang jaarlijks geïnspecteerd wordt. Vervolgens zijn diverse handhavingsacties mogelijk: bestuurlijke boete, tijdelijk sluiten van kindercentra maar we kunnen ook praktische tips geven om aangetroffen problemen te verbeteren.

Alle kindercentra krijgen op basis van een risico-inschatting een kleur toegekend. De kleur bepaalt hoe intensief het kindercentrum geïnspecteerd wordt inclusief het aantal uren dat daaraan besteed wordt. Dit doen we o.a. omdat de kinderen zelf niet mondig genoeg zijn om voor hun belangen op te komen. Maar kinderen hebben ouders die voor ze opkomen, en die er voor kunnen kiezen om hun kind naar een ander kindercentrum te brengen.

Je zou denken: goed voorbeeld doet goed volgen. Dit doen we ook in de verpleeg- en verzorgsector (v&v sector). Niets is minder waar. De IGZ heeft nu een rapport uitgebracht op basis van gegevens uit 2011 en 2012, waaruit blijkt dat de kwaliteit onvoldoende is. Als dit in de kinderopvang zo laat pas zou gebeuren, zou het land te klein zijn. In mijn ogen zijn de in de v&v sector opgenomen mensen een kwetsbare groep mensen. Als er naaste familie of mantelzorg ontbreekt (is geen zeldzaamheid) is er nauwelijks een mogelijkheid om voor de eigen belangen op te komen. Bovendien is het zo dat ouderen niet gemakkelijk naar een ander tehuis kunnen switchen. De wijze en frequentie van toezicht maakt dat ik denk dat we de ouderenzorg niet echt serieus nemen.

Wat mij betreft veranderen we dat. Geef de gemeenten een veel grotere verantwoordelijkheid bij het toezicht. De belangen van gemeenten zijn veel groter (het zijn immers hun inwoners), de gemeenten hebben ervaring met direct toezicht. Laat de huidige inspectie dan toezicht houden op de gemeentelijke inspecteurs. Er zou bijvoorbeeld gekeken kunnen worden of mensen vaak genoeg buiten komen, de medische verzorging, hygiënische situatie en het activiteitenprogramma. Hierbij kan uiteraard de mantelzorg een belangrijke rol bij spelen. Toen duidelijk werd dat het voor het (zeer gemotiveerde) personeel volstrekt onmogelijk was om met mijn moeder elke dag een stukje te lopen, hebben we daar zelf voor gezorgd. Alleen als de lokale partners meer verantwoordelijkheid krijgen, kunnen we het toezicht op de v&v sector écht professionaliseren en de kwaliteit van geleverde zorg verbeteren. Dat moet iedereen toch willen.  

Paul van der Velpen, directeur GGD Amsterdam

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Greetje van gruting / raadslid VVD Leiden
Heel terecht deze oproep. Voorheen, toen er nog de Wet op Bejaardenoorden (WBO) was, werden deze instellingen minimaal 1X, maar vaak 2X per jaar bezocht en gecontroleerd door inspecteurs. Een goede inspecteur was een aanvulling op de kwaliteit van zorg.
Advertentie