1.200 kinderen met spijkers en balken
Wie blijft er achter in Nederland, terwijl de rest op vakantie gaat. Wie kijkt naar deze mensen om? Kinderen bouwen hutten in Alkaar.
In het staartje van de zomervakantie strijkt in zowat elk Alkmaars wijkpark een huttendorp neer. Kinderen timmeren er hun eigen hut en doen mee aan allerlei activiteiten. Door regels is het een flinke organisatorische klus voor gemeente en vrijwilligers. Zeker dit jaar, toen begin juli een storm parken onveilig maakte.
Serie: achterblijvers
Half Nederland trekt er in de zomer met de tent, de caravan, de auto, de trein of het vliegtuig op uit. Maar wie blijven er – al dan niet noodgedwongen – achter, en wie kijkt daarnaar om? Deel 3: de huttenbouwers.
Het was wethouder en Dachau-overlevende Rindert van Zinderen Bakker die in 1950 voor de eerste keer een ‘jongensstad’ organiseerde. Zo valt te lezen in het boek Speurtocht door Alkmaar uit 1977 van N.J. Speur. Rindert van Zinderen Bakker was kleinzoon van de gelijknamige propagandist voor de sociale beweging van Domela Nieuwenhuis en grondlegger van de arbeidersbeweging in het zuidoosten van Friesland.
De tijdsgeest van de eerste jongensstad was bepaald niet progressief; alleen jongens tussen acht en veertien jaar mochten komen. Een honderdtal van deze knapen nam in beginsel zelf gereedschap mee, kreeg wat planken en balken toebedeeld en bouwde daarmee eigen huisjes.
Veel was er in het huttendorp oorspronkelijk niet te doen, maar het vermaak was onverminderd groot. Een paar planken en wat spijkers waren genoeg om de jongens weken te vermaken. Ze hadden elkaar natuurlijk. De begeleiding was minimaal, zo leest het verslag van Speur, en gedurende de weken ontstond er een primitieve hiërarchie. Met minimale ‘overheidsbemoeienis’ en een vleugje anarchie.
Het was een vakantie in eigen stad, zonder inmenging van ouders en andere ongewenste autoriteitsfiguren. Verre vliegvakanties waren in die tijd bijna non-existent. Zelfs vakantie vieren in het buitenland was een zeldzaamheid. Vanaf de jaren zestig hadden steeds meer gezinnen een auto en werden de zomers ook wel eens in Frankrijk of Spanje doorgebracht. Pas eind jaren tachtig daalde het aantal Nederlanders dat vakantie in eigen land vierde flink.
Kinderwethouders
De jongensstad bleef ieder jaar gestaag groeien. In het midden van het huttendorpje kwam een circustent te staan; uit de deelnemers werd een burgemeester gekozen. Uiteindelijk kwamen er ook kinderwethouders, een politiecommissaris en een directeur openbare werken die verantwoordelijk was voor het ophalen van het bouwafval. De gemeente in het klein als het ware. Van beleidsadviseurs, teamleiders, sociaal werkers en communicatiecoaches hadden ze nog nooit gehoord, maar ergens verscholen in dat primitieve huttendorp vol kinderen ontstond een kiemplantje van de verzorgingsstaat.
Daarmee kwam ook de nodige emancipatie. Toen steeds meer meisjes mee wilden doen verdween de naam jongensstad. In 1992, 42 jaar na de start van het initiatief, werd Stichting Vakantiebesteding Alkmaar opgericht, die het jaarlijkse evenement nog steeds organiseert.
Nog eens ruim dertig jaar later is er niet slechts één huttendorp meer, maar zijn het er wel acht met allemaal ieder jaar een ander thema. Het aantal deelnemende kinderen is gegroeid naar ruim 1.200, en de stichting bestaat inmiddels uit 200 vrijwilligers. Waar je vroeger nog honderden kinderen, gewapend met hamers, zagen en spijkers mocht loslaten op een grasveld komt daar tegenwoordig organisatorisch en vergunningtechnisch iets meer bij kijken. Van de anarchistische stemming is dan ook weinig overgebleven.
‘Vergunningsdrift’ maakt de organisatie van een dergelijk evenement in 2023 een flinke klus; de overlappende ruimtevraag in een stedelijke omgeving als Alkmaar brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Zo zou ook dit jaar blijken.
Betaling is ook mogelijk via de Alkmaarpas
De jaarlijkse begroting kwam in 2022 uit op bijna 50.000 euro. Daarvan werd meer dan de helft door de gemeente Alkmaar ingelegd. Bijna 6.000 euro haalde de stichting vorig jaar zelf op met de kaartverkoop. Ouders betalen voor een dag aan activiteiten slechts een paar euro per kind.
De huttendorpen zijn in de kern een sociaal initiatief. Deelnemers die de kleine bijdrage niet zelf kunnen betalen, kunnen via de voedselbank gratis entree krijgen. Betaling is ook mogelijk via de ‘Alkmaarpas’, een tegoedkaart van de gemeente die gratis is voor inwoners met een inkomen tot 150 procent van de bijstandsnorm.
Zelfs wanneer geen van die opties mogelijk zijn, kan in overleg met de organisatie veel geregeld worden. Kortom: iedereen kan meedoen aan de projecten van Jeugd Onder Leiding (JOL).
Storm Poly
Tenminste, dat is de bedoeling. Drie weken voor de start van de huttendorpen editie 2023 komt er plots slecht nieuws. Een aantal locaties is door storm Poly, die in de eerste week van juli over het land raasde, mogelijk onbruikbaar geworden. Vooral JOL Hoefplan, voor kinderen uit de gelijknamige wijk, komt op losse schroeven te staan. ‘We zijn op dit moment een beetje in rep en roer’, vertelt Sascha Groenland van JOL Hoefplan gehaast over de telefoon. Ze moet na het gesprek weer een overleg in met de gemeente, om samen te kijken naar een alternatieve plek voor één of meerdere van de dorpen.
Vooral de plek waar Hoefplan zou plaatsvinden, een veldje in Natuurpark Egmonderhout, is beschadigd door de harde windstoten. ‘We hebben helemaal niet zoveel nodig, alleen een plek met elektriciteit en water. De gemeente doet ontzettend haar best om alles in orde te maken, maar het lijkt erop dat we moeten verkassen.’
Maar waar naartoe? Zeker in de regio Alkmaar ging Poly flink tekeer. Pas twee weken nadat de storm ging liggen konden de meeste parken weer open. Het opruimen van alle schade is nog steeds niet helemaal klaar. Het merendeel van de takken en omgewaaide bomen is inmiddels wel opgeruimd, maar echte herstelwerkzaamheden hebben nog bijna niet plaatsgevonden. Pas na de zomer komt het college met een herstelplan. Van de beschadigde bomen kunnen weken later nog delen naar beneden komen, en het lokale bestuur wil niet verantwoordelijk zijn voor een ongeluk.
Verlossende woord
‘Ze hebben met hoogwerkers heel veel takken verwijderd. Volgens ons is alles inmiddels wel opgelost, maar ze geven het terrein niet vrij. Ze durven het niet aan’, zegt Groenland een week voordat het huttendorp van start gaat. Dan komt het verlossende woord: JOL Hoefplan kan doorgaan op een andere locatie in hetzelfde park. Die is iets minder begeerlijk – zo is er bijvoorbeeld geen stroom –, maar kan ermee door.
‘Er is via lokale ondernemers een aggregaat geregeld, dus zo lossen we dat op. Het wordt een beetje aanpassen wel, want in het deel waar we normaal zitten staan allerlei speeltoestellen die de kinderen kunnen gebruiken. Het veld waar we nu neerstrijken is in het kader van het nieuwe maaibeleid waarbij meer aandacht is voor biodiversiteit behoorlijk dichtgegroeid.’ Lokale hondenbezitters die het veld normaal als losloopgebied gebruiken wordt gevraagd elders te lopen en in aanloop naar het huttendorp ten minste de poep op te ruimen.
Ook daar blijken belangen elkaar te kruisen, want een aantal hondenbezitters is op zijn zachtst gezegd niet blij met de inname van hun vaste uitlaatveldje. Verder dan wat verongelijkte opmerkingen op sociale media komt het niet, al worden enkele JOL-posters weggehaald. Door wie is onduidelijk. De soep wordt echter niet zo heet gegeten als dat zij wordt opgediend: bij de start op maandag 21 augustus lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Hekken houden de honden buiten, en tot dusver heeft niemand daar echt problemen mee.
De ruim 160 kinderen uit Hoefplan blijken weinig boodschap te hebben aan alle regeldrukte en locatieproblematiek: vol enthousiasme beginnen ze maandagochtend vroeg met timmeren. Twee politieagentes komen op verzoek van de wijkagent in de loop van de ochtend even polshoogte nemen. Een paar kinderen vragen of ze gearresteerd worden, maar daartoe was geen aanleiding.
Oudermiddag
‘Over twee dagen staan hier vooral een heleboel muren’, vertelt Groenland terwijl ze alles en iedereen nauwlettend in de gaten houdt. ‘Echt een hut wordt het meestal niet.’ Bij de speciale oudermiddag op de dinsdag komen ouders helpen met timmeren. Pas dan begint het vaak ergens op te lijken.
Het bouwtechnisch inzicht wordt met de jaren minder
‘Dan komt er een dak op, en soms een verdieping en een glijbaan. Het bouwtechnisch inzicht wordt met de jaren minder, lijkt het wel’, lacht Groenland. Aan inzet echter geen gebrek. Een uur na de start van het timmergeweld beginnen de eerste constructies zichtbaar te worden. Ieder groepje krijgt begeleiding van een, veelal adolescente, vrijwilliger.
De EHBO heeft het meteen druk met kinderen die op hun vingers hebben geslagen. Het enthousiasme is aan het begin vaak zo groot dat het ten koste gaat van de voorzichtigheid. Het gezelschap is divers en het evenement leeft enorm onder de jeugd. Ouders zijn meestal gewoon aan het werk, terwijl hun kinderen de hele dag onder begeleiding in de weer zijn. Voor alle partijen ideaal.
‘Ouders vertellen ons dat hun kinderen bijna eisen dat ze deze twee weken niet op vakantie zijn. Ze moeten er echt bij zijn en ouders blijken ook bereid hun vakantiereis in andere weken te plannen.’ Voor sommige kinderen is het hun enige vakantie van het jaar. Zo zijn ze nog steeds twee volle weken weg van huis, ook wanneer hun ouders onvoldoende middelen hebben om een reguliere vakantie te boeken. Van de 160 kinderen in Hoefplan gebruiken er meer dan tien de Alkmaarpas om de eigen bijdrage te betalen. Op sommige andere locaties is dat aandeel nog groter. In enkele gevallen staat op de pas geen saldo meer en kunnen ouders het kleine bedrag niet zelf betalen. ‘Dan doen we gewoon zo’, zegt Groenland terwijl ze haar vingers voor haar ogen houdt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.