Hoe doorbreek je ingesleten gedragspatronen? Een gedachtenexperiment.
De grote uitdaging bij systeeminnovaties zoals de transformatie jeugdhulp is, hoe te voorkomen dat oude langdurig ingesleten gedragspatronen (bureaucratisme, gebrek aan samenwerking, incidentenpolitiek) gewoon weer terugkeren in het nieuwe jasje van bijvoorbeeld de sociale wijkteams. Om die uitdaging aan te kunnen is het van belang om je er van bewust te zijn hoe weerbarstig die ingesleten gedragspatronen zijn.
Ik illustreer die weerbarstigheid altijd graag met het bekende verhaal van de vier apen in de kooi. In deze column doe ik dat verhaal nog eens uit de doeken, gevolgd door een gedachtenexperiment hoe het disfunctionele gedrag van de apen zou kunnen worden doorbroken. Ter inspiratie voor al diegenen die van de transformatie jeugdhulp een succes willen maken.
Het verhaal begint met de vier apen (chimpansees) die in een kooi worden gestopt met in de ene hoek een prachtige klim boom met verse bananen in de top en aan de andere kant een stapel rottende bananen op de vloer. Apen houden van klimmen en bananen, dus willen ze direct de boom in op naar de bananen. Maar er staat een bewaker die ze er steeds met een harde straal koud water uit een brandweerspuit uit spuit. De apen blijven het nog een tijdje proberen, maar uiteindelijk raken ze uitgehongerd en gaan ze van ellende de rottende bananen eten in de andere hoek van de kooi. Na een tijdje is alleen de aanwezigheid van de bewaker al voldoende prikkel om niet de boom in te durven. En uiteindelijk kan de bewaker gewoon wegblijven en halen de apen zich het niet in hun hoofd om nog een poging te wagen om in de boom te klimmen en de verse bananen te eten.
Vervolgens wordt een van de apen geruild voor een nieuwe aap die de bewaker met de koude waterstraal nooit heeft meegemaakt. Hij kijkt wat meewarig naar de drie apen die in een hoekje rottende bananen zitten te eten en wil op weg naar de verse bananen. Maar zodra hij de boom in wil klimmen, trekken de drie andere apen hem er uit. Het tafereel herhaalt zich nog een paar keer, maar uiteindelijk geeft de nieuwe aap het op en schikt hij zich in zijn lot om rotte bananen te eten met de andere apen. Vervolgens worden alle apen van het eerste uur een voor een vervangen door nieuwe apen, die steeds weer door de andere apen worden weerhouden om de boom in te klimmen en verse bananen te eten. Uiteindelijk zitten er vier apen in de kooi rotte bananen te eten, terwijl ze geen van allen ooit de bewaker met de koude waterstraal hebben meegemaakt. Langslopende bezoekers begrijpen niets van het gedrag van die “domme” apen.
Maar hoe gaat het verhaal nu verder? Hoe maken we er een happy end van? Hoe zorgen we ervoor dat de apen gewoon weer lekker de boom in klimmen en elke dag verse bananen gaan eten? Wat zou er gebeuren als we ze in een andere kooi zouden zetten met wel weer aan de ene kant de boom met verse bananen en aan de andere kant op de vloer de rotte bananen? Ik vermoed dat alleen een andere kooi het gedrag van de apen niet zal doen veranderen. Vier of meer extra apen erbij die met elkaar sterk genoeg zijn om zich de vier oude apen van het lijf te houden als ze de boom in willen klimmen lijkt kansrijk, maar wel erg duur. De vier oude apen tegelijkertijd vervangen door vier nieuwe apen lijkt een stuk kansrijker, maar hoe realistisch is zo’n koude sanering en wie betaalt de kosten voor de vier oude apen?
Er kan natuurlijk ook een Orang-oetan in de kooi worden gezet die sterk genoeg is om zich de vier chimpansees van het lijf te houden om zich vervolgens boven in de boom tegoed te doen aan de verse bananen. Wellicht dat het voorbeeldgedrag van deze sterke leider de andere vier apen kan stimuleren om ook de boom in te gaan. Maar wie zegt dat de Orang-oetan bereid is de verse bananen te delen met de vier andere apen? Wie weet mept hij ze de boom uit en houdt hij de verse bananen voor zich zelf. En als de sterke leider wel bereid is om de verse bananen te delen, zullen de vier andere apen het aandurven om zijn voorbeeld te volgen? Wie weet denken ze wel, tsja hij is een Orang-oetan, hij is sterker dan ons, wat hij kan is ons niet gegeven. De kans is groot dat de vier apen ondanks alle inspirerende aanmoedigingen van de Orang-oetan veilig in hun hoekje blijven zitten, peuzelend aan de rottende bananen die niet eens zo rot meer smaken nadat ze er aan gewend zijn geraakt.
Er kan natuurlijk ook een film worden vertoond waarin vier apen de rotte bananen op de vloer links laten liggen en steeds weer heerlijk de boom in klimmen om zich te goed te doen aan de verse bananen. Zullen de vier apen in de kooi zich laten inspireren door deze film en zelf de sprong durven wagen? En wat zal er gebeuren als de rotte bananen worden weggehaald? Zullen de apen verhongeren of zullen ze zich gedwongen voelen om toch maar de boom in te klimmen en de verse bananen tot zich te nemen? Om zich vervolgens voor de kop te slaan waarom ze dit niet veel eerder bedacht en gedaan hebben?
Of zou het helpen wanneer de bewaker met de koude waterstraal vanaf de andere kant van de kooi een van de vier apen de boom in spuit en net zo lang doorgaat totdat hij blijft zitten en zich te goed gaat doen aan de verse bananen. Waarna wellicht de drie andere apen het aandurven om de stap ook te wagen? Of moeten ze echt allemaal met de waterspuit gedwongen worden de boom in te klimmen en de verse bananen uit te proberen, zodat ze zelf ervaren hoe heerlijk het klimmen in bomen en het eten van verse bananen is, opdat ze ook zonder de man met de spuit het goede gedrag blijven vertonen?
Weer een andere strategie zou kunnen zijn om verse bananen een tijdje vlak bij de rotte bananen te leggen in de hoop dat de apen van de lekkere bananen gaan snoepen. Om ze vervolgens steeds een stukje verderop te leggen en uiteindelijk in de boom te hangen. In de hoop dat de apen stapje voor stapje leren om weer gewoon lekker in de boom te klimmen.
Ik ben benieuwd welke strategie u als lezer de meest kansrijke vindt. Of dat u wellicht een betere strategie heeft. Zo ja laat het weten en plaats een reactie. Hoe dan ook hoop ik duidelijk te hebben gemaakt dat het nog niet zo makkelijk is om jarenlange ingesleten gedragspatronen, hoe irrationeel ze ook zijn, te veranderen. En dat het te makkelijk is om als voorbijgangers het “domme” gedrag van de vier apen te veroordelen en vanaf de zijlijn te gaan pleiten voor cultuurverandering. Dat als je alle apen contraproductief gedrag ziet vertonen het waarschijnlijk niet terecht is om die apen daarvan de schuld te geven. Dat de kans groot is dat sprake is van goede apen in een slecht systeem. Van goede apen die zijn opgesloten in een geestelijke gevangenis waaruit het op eigen kracht moeilijk ontsnappen is.
Bent u moedeloos geworden van dit verhaal, lees dan mijn blogreeks “Het einde van het contactjournaal en andere verhalen” er eens op na. Daar laat ik zien dat het wel degelijk mogelijk is om goede mensen werkend in een slecht systeem zichzelf te laten ontketenen en weer te laten doen waarvoor ze ooit zijn bedoeld. Voor de wat theoretischer ingestelde lezers is wellicht ook mijn blogreeks over systeeminnovatie interessant.
Hoe dan ook, als het zo makkelijk was zou het allang op veel meer plekken gebeuren. Maar het feit dat het moeilijk en weerbarstig is mag ons er niet van weerhouden om het te blijven proberen, net zo lang totdat het lukt. Optimisme is een morele plicht. Transformeren is proberen.
Erik Gerritsen
Meer columns van Erik Gerritsen leest u hier.
Jarenlange ingesleten patronen lijken vaak irrationeel en "dom", maar hadden oorspronkelijk een ratio. De bewaker als "hoogste autoriteit" in de apenkooi wilde misschien de oorsponkelijke jonge apen iets leren: dat er niet altijd vers fruit is en dat je dan ook met rotte bananen genoegen moet kunnen nemen of behoeden voor gevaar: jullie zijn nog te jong om in de boom te klimmen. Het zoeken naar de oorsponkelijke interactiepatronen levert vaak verrassende inzichten op, maakt gedrag transparant waardoor opnieuw een keuzemoment ontstaat: blijven we trouw aan het patroon of laten we ons leiden door andere waarden?