Advertentie
sociaal / Achtergrond

‘Het kan de helft goedkoper

Gemeenten vormen in toenemende mate interne bureaus voor interim-management. Het is goedkoper en de nazorg is beter, constateren Bram Wattel en Remko Iedema van de Management Pool van de gemeente Apeldoorn.

28 november 2008

‘Je hebt gewerkt in complexe omgevingen en staat als succesvol bekend. Je bent ondernemend van aard, breed inzetbaar en zeer resultaatgericht. Je beweegt je gemakkelijk op alle niveaus in de organisatie en weet mensen voor je te winnen.’ Met deze wervende vacaturetekst hoopt Apeldoorn dezer dagen een nieuwe interim-manager te vinden voor de eigen Management Pool. De gemeente heeft deze pool zo’n zeven jaar. De pool bestaat inmiddels uit vijftien medewerkers.

 

‘Wij onderscheiden ons van veel andere gemeenten, omdat wij ook mensen van buiten werven. In nogal wat andere gemeenten is het vaak een club van louter boventalligen’, zegt Remko Iedema, één van de Apeldoornse poolmanagers. Zijn baas, Bram Wattel, vult aan: ‘Mijn belangrijkste taak is te zorgen dat het geen pool wordt waar de organisatie mensen tijdelijk parkeert die elders overbodig zijn. Dat wil ik absoluut niet. Kwaliteit is ons hoogste goed.’ Wattel wil daarmee trouwens niet zeggen dat er geen kwaliteit in de eigen organisatie zit. ‘De helft van de medewerkers komt uit de eigen organisatie, de helft komt van buiten - onder andere van BMC, Arcadis en Rijnconsult.’

 

De bedoeling is om de inzet van externe interim-managers terug te dringen. Of dat lukt? Het antwoord is een volmondig ja. ‘Maar’, vult Iedema er direct aan toe, ‘er lopen nog steeds externe interim-managers rond. Minstens vijf, schat ik. Het is aan de afdelingen of ze kiezen voor iemand uit de management pool of voor iemand van bijvoorbeeld BMC. In die zin is het geen gedwongen winkelnering.’ Van concernsturing is volgens Wattel nagenoeg geen sprake: ‘Directeuren zijn zelfstandig in hun keuze. Wij dingen mee alsof we een externe partij zijn. Vandaar ook dat ik zo hecht aan kwaliteit.’

 

Beter

 

Er zitten een paar voordelen aan het inhuren van eigen interimmers, constateren ze in Apeldoorn. ‘De nazorg is beter. Ook al werk je na een klus op een andere afdeling, dan nog is het heel gemakkelijk om even de trap op te lopen om je opvolger van dienst te zijn. Dat is laagdrempeliger dan dat je eerst een uur in de auto moet zitten’, zegt Iedema, die voorheen werkzaam was bij een commercieel bureau.

 

Een minstens zo belangrijk voordeel van eigen interimmers is dat het goedkoper is. De tarieven liggen volgens Wattel gemiddeld twintig tot vijftig procent lager. ‘Het gemiddelde uurtarief is honderd euro. Bij commerciële partijen ligt dat ergens tussen de 125 en 175 euro’, zegt hij. Alle kosten worden overigens doorberekend aan de afdelingen. Ook in die zin functioneert de management pool binnen de muren van het Apeldoornse stadhuis als een extern bureau. Van de interimmers wordt verwacht dat ze op die manier hun eigen jaarsalaris terugverdienen. Haalt iemand structureel niet het aantal vereiste declarabele uren, dan volgt, zoals contractueel is vastgelegd, ontslag.

 

Een argument voor afdelingen om ondanks de gunstigere tarieven soms toch buiten de deur te shoppen, is de behoefte aan een leidinggevende met ook vakinhoudelijke expertise. ‘Je ziet dat vaker: inhoudelijke mensen vragen om inhoudelijke mensen’, zegt Iedema. ‘Of dat altijd nodig is, betwijfel ik. Ik heb ook wel eens als interim-manager op een vastgoedafdeling gezeten terwijl ik bij wijze van spreken tevoren niet eens wist dat er zo’n afdeling was. Toch ging het best.’

 

Groei

 

Meer en meer gemeenten zetten een interne pool op, zo merken de commerciële adviesbureaus. In de omgeving van Apeldoorn zijn bijvoorbeeld Deventer, Zwolle, Zutphen en Arnhem bezig met het opzetten van management pools. Oss en Zaanstad hebben hun licht inmiddels opgestoken in Apeldoorn. Andere, met name grote gemeenten, timmeren al langer hard aan de weg met eigen interim-bureaus. Zo steeg de omzet van Bureau Interim Management Rotterdam vorig jaar bijvoorbeeld van 5,7 naar 6,6 miljoen euro.

 

De Apeldoornse interimmers halen hun jaaromzet - anderhalf miljoen euro - niet enkel in de eigen gemeente. Ze klussen af en toe bij buiten de deur, bijvoorbeeld in Zutphen, Deventer, Zwolle en voor de regio Stedendriehoek. Dat levert een kwart van de omzet op. Intern werd onlangs de discussie gevoerd of dat frequenter kon worden gedaan. ‘Bij de omliggende gemeenten is er vraag naar. En niet onbelangrijk: af en toe kijken in andermans keuken houd je fris’, zegt Iedema. Toch is besloten het extern bijklussen beperkt te houden tot de huidige schaal. Intern is er volgens Wattel nog wel enige ruimte voor groei.

 

Het bureauhoofd droomt ervan dat ook andere gemeenten binnen een straal van vijftig kilometer hun plannen doorzetten en vergelijkbare management pools oprichten. ‘Dan ontstaat een virtuele organisatie van overheden die op internet mensen voor elkaar beschikbaar stellen’, filosofeert hij. ‘Zo’n kruisbestuiving zou enorme voordelen bieden.’

 

Wattel voorziet echter dat het nog wel even zal duren, met name omdat veel initiatieven op voorhand niet lijken te voldoen aan de strikte voorwaarde van Apeldoorn dat kwaliteit van de interimmers voorop moet staan. ‘Nogmaals, de pools moeten geen verkapte mobiliteitsbureaus zijn. Wat ik echter merk is dat veel gemeenteraden aanhikken tegen een uitbreiding van de gemeentelijke organisatie’, zegt Wattel. ‘En een pool moet een zekere omvang hebben, anders kun je niet aan de vraag voldoen.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie