Het einde van de perverse prikkels
Column van Erik Gerritsen over de financiering van de jeugdzorg. Het einde van de perverse prikkels.
Meerdere keren ben ik in mijn columns ingegaan op de verschillende perverse prikkels die er in de jeugdzorg voor zorgen dat sprake is van 'goede mensen in een slecht systeem'. Een cultuur van angst voor het maken van fouten leidt tot disfunctioneel indekgedrag en overbodige bureaucratie.
Financieringssystemen ontmoedigen de zo noodzakelijke betere samenwerking. Eigenlijk is het een wonder dat er nog zo veel goed gaat in de jeugdzorg. Met dank aan de betrokken professionals die er tegen de stroom in het beste van proberen te maken.
Of het ooit goed komt met de cultuur van angst valt nog te bezien. De mediacratie laat zich lastig ombuigen naar een meer evenwichtige berichtgeving. Positief is de zelfkritiek op dit punt van de breed samengestelde parlementaire werkgroep jeugdzorg, die in haar eindrapport destijds pleitte voor minder incidentgedreven reageren, minder zwarte pieten en meer tolerantie voor fouten zolang er maar van geleerd wordt. En van bestuurders in de jeugdzorg mag verwacht worden dat ze hun medewerkers rugdekking geven. Veel meer dan regelmatig aandacht vragen voor deze perversiteit en zelf het goede voorbeeld geven weet ik niet te verzinnen.
Zonder meer veelbelovend is dat in het kader van de aanstaande stelselherziening op landelijk systeemniveau een einde wordt gemaakt aan een aantal perverse financiële prikkels die tot op heden een belangrijke oorzaak vormden voor gebrek aan samenwerking. Ik doel dan op de keuze voor één bestuurslaag (de gemeenten) die de beschikking krijgen over één gebundelde doeluitkering. Daarmee worden gemeenten in staat gesteld samenwerking tussen instellingen te belonen en zelf financieel te profiteren van de besparingen die dit gaat opleveren. Als de gemeenten ook nog zo verstandig zijn om het nieuwe financieringssysteem zo in te richten dat afgerekend wordt op daadwerkelijke resultaten in plaats van activiteiten en doorlooptijden, dan komt ook aan het perverse effect, dat met sturen op jeugdzorgtrajecten en maximale doorlooptijden het doel (kinderen zich veilig laten ontwikkelen) uit beeld raakt, een einde.
Voor één hardnekkige perverse prikkel is tot op heden nog te weinig aandacht. Die heeft te maken met de huidige financiering van de Bureaus Jeugdzorg. De taken in het gedwongen kader (jeugdbescherming/jeugdreclassering) worden vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie p x q gefinancierd. De taken in het “gedwongen vrijwillige” kader, waarin ouders, in situaties die net zo zorgelijk zijn als die in het gedwongen kader, “vrijwillig” meewerken, omdat ze een justitiële maatregel willen voorkomen, worden vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport “lump sum” gefinancierd. Dit verschil in financieringssystematiek leidt er toe dat wanneer Bureaus Jeugdzorg er door toenemende professionaliteit in slagen om meer gezinnen in het vrijwillige kader te houden, daarvoor financieel niet gecompenseerd worden in het vrijwillige kader. Vanwege de p x q systematiek bij VenJ vloeit de besparing bij de jeugdbescherming/jeugdreclassering terug naar VenJ. Het extra werk dat dit oplevert in het gedwongen vrijwillige kader moet worden opgevangen binnen het vaststaande “lump sum” budget vanuit VWS.
Neem daarbij het eveneens perverse feit dat de al jaren tekortschietende financiering vanuit VWS van het vrijwillig gedwongen kader leidt tot een “caseload” van rond de 1 op 40 (terwijl is vastgesteld dat alleen met een “caseload” van rond 1 op 15 zoals die geldt bij de jeugdbescherming kwalitatief goed werk kan worden geleverd) en het onmogelijke dilemma tekent zich helder af. Het succesvol voorkomen van ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen leidt tot een verdere stijging van de toch al onverantwoord hoge “caseload” in het gedwongen vrijwillige kader. De wal zal het schip dan vanzelf keren, omdat de extreem hoge “caseload” als opwerkfabriek gaat werken voor nieuwe ondertoezichtstellingen die weer wel p x q worden gefinancierd. En moet ik als bestuursvoorzitter medewerkers dan maar aanzetten tot het sneller dan nodig aanvragen van een gedwongen maatregel, omdat die tenminste p x q worden gefinancierd? De tekortschietende financiering en financieringsmethodiek van VWS leidt zo tot onnodige kostenstijging bij VenJ.
Deze perverse situatie is inmiddels kritiek geworden omdat we er, door gezinsgericht werken (één gezin, één plan, één gezinsmanager) steeds beter in slagen om ondertoezichtstellingen korter te laten duren en, beter nog, als gevolg van verdere professionalisering van medewerkers en de inzet van Eigen Kracht Conferenties, te voorkomen dat een ondertoezichtstelling nodig is. En dat is toch waar we naar toe willen met de jeugdzorg in Nederland?
De oplossing voor deze perverse prikkel is simpel en in lijn met de filosofie achter de aanstaande stelselwijziging: een ontschotte gezinsgerichte p x q financiering voor alle gezinnen waarvan, na een zorgmelding, is vastgesteld dat de veilige ontwikkeling van kinderen wordt bedreigd en dat inschakeling van een gezinsmanager van Bureau Jeugdzorg nodig is. Als de gemeenten per 1-1-2015 verantwoordelijk worden voor de taken van de huidige bureaus jeugdzorg kunnen ze deze systematiek natuurlijk zelf invoeren. Maar als we wachten tot 2015 dan missen we de kans om gewoon nu orde op zaken te stellen en belasten we de gemeenten in 2015 met de erfenis van een dolgedraaid systeem.
Tot op een paar dagen geleden mochten kinderen, die onder toezicht waren gesteld (en daarmee door de rechterlijke macht gekoppeld uit huis geplaatst) in de Leefgroepen/Fasehuis/ICT-groepen van Parlan overdag en 's avonds verblijven in de gezamenlijke huiskamer (net zoals thuis). Dit ter sociale ontwikkeling van het kind/de jongere.
Voor 7 dagen en avonden in de week is er aan alle verblijvenden op de Parlanhuizen een verbod op het verblijf van de jongeren in de gezamenlijke huiskamer. Ook mogen zij niet langer in de tuinen van de complexen komen. Tevens is vanaf 23.00 uur 's avonds op 3 Parlanpanden in Enkhuizen, mudjevol met jongeren, slechts 1 nachtwaker geplaatst, ingehuurd bij een locaal bewakingsbedrijf. Met als gevolg dat de jongeren al 2 dagen trammelant aan het schoppen zijn. Wat een logisch gevolg is als de reden bezuiniging is.
De kamers van de jongeren zijn slechts 2 x 2,5 m2. Waarom een gevangenis creeeren voor jongeren als zij in feite geen misdrijf hebben gepleegd? Alternatief voor de jongeren is de wijk intrekken en na schooltijd de hele tijd buiten zijn. Zonder geld of andere mogelijkheden tot nuttige activiteiten vrees ik dat deze bezuinigingen leiden tot hogere criminaliteit.
Ik heb al gealarmeerd dat in de regio Enkhuizen/Hoorn er een dealer rondloopt, die het voornamelijk voorzien heeft op kinderen uit de Parlanhuizen. Zowel politie als het RSG hebben hierop van en naar elkaar doorverwezen en de dealer loopt nog steeds rond.
Het hele euvel is begonnen in een Parlanpand in Hoorn. Op gelaste van de Gemeente Hoorn is het pand gesloten en hebben de jongeren in de panden te Enkhuizen (waar totaal geen problemen waren) een ophok of oprotplicht opgelegd gekregen met alle gevolgen van dien.
Ik zou graag willen dat jullie hier iets aan doen. Mijn mening als zeer ervaringsdeskundige: maak een einde aan de koppeling ondertoezichtstelling/uithuisplaatsing van de rechterlijke macht. Plaats buddy's op probleemgezinnen. Dit halveert het aantal kinderen dat gebruik maakt van opvangplekken in tehuizen. Plaatst ze terug in een normale sociale omgeving met toezicht (de buddy).
Verder wil ik graag weten:
Waaraan die 3,1 miljard Euro voor Jeugdzorg aan uit is gegeven?
Tot slot zie ik mij helaas genoodzaakt om u mee te delen dat ik een enorme schadeclaim indien, wanneer mijn dochter iets overkomt tijdens haar verblijf in een Parlanhuis en voor haar (geestelijk) welzijn onder verantwoordelijkheid valt van één uwer Departementen.
Mijn dochter was op net 14 jarige leeftijd een wegloopkind vanwege het strenge dieet. Mijn dochter heeft obesitas ontwikkeld n.a.v. het ontbreken van kraakbeen in haar knieen, waardoor elke stap voor haar een overwinning is. Daardoor beweegt zij te weinig.
Is er op korte termijn een andere oplossing voor de Parlanhuizen voorhanden?