Helft gemeenten weet nog niet hoe Sw door moet

Ongeveer de helft van de gemeenten weet nog niet in welke vorm het na intreding van de Participatiewet het Sw-bedrijf door zal gaan. Dat blijkt uit een inventarisatie van Brancheorganisatie in de Sw Cedris. Bedrijven die al omgevormd zijn, of in dat proces zitten, kiezen uit drie modellen.

Knip 

Bij gemeenten die al wel een keuze hebben gemaakt voor een organisatiemodel dat toekomstbestendig moet zijn, is het merendeel (een derde) bezig met een vorm waarbij er een knip is tussen het inkomensdeel en een werkleerbedrijf. De sociale dienst blijft daarbij verantwoordelijk voor het inkomen. Het werkleerbedrijf organiseert dan alles rondom re-integratie, werk en leren.  Deze vorm komt in Delft, IJmond en Lelystad voor.

Fusie 

Bij ongeveer tien procent van de Sw-bedrijven is er sprake van een fusie met de sociale dienst, zoals bij de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. Als voordeel van dit samengaan wordt genoemd dat er een breed aanbod geboden kan worden, van een beschutte baan tot detachering. Voor werkgevers is het nieuwe bedrijf daarmee interessant, vinden de bestuurders uit de regio. Ook Walcheren en Woerden kennen deze variant.

Drie delen
De derde variant die voorkomt, ook bij ongeveer 10 procent van de Sw-bedrijven, is een nieuwe organisatie die in drie delen is opgeknipt. Dit gebeurt onder meer in Groningen, Enschede en Rotterdam. De onderdelen regulier werk, werk met begeleiding en beschut werken zijn daarbij uit elkaar gehaald.

Informatieverlies
Volgens bestuursdeskundige Menno Fenger leidt het uit elkaar halen van bedrijven tot het verlies van informatie. Ook is het opknippen lastig omdat er altijd een moment komt waarop informatie overgedragen moet worden. Daarentegen vindt hij het model van een totale fusie risicovol omdat de kans bestaat dat er een moloch gecreëerd wordt.