Regionaal arbeidsmarktbeleid ‘gemiste kans’

In de 35 Arbeidsmarktregio’s worden te weinig afspraken gemaakt om mensen met een uitkering aan het werk te krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie SZW. ‘In het licht van de participatiedoelstelling van het kabinet is dit alles een gemiste kans’, aldus de Inspectie.

Regierol
Gemeenten en UWV hebben van het kabinet de opdracht om samen met ondernemers en onderwijsinstellingen het regionale arbeidsmarktbeleid vorm en inhoud te geven. Gemeenten hebben daarbij een regisserende rol. In 2012 deed de Inspectie al eens onderzoek naar de regierol van gemeenten. Het oordeel was toen dat er veel belemmeringen zijn die maken dat de inspanningen van gemeenten niet snel zullen leiden tot een samenhangende aanpak van het regionale arbeidsmarktbeleid.
 

Weinig concreet
In het onderzoek ‘Afspraken en resultaten regionaal arbeidsmarktbeleid’ heeft de Inspectie de afspraken van de 35 Arbeidsmarktregio’s willen onderzoeken. 1 regio leverde daarvoor geen enkele informatie. Van de 34 regio’s die wel informatie leverden, bleek bij slechts 16 regio’s de geleverde informatie bruikbaar. De Inspectie vindt na onderzoek dat er te weinig concrete afspraken zijn gemaakt tussen de partijen die het regionaal arbeidsmarktbeleid vorm moeten geven.

Hard oordeel
Als er wel afspraken zijn gemaakt, zijn ze maar in beperkte mate gericht op het aan het werk krijgen van uitkeringsgerechtigden. Daar waar dit wel het geval is, komen de afspraken uiteindelijk beperkt tot uitvoering op de Werk en Inkomen werkvloer. ‘In het licht van de participatiedoelstelling van het kabinet is dit alles een gemiste kans’, is het harde oordeel van de Inspectie.

Jongeren
De activiteiten die ontplooid worden, richten zich vaak op jongeren en gaan bijvoorbeeld over hoe het onderwijs op de arbeidsmarkt aansluit. Ook richt het zich op mensen met een baan die arbeidsfit moeten blijven of begeleid moeten worden naar ander werk op het moment dat werkloosheid dreigt. Relatief weinig activiteiten zijn specifiek gericht op mensen met een uitkering.

Mogelijkheden onbenut
De regio’s hebben ook nauwelijks oog op de eigen regionale arbeidsmarkt. Volgens de Inspectie blijft het vaak bij algemeenheden en vaagheden hierover: ‘doelgroepen en arbeidsmarktsectoren niet duidelijk zijn gespecificeerd.’ De onderzoekers vermoeden dat er hierdoor mogelijkheden onbenut worden gelaten om uitkeringsgerechtigden aan het werk te helpen op de (regionale) arbeidsmarkt. De Inspectie is daarom van mening dat de meerwaarde van het regionaal arbeidsmarktbeleid voor mensen die in een uitkeringssituatie zitten, nog onvoldoende is.

Succesvol
De Inspectie vindt het met name jammer dat er niet vaker samengewerkt wordt tussen private en publieke instellingen. Daar waar dit namelijk wel gebeurt, is het vaak succesvol. Zo wijst de Inspectie op de succesvolle samenwerking tussen Drechtsteden en een uitzendorganisatie. In de regio West Brabant hebben gemeenten zich gecommitteerd aan een bepaald aantal plaatsingen in sectoren waar de komende jaren de meest urgente tekorten te verwachten zijn.

Negatieve toon
In een reactie laat de VNG weten verbaasd te zijn over de negatieve toon van het rapport. De VNG vindt dat de gevolgde onderzoeksmethode ondeugdelijk is en herkent zich niet in de uitkomsten.

Lees hier het rapport van de Inspectie SZW.