Gemeenten stappen voorlopig uit zorgakkoord
De VNG staat achter de doelstellingen van het zorgakkoord, maar stelt ook dat die niet kunnen worden gehaald zonder genoeg geld.
Gemeenten werken voorlopig niet meer mee aan het zogeheten Integraal Zorgakkoord. Ze hebben vrijdag besloten om de samenwerking op te schorten, omdat ze vinden dat ze te weinig geld van het rijk krijgen. Een resolutie daarvoor kreeg 93,4 procent van de stemmen op de ledenvergadering van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Gezonder
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) werd twee jaar geleden afgesloten met het vorige kabinet. Rijksoverheid, gemeenten en de zorg maakten daarin afspraken om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden voor iedereen. In het zorgakkoord is onder meer afgesproken dat de deelnemers meer doen om mensen gezonder te laten leven, zodat ze later minder zorg nodig hebben. Ook moeten huisartsen, geestelijke gezondheidszorg en hulpverleners meer ruimte krijgen om samen te werken, zodat mensen sneller de juiste psychische hulp krijgen.
Het bestuur van de VNG zegt wel achter de doelstellingen van het zorgakkoord te staan, maar stelt ook dat die niet kunnen worden gehaald zonder genoeg geld.
Crisis
De terugtrekkende beweging van de VNG zal voor andere IZA-partners geen verrassing zijn, zegt Mattias Gijsbertsen, senior managing consultant bij organisatieadviesbureau Berenschot. Volgens de oud-wethouder zitten gemeenten klem tussen een inhoudelijke agenda die bij hun eigen prioriteiten past, en de financiële situatie die daar niet bij aansluit. ‘Het is goed dat deze spanning nu in alle scherpte op tafel ligt’, vindt Gijsbertsen. Dat geeft de mogelijkheid om de juiste voorwaarden te scheppen voor de gewenste veranderingen. ‘Never waste a good crisis. Want de opgaven voor zorg en welzijn verdwijnen niet en vragen om grotere strategische betrokkenheid van gemeenten bij het brede zorgveld.’
Middelen
Het IZA loopt tegen een paar grote problemen aan. Ten eerste is er een financieel vraagstuk. Het plan is om zorg uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) te voorkomen of te vervangen door ondersteuning via de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet. Ook wordt er meer verwacht van inwoners en hun sociale netwerken. Dit alles zou moeten gebeuren in een gezonde omgeving met sterke gemeenschappen. Maar op dit moment worden er geen structurele financiële middelen verplaatst van de Zvw naar bijvoorbeeld de Wmo 2015, Jeugdwet of Participatiewet.
Moeizaam
Het tweede knelpunt gaat over de aanpak van de grote veranderingen in zorg en welzijn. Gijsbertsen: ‘Deze veranderingen zijn onzeker en zullen nog jaren duren.’ Hoewel het ‘eindbeeld’ dus niet vaststaat, wordt voor financiering een hoge mate van zekerheid gevraagd. ‘De financiële effecten in het sociaal domein – en daarmee voor gemeenten – zijn bij uitstek moeilijk te voorspellen en te financieren’, stelt Gijsbertsen. ‘We zien dat de financiering via transformatiemiddelen in de praktijk dan ook moeizaam verloopt.’
Ambities
Gemeenten worden dus geconfronteerd met financiële onzekerheid en risico’s, naast de geplande bezuinigingen van het rijk op preventie en de al bestaande financiële zorgen. ‘Dan is toenemende terughoudendheid niet vreemd, ook al sluiten de inhoudelijke ambities van het IZA grotendeels aan bij ambities in lokale coalitieakkoorden.’ Om het IZA alsnog tot een succes te maken, moeten volgens de consultant deze structurele problemen eerst worden geadresseerd.
Koers
Toch moeten de gevolgen van het vertrek van de VNG niet worden overschat. Gijsbertsen: ‘Ondanks dat de VNG zich terugtrekt uit het IZA, blijft er ook veel bij hetzelfde. Alle partijen – zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en het rijk – delen nog steeds de inhoudelijke koers. En de transformatie van de zorg gaat gewoon door. Maar wat er wel verandert, is dat gemeenten hun gezamenlijke regisserende rol vooralsnog vaarwel zeggen. Dat zal de beoogde transformatie in zorg en welzijn bemoeilijken.’
Tafel
VWS-minister Fleur Agema (PVV) hoopt dat gemeenten terugkomen op hun beslissing. ‘De stoel blijft voor hen beschikbaar’, zegt ze. Agema vindt het ‘heel belangrijk’ dat de VNG aan tafel zit. ‘Maar ik begrijp ook dat ze op dit moment meer ballen in de lucht te houden hebben’.
De geestelijke gezondheidszorg neemt het besluit van gemeenten om uit het zorgakkoord te stappen ‘heel serieus’. Het bestuur van de koepel, de Nederlandse ggz, heeft later vrijdag een ingelast overleg. Volgens de organisatie is het nodig om de samenwerking voort te zetten, ‘ook als de handtekening van de gemeenten vervalt’. Belangenorganisaties ActiZ (ouderenzorg) en Zorgverzekeraars Nederland hebben eveneens hun zorgen geuit over het vertrek van de gemeenten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.