AMK/SHG niet van tweeën één
Gemeenten moeten SHG en AMK niet samenvoegen, stelt Erik Gerritsen.
In mijn column 'drang/dwang' van drie weken terug beargumenteerde ik waarom het dominante gebruik van de begrippen jeugdbescherming en jeugdreclassering in de discussies over transitie en transformatie van de jeugdzorg, de gemeenten op het verkeerde been kan zetten bij de beslissingen die zij binnenkort gaan nemen over de nieuwe vormgeving van de jeugdzorg.
Ik gaf aan dat goede organisatorische beslissingen gebaseerd moeten zijn op inhoudelijke ontwerpcriteria als aard van de doelgroep, maximaal voorkomen van onnodig beroep op dure jeugdzorg en het zo snel mogelijk weer veilig stellen van kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling. Jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn geen inhoudelijke ontwerpcriteria. Ze wel als zodanig gebruiken zal leiden tot meer dwangmaatregelen en een onnodig groot beroep op dure jeugdzorg.
Een vergelijkbaar risico speelt ten aanzien van de discussie over te toekomst van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het regelen van deze functies wordt uit de nieuwe jeugdzorgwet gehaald en ondergebracht in de WMO, waarbij in alle beleidsstukken gesproken wordt van een samenvoeging van SHG en AMK. Op het eerste gezicht lijkt het wellicht voor de hand liggend om twee functies die beide een meldpuntfunctie hebben samen te voegen, maar bij nadere beschouwing blijkt toch weer sprake van een typische “harkjes” benadering die vooral strijdig is met het inhoudelijke ontwerpcriterium “zo snel mogelijk weer veilig stellen van kinderen die het slachtoffer zijn van kindermishandeling”. Ik verklaar mij nader.
Als kinderen slachtoffer of getuige zijn van huiselijk geweld is dat kindermishandeling. Het overgrote deel van de volwassenen die betrokken zijn bij huiselijk geweld komt uit gezinnen waar ook al huiselijk geweld werd gepleegd. Huiselijk geweld wordt van generatie op generatie doorgegeven. Er moet een uiterste inspanning worden gedaan om deze transgenerationele overdracht te stoppen of tenminste zo veel mogelijk te beperken. Huiselijk geweld problematiek heeft ernstige consequenties en gaat niet vanzelf over. De gewenste gedragsverandering kan alleen worden bereikt met een stok achter de deur, met het inzetten van drang en in het uiterste geval dwang. Als geweld en mishandeling voorkomt, is het belangrijk om dit in het moment aan te pakken. Recent na de gebeurtenis zijn de gezinnen nog enigszins ontvankelijk voor hulp. Een dag later wordt de situatie alweer gebagatelliseerd door het gezin. Veruit het grootste deel van de meldingen huiselijk geweld betreft gezinnen met kinderen en dus meldingen kindermishandeling.
Het organisatorisch scheiden van het melden van kindermishandeling en het direct handelen gericht op het stoppen van huiselijk geweld en het inzetten van drang/dwang hulpverlening betekent een extra schakel. Een extra schakel is niet in het belang van kinderen die blootgesteld worden aan kindermishandeling/huiselijk geweld. Het gevaar van een extra schakel is, dat er niet in het moment wordt gehandeld. Daarmee wordt de kans op een effectieve aanpak aanzienlijk verkleind en neemt het risico op onnodige escalatie en beroep op dure jeugdzorg toe.
Het verdient dan ook vanuit de veiligheid van kwetsbare kinderen geredeneerd aanbeveling om het meldpunt onderdeel te laten zijn van de regionale gecertificeerde drang/dwang organisaties zoals door mij bepleit in mijn eerdere column “drang/dwang”. Meldingen van huiselijk geweld waar geen kinderen bij betrokken zijn kunnen worden doorgezet naar het afzonderlijk in stand te houden SHG, dat zich overigens ook nu al primair focust op het inzetten van gespecialiseerde laagdrempelige hulp aan slachtoffers. De hulp die het SHG biedt kan overigens heel goed onderdeel zijn van de vanuit de drang/dwang organisatie ingezette hulp.
Ook de onderzoeksfunctie van het huidige AMK past veel beter bij de gecertificeerde drang/dwang organisatie. Die is overigens alleen nodig in situaties waarin nog nader onderzoek naar vermoedens van kindermishandeling nodig is. Juist bij huiselijk geweld is die noodzaak er niet of nauwelijks, omdat al helder is dat sprake is van kindermishandeling. Dan is geen nader onderzoek nodig, dan moet er snel gehandeld worden gericht op het weer veilig stellen van kinderen. Onderbrengen van deze onderzoeksfunctie bij een nieuwe gefuseerde SHG/AMK organisatie slaat dus als een tang op een varken.
Ook als nader onderzoek wel nodig is, is het zaak dat parallel aan het onderzoek direct een gezinsmanager wordt ingezet in plaats van te wachten op de uitkomsten van het onderzoek. De ervaring leert dat het gelijk optrekken van de gezinsmanager en de onderzoeker kindermishandeling er toe leidt, dat in de meeste gevallen aan het einde van het onderzoek weliswaar wordt geconcludeerd dat sprake is/was van kindermishandeling, maar dat ouders inmiddels goed meewerken met de hulpverlening. Daarmee worden onnodige ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen voorkomen.
Samenvoeging van SHG en AMK zal daarom leiden tot het tegenovergestelde van wat met de transitie en transformatie van de jeugdzorg wordt beoogd. Gelukkig laten de concept wetsteksten de ruimte voor gemeenten om verstandiger beslissingen te nemen dan samenvoeging. Verbetering van de samenwerking tussen de verschillende functies is zeker nog mogelijk en kan door samenwerkende gemeenten worden afgedwongen door deskundig opdrachtgeverschap. Hopelijk laten gemeenten zich door het dominante gebruik van de term “samenvoeging” niet op het zeer kostbare en voor kinderen in de knel zeer schadelijke en dus verkeerde been zetten.
Erik Gerritsen
Uhp duurt levenslang. De ergste crimineel krijgt nog geen levenslang. Waarom onschuldige kinderen wel?
Nederland en meneer Gerritsen schaamt u, in Rusland en Turkije worden de rechten vh kind niet zo ernstig geschonden als in Nederland.