Wmo-beleid gemeenten onder vuur
Gemeenten zijn schuldig aan de faillissementsgolf in de thuiszorg, stelt de FNV. De bond heeft de noodklok geluid, nadat opnieuw twee thuiszorginstellingen failliet zijn geklaard. Gemeentekoepel VNG verwerpt de beschuldigingen.
Gemeenten krijgen over hun gevoerde Wmo-beleid de volle laag van de FNV. ‘Gemeenten moeten ophouden met de doorgeslagen bezuinigingen, zodat nóg meer faillissementen voorkomen kunnen worden’, stelt de bond. Hij heeft de noodklok geluid, nadat opnieuw twee thuiszorginstellingen failliet zijn verklaard. Geld is er wel, meent de FNV, gezien de overschotten die gemeenten op hun Wmo-budget hebben. Gemeentekoepel VNG verwerpt de beschuldigingen.
60.000 cliënten
Stichting ZorgBedrijf en Thuiszorg Noord-Holland zijn maandag failliet verklaard, vorige week werd de stekker uit Solace ATC getrokken. De afgelopen anderhalf jaar zijn meerdere thuiszorgorganisaties koppie onder gegaan, zoals TSN Thuiszorg, Thebe, Pantein-Vivent en Diafaan. Zo’n 17.000 medewerkers en 60.000 cliënten zijn hier de dupe van, stelt de bond. De bond vreest dat het niet het laatste faillissement zal zijn. Oorzaak van de faillissementen zijn volgens de FNV de bezuinigingen die gemeenten op de huishoudelijke hulp hebben doorgevoerd.
Gevolgen thuiszorgmarkt
‘We herkennen ons niet in het beeld dat dit de schuld is van de gemeentelijke bezuinigingen op de huishoudelijke hulp’, laat een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) desgevraagd weten. ‘Er zijn ook genoeg aanbieders voor huishoudelijke hulp die het wel redden; een aanbieder is zelf verantwoordelijk voor het management, voor het offertebeleid en voor het afsluiten van contracten met gemeenten.’ De schuld moet eerder bij het rijk worden gezocht, meent de gemeentekoepel. ‘De 40 procent bezuiniging die het rijk op de huishoudelijke hulp heeft toepast, staat nog onverkort overeind. Deze bezuiniging leidt er in het algemeen toe dat er minder uren huishoudelijke hulp door gemeenten kunnen worden ingekocht dan vóór 2015; en dat heeft gevolgen voor de thuiszorgmarkt. Bij minder vraag, daalt het aantal aanbieders.’
Overschotten Wmo
De FNV verwijt gemeenten verder dat zij de overschotten op de Wmo niet aan de zorg besteden. De VNG stelt dat het bij grote stelselwijzigingen niet ongebruikelijk is dat er aanvankelijk geld overblijft. Daarnaast zijn de budgetten voor de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet niet geoormerkt; gemeenten kunnen er mee schuiven, tekent de VNG aan. ‘Bekend is dat gemeenten in 2015 vaak een tekort hadden op de budgetten van de Jeugdwet en de Participatiewet.’
‘Claim je uren’
Het is de bond bovendien een doorn in het oog dat gemeenten zich nog steeds niet aan de wet houden. De FNV doelt daarbij op die gemeenten die hun huishoudelijke beleid nog niet in lijn hebben gebracht met de Wmo 2015. Na de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) medio mei, is duidelijk dat veel gemeenten hun beleid in meer of mindere mate moeten aanpassen. Sommige gemeenten hebben dat meteen gedaan, veel andere gemeenten worstelen daarmee en nemen de tijd de juridische gevolgen van de uitspraak goed in kaart te krijgen voordat zij tot beleidswijziging over gaan. ‘Gemeenten vragen zich af hoe zij tegelijkertijd recht kunnen doen aan de uitspraak van de CRvB en daarnaast kunnen doorwerken aan de in de wet beoogde transformatie’, stelt de VNG in een recente ledenbrief waarin ‘repartiemogelijkheden’ worden toegelicht. De komende maanden werken VWS, VNG en gemeenten samen aan een onafhankelijk analyse van de effecten van de uitspraken van de hoogste bestuursrechter voor de uitgangspunten van de wet en de beoogde vernieuwingsdoelen. De FNV vindt dat gemeenten direct hun beleid moeten aanpassen, en is bezig met de tweede fase van de actie ‘Claim je uren’, bedoeld om cliënten te helpen met het claimen van uren huishoudelijke hulp in gemeenten die inwoners onrechtmatig hebben gekort op hun huishoudelijke hulp.
Meldpunt
Via het – inmiddels gesloten – telefonische meldpunt kreeg de FNV 1.900 meldingen vanuit meer dan 200 gemeenten binnen, meldt Sara Dobbe van de vakbond. Kort na de uitspraak van de CRvB riep de bond cliënten van huishoudelijke hulp op bij de FNV te melden of en hoeveel uren zij sinds de invoering van de Wmo 2015 op de eenvoudige schoonmaakhulp zijn gekort. ‘Voor hen hebben we brieven naar de gemeenten gestuurd. Gemeenten hebben officieel zes weken om te reageren. We zijn nu iedereen aan het terugbellen om te vragen of ze reactie hebben gehad en welke reactie dat was. Als het nodig is dan organiseren we (juridische) vervolgstappen. Het is natuurlijk de bedoeling dat gemeenten hun beleid aanpassen en dat mensen de zorg krijgen die ze nodig hebben.’ Ook diverse andere belangenorganisaties, zoals de ANBO, plaatsten na de uitspraak van de hoogste bestuursrechter standaardbrieven op hun websites, om oude indicaties te herstellen of bezwaar te maken tegen toekenning van te weinig uren. De ANBO-brieven zijn 1.200 keer gedownload, aldus een woordvoerder. Voor een downloadbestand is dat ‘redelijk fors’. Het is de ANBO niet bekend of dit ook daadwerkelijk heeft geleid tot actie richting gemeenten.
Informeel afdoen
Gemeenten die dergelijke brieven hebben gehad, worden door de VNG – in de eerder genoemde ledenbrief – geadviseerd ‘niet te volstaan met het formeel afdoen van deze brieven en aanvragen’, maar om met cliënten in gesprek te gaan en ‘eventuele geschillen zoveel mogelijk informeel af te doen’. De VNG benadrukt dat de uitspraken van de CRvB niets te maken hebben met het faillissement van thuiszorgorganisaties. ‘De FNV verbindt deze zaken ten onrechte.’
Omdat het om andermans geld (belastinggeld) gaat moet je daar uiteraard zorgvuldig mee omgaan en er voor zorgen dat het terecht komt bij degenen die niet kunnen en niet bij degenen die niet willen. Maar het is wat mij betreft niet ieder voor zich. We zijn toch geen Amerika.