Rekenkamer Rotterdam uit forse kritiek over wijkteams
Rotterdammers die hulp van wijkteams nodig hebben, krijgen die vaak niet op tijd. Medewerkers van wijkteams hebben hun handen doorgaans vol aan administratie en onnodige regeldruk. Dat concludeert de Rekenkamer Rotterdam. Het college legt de aanbevelingen echter grotendeels naast zich neer.
Rotterdammers die hulp van wijkteams nodig hebben, krijgen die vaak niet op tijd. Medewerkers van wijkteams hebben hun handen doorgaans vol aan administratie en onnodige regeldruk. Dat concludeert de Rekenkamer Rotterdam. Het college legt de aanbevelingen echter grotendeels naast zich neer.
‘Werkvoorraad’
Omdat inwoners zelf geen directe toegang tot de wijkteams hebben (deze loopt via welzijnswerk, huisartsen en scholen) komen zij vaak pas relatief laat met de wijkteams in contact waardoor problemen in de tussentijd kunnen verergeren. Eenmaal aangemeld bij de wijkteams worden zij vervolgens geconfronteerd met wachtlijsten die het resultaat zijn van tijdsgebrek bij de wijkteams, aldus een uiterst kritische rekenkamer. Hoewel de gemeente nastreeft dat alle cliënten na zes weken een ondersteuningsplan hebben, is dat voor maar liefst negentig procent van de cliënten niet het geval. De rekenkamer vindt dat het college het probleem miskent. ‘De gemeente spreekt op een verhullende wijze liever van een ‘werkvoorraad’’, aldus de rekenkamer in haar rapport Het komt niet in de buurt.
Afsluiting traject in een jaar
Het tijdsgebrek bij de wijkteams vloeit volgens de rekenkamer voor een belangrijk deel voort uit het feit dat de wijkteams veel tijd moeten besteden aan administratief werk. De rekenkamer klaagt daarnaast over regeldruk. Veel van de regels zijn bovendien niet haalbaar. Als voorbeeld noemt de rekenkamer dat een hulptraject rond een volwassene in zes maanden weer moet zijn afgesloten. Voor kinderen geld een termijn van één jaar. De gemiddelde ondersteuningsbehoefte van cliënten bedraagt echter minimaal 20 maanden.
‘Eigen kracht-oplossingen’ nauwelijks effectief
De wijkteams kunnen onder de huidige omstandigheden en met de huidige cliëntenpopulatie niet bereiken waarvoor ze in het leven zijn geroepen; het afschalen van dure specialistische hulp en ervoor zorgen dat cliënten vaker op hun eigen sociale netwerk terugvallen voor hulp. In 76 procent van de jeugdzaken deden wijkteams een beroep op de ‘eigen kracht’ van een cliënt en zijn of haar netwerk, wat er in slechts 15 procent van die zaken toe leidde dat die ook kon worden afgesloten. Ook bij volwassen cliënten werd in driekwart van de gevallen zo’n oplossing aangedragen, hetgeen in 17 procent van de gevallen een positief resultaat opleverde. Bij slechts 12 procent van de jeugdcasussen en bij 8 procent van de casussen rond volwassenen slaagde het wijkteam erin om de inzet van het netwerk van de cliënt te vergroten. De problematiek van cliënten is vaak al dermate ver gevorderd dat zij nauwelijks een netwerk hebben om op terug te vallen.
Besef van urgentie
De rekenkamer beveelt aan dat de handen van wijkteammedewerkers worden vrijgemaakt door het aantal regels, richtlijnen en targets te verminderen. Zo moet de handelingsruimte onder meer toenemen doordat de afsluitingstermijn wordt afgeschaft en moet het aantal administratieve taken omlaag. Verder is het volgens de rekenkamer van belang dat er meer mensen in dienst worden genomen om de wachtlijsten weg te werken. Het verloop in de organisatie moet ook worden geanalyseerd en aangepakt. Tot slot raadt de rekenkamer het college aan om zich nog eens te bezinnen op het voornemen om door middel van de wijkteams komende jaren al de Wmo- en jeugdzorgkosten te drukken. Het college moet zich volgens de rekenkamer goed realiseren dat cliënten vaak toch echt tweedelijnshulp nodig hebben en over een beperkt netwerk beschikken. Ook wordt benadrukt dat het oplossen van de huisvestingsproblemen van de wijkteams en het wegwerken van de wachtlijsten extra geld gaat kosten. Volgens de rekenkamer onderkent het college, dat niet alle conclusies en aanbevelingen overneemt, de problemen met betrekking tot de wijkteams onvoldoende. ‘Het college geeft in de reactie aan dat de hoge mate van cliënttevredenheid een basis is om “in alle rust” verbeteringen verder op te pakken. De rekenkamer ziet in de geconstateerde problemen geen aanleiding voor die rust, maar juist voor een besef van urgentie om deze problemen aan te passen’, aldus de rekenkamer in het nawoord.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.