Luide roep om flexibele bijstand
Het gemeentelijke Werkplein in Rotterdam, dat werklozen aan een baan moet helpen, was in de praktijk vooral bezig met omrekentabellen, terugrekenmechanismen, inkomensvrijlating en toeslagratio.
Vaste aanstellingen worden vervangen door nul-urencontracten en tijdelijk werk. Door de bijkomende rompslomp lopen medewerkers van sociale diensten tegen de makkes van het systeem op. ‘Je lijkt wel gek als je iemand aan een tijdelijke baan helpt.’
‘Bizar’, vond de Rotterdamse wethouder sociale zaken Marco Florijn het. Het gemeentelijke Werkplein in zijn stad, dat werklozen aan een baan moet helpen, was in de praktijk vooral bezig met omrekentabellen, terugrekenmechanismen, inkomensvrijlating en toeslagratio. ‘Daar zijn we veel mensen aan kwijt, terwijl je bezig wilt zijn met werkgevers. Daar moet je de vacatures weghalen.’
De PvdA’ er kwam daarom onlangs met een 16-puntenplan (zie kader) om de bijstand flexibeler te maken. Daarin doet Florijn voorstellen over het ‘herleven’ van het recht op een uitkering en wil hij gemeenten meer beleidsvrijheid geven om af te zien van de herhaalde verplichte inspanningsperiode voor jongeren. Bovendien oppert hij een reeks ideeën om de administratieve rompslomp voor de Werkpleinen te verminderen.
Het is hard nodig. Het systeem van de bijstand als sociaal vangnet dateert uit 1963 en is gebaseerd op de aanname dat iemand óf een bijstandsuitkering heeft óf een baan. Een baan? Dan betaalt de werkgever loon. Geen baan meer en ook geen ander inkomen? Dan bestaat de mogelijkheid op een bijstandsuitkering. Maar tegenwoordig gaat lang niet iedereen vanuit de bijstand meteen fulltime aan de slag, of meteen voor langere tijd.
Een voorbeeld. Als de fictieve werkloze Jaap (26) in Rotterdam vanuit de Ww in de bijstand belandt, meldt hij zich bij het Werkplein voor een Wwb-uitkering. Hij komt terecht bij de Werkintake op het Werkplein. Daar volgt een uitgebreide intake van 45 minuten met een klantmanager. Er worden vragenlijsten ingevuld over inkomen, spaargeld, werkervaring, werkverleden, woonsituatie en er is een gesprek over de mogelijkheden om te werken en de beperkingen.
Voor Jaap is er dan de wettelijke inspanningsperiode van vier weken waarin hij zelf moet proberen werk te vinden. De klantmanager bepaalt na die periode of hij goed genoeg zijn best gedaan heeft en start de administratie op om Jaap een uitkering te verstrekken. Is de inspanning niet voldoende geweest, dan wordt direct een korting toegepast van bijvoorbeeld 30 procent. Voor het administratief afhandelen van een inschrijving staat gemiddeld vier uur.
Er wordt onderzoek uitgevoerd, gegevens worden verwerkt, voorschotten verstrekt, hersteltermijnen geboden en in de gaten gehouden. Soms wordt er een huisbezoek afgelegd, soms moet er een verzoek tot bijzondere bijstand worden meegenomen. Als Jaap ook nog een mogelijke arbeidsbeperking heeft, is nog meer onderzoek nodig.
Gemeente blij
Met de start van de uitkering, begint ook een intensief traject met workshops en cursussen bij het project WerkLoont om Jaap samen met zijn lotgenoten voor te bereiden op de arbeidsmarkt en zijn kansen op een baan te vergroten. In Rotterdam gaat het om een traject van vijftien weken waarin in groepen van twintig lotgenoten gezamenlijk wordt gewerkt.
Tot zover niet veel bijzonders. Maar dan krijgt Jaap een baantje: een nul-urencontract, waarbij de verwachting is dat hij zo’n twintig uur in de week aan de slag kan. Hij doet werkervaring op waardoor zijn kansen op de arbeidsmarkt toenemen, leert ‘werknemersvaardigheden’ en verdient, voor een deel, zijn eigen inkomen. Jaap blij, gemeente blij, werkcoach blij.
Maar niet alleen Jaap moet aan het werk, ook de administratief medewerker van het werkplein krijgt het druk. ‘Als hij bruto 10 euro per uur verdient, moet dat in mindering worden gebracht op zijn uitkering’, legt Els Engbers, kwaliteitsmedewerker van het Werkplein uit. ‘Maar de Wwb-uitkering is netto en dus moet geschat worden hoeveel hij netto van die 10 euro overhoudt. De uitkering wordt halverwege de maand verstrekt en dus moeten we ook schatten hoeveel hij zal verdienen in die maand. De volgende maand moeten we opnieuw schatten en verrekenen hoeveel hij zal gaan verdienen, maar ook moet worden bekeken hoeveel hij daadwerkelijk in de eerste maand heeft verdiend. En dat verrekenen we dan ook.’
Zeker als het aantal uren dat Jaap werkt per week varieert, zijn al deze verrekeningen van loon uit werk met een uitkering complex en tijdrovend.
Daarbij komt dat naast loon ook de meeste loonheffingskortingen (Arbeidskorting, Alleenstaande-ouderkorting of Ouderenkoring bijvoorbeeld) worden gezien als inkomsten, zodat ook deze moeten worden gekort op de uitkering. De hoogte van deze korting is in sommige gevallen afhankelijk van de hoogte van het inkomen. En dus moet ook hier weer veel worden geschat. Maar pas na afloop van het jaar kan worden gezien of de bedragen juist gekort zijn. ‘Natte vingerwerk, schatten en een beetje ervaring’, zegt Engbers. ‘We korten wel wat, maar de kans dat we het goed doen is klein.’
Terugbetalen
Bij de definitieve belastingaangifte in het jaar erop wordt pas duidelijk op welk bedrag Jaap recht had. En het kan zo maar zijn dat hij 200 euro te veel heeft ontvangen. Engbers: ‘En ja, dat moet hij dan dus terugbetalen. Voor iemand die toch al op het minimum zit, is dat natuurlijk een enorm bedrag. En als die 200 euro een half jaar daarvoor is ontvangen, is dat geld natuurlijk al lang op.’
Als Jaap fulltime aan de gang gaat, lijkt het simpel. De uitkering wordt gestopt en hij krijgt loon. Maar als na een paar weken het werk weer stopt, begint de hele molen van intake, gesprekken en workshops zo goed als opnieuw. Engbers: ‘We moeten toch checken of er niet iets veranderd is op zijn bankrekening, hij zal maar de lotto gewonnen hebben. Een deel van de procedure kan verkort, maar in de praktijk beginnen we vaak weer van voren af aan.’
Omdat Jaap onder de 27 is, geldt bovendien opnieuw de wettelijke inspanningsperiode van vier weken. Waar hij die maand zijn huur van moet betalen en zijn boodschappen moet doen – dat zoekt hij zelf maar uit.
‘Rond Sinterklaas hadden we inpakwerk bij een grote speelgoedwinkel’, vertelt Job de Jonge, matchmaker op het Werkplein. ‘We wisten dat het om tijdelijk werk ging en dus wist iedereen dat de jongeren na een aantal weken werk weer in die wettelijke periode van vier weken zouden vallen. Zo’n vacature moet je dan echt verkopen in een groep, want niemand zit erop te wachten in januari een maand zonder geld door te moeten.’ Voorlichting en proberen te zorgen dat een uitkering weer aansluit op de tijdelijke baan, is dan het enige dat de matchmakers kunnen doen.
Langzaam wennen
Op het Werkplein wordt daarom enthousiast gereageerd op de plannen van de Rotterdamse wethouder Marco Florijn. ‘De redelijkheid van het systeem komt nu in het geding’, vindt De Jonge. ‘Zo’n tweede inspanningsperiode kort op een eerste helpt niet en zorgt alleen voor veel onrust. En als wij op het Werkplein al niet kunnen uitrekenen waar iemand recht op heeft, dan kan de werkzoekende dat zelf natuurlijk ook niet.’
Langzaam weer wennen aan het arbeidsproces, een halve baan is beter dan een hele uitkering en een nul-urencontract als opstapje naar een echte baan. Het klinkt mooi, maar in de praktijk valt het niet mee. De Jonge: ‘Mensen raken zo ontmoedigd om aan het werk te gaan. Het kost zoveel moeite en het wordt financieel niet veel beter maar wel ingewikkelder, ze lopen vast. En ook voor de medewerker van het Werkplein is het een enorme rompslomp. Je lijkt wel gek als je iemand aan een tijdelijke baan helpt.’
Stop ‘ellenlange intake’ werklozen
De Rotterdamse wethouder Marco Florijn (PvdA, sociale zaken) wil in zijn 16-puntenplan de Wwb bruteren om de verrekeningen eenvoudiger en transparanter te maken, zowel voor de medewerkers als voor de uitkeringsgerechtigden. Dit zou bovendien geld besparen, omdat er nu alleen voor de uitkering van de Wwb een apart systeem moet draaien. Ook pleit Florijn voor een ‘nuluren Wwb’ waarbij de Wwb per uur wordt toegekend. Ieder gewerkt uur wordt de Wwb ingewisseld voor loon.
Alle gemeenten hebben te maken met deze problemen, maar in de Tweede Kamer heeft de flexibilisering van de bijstand (nog) geen prioriteit. ‘Het is nogal technisch, niet sexy’, aldus Florijn. Hij heeft daarom steun gezocht en gevonden bij de taskforce Beter en Concreter. Daarin strijden de ministeries van BZK en EZ samen met de VNG voor minder regeldruk. Onlangs stuurde deze taskforce een brief naar minister Lodewijk Asscher en staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de oproep vereenvoudigingen in de Wwb door te voeren. Het onderwerp had ook de aandacht van VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma tijdens het VNG-congres in Zwolle. Zij hekelde in haar toespraak de betutteling en regelzucht en noemde de ‘ellenlange intake’ voor bijstandsgerechtigden als voorbeeld. ‘Regelgeving die zowel de burger als de gemeente bijna meer kost aan ergernis en tijd, dan het opbrengt aan arbeid’, aldus Jorritsma.
Kijk voor het volledige 16-puntenplan op www.binnenlandsbestuur.nl
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
09.00 - 11.00 uur "op dit moment raak je werkeloos, te doorlopen fasen (incl. papierwerk)
11.00 - 11.30 uur Delen ervaringen (verbeterpunten) 12.00 - 13.00 uur lunch
13.00 - 15.00 uur "op dit moment krijg je twintig uur op basis van een nuluren-contract, te doorlopen fasen (incl. papierwerk)
15.00 - 16.00 uur Delen ervaringen (incl. verbeterpunten)
16.00 - 18.00 uur Uitwerken in prakijkt van de verbeterpunten
En of het sexy wordt!