Flevoland en Gelderland hebben de beste ambtenaren
Eén op de tien provincieambtenaren ontvangt een bonus voor geleverde prestaties. Flevoland en Gelderland zijn het meest tevreden over hun medewerkers.
Dat blijkt uit de Personeelsmonitor Provincies 2009, waarin onder andere de wijze waarop provincies hun medewerkers beoordelen wordt belicht. Er zijn drie categorieën: zeer goed, normaal en matig/slecht. De score ‘normaal’ wordt het meest toegekend. De kwalificatie ‘zeer goed’ blijkt voor 10 procent van de provincieambtenaren weggelegd. Het predicaat ‘matig/slecht’ krijgt 1,7 procent van de medewerkers opgeplakt.
Net als in 2007 wordt de beoordeling ‘zeer goed’ het vaakst toegekend aan ambtenaren van Flevoland en Gelderland. De beoordeling ‘matig/ slecht’ wordt het meest uitgedeeld in Noord-Brabant: met 4 procent is dat ruim dubbel zo veel dan gemiddeld. Vooruitgang is er wel geboekt in het Bossche provinciehuis: een jaar eerder nog zat Brabant met 6 procent ondermaats presterende ambtenaren, zelfs drie keer boven het gemiddelde van alle provincies. In reactie daarop zei verantwoordelijk gedeputeerde Thoon Essed toen de hoge notering niet als een schande te ervaren. Dat doet hij nu nog niet.
Het cijfer geeft wat hem betreft aan dat Brabant het instrument beoordeling serieus en integer inzet. ‘Als je aan de onderkant maar op 2 procent zit’, aldus de CDA-bestuurder, ‘dan heb je in mijn beleving een heel uitzonderlijke organisatie. Normaal in organisaties is dat je grofweg 10 procent aan bovengemiddeld functionerende mensen hebt en 10 procent die onder het gemiddelde zit.’
Hoewel Noord-Brabant volgens hem niet stuurt op percentages, is hij positief over de daling van 6 naar 4 procent. ‘Dat zegt mij dat leidinggevenden hun best hebben gedaan veel van hun mensen te ontwikkelen van een min naar een plus’, zegt Essed. Provincies kunnen, afhankelijk van de prestatie en inzet van de werknemer, een extra beloning toekennen van 3 of 7 procent van het jaarsalaris. Voor één op de tien werknemers blijkt zo’n bonus weggelegd. Flevoland en Gelderland zijn de absolute koplopers. Utrecht is het minst scheutig. Provinciemedewerkers in de hogere schalen hebben volgens de Personeelsmonitor de grootste kans op een outputbeloning.
Plafondambtenaren
Alle provincies samen waren vorig jaar 753 miljoen euro kwijt aan ambtenarensalarissen. Dat is 3 procent meer dan in 2008. Voor een belangrijk deel komt die stijging door de toename van de totale formatie, maar ook door de stijging van de gemiddelde loonsom per fte. Dit is een gevolg van de cao-afspraken, de verzwaring van de taken (met betere salariëring) en de vergrijzing: meer werknemers bereiken hun maximumsalaris. Uit de Personeelsmonitor blijkt dat het aantal werknemers op het maximum van de salarisschaal opnieuw is gestegen. Bijna twee op de drie medewerkers (gemiddeld 63 procent) mag zich inmiddels plafondambtenaar noemen. In Limburg en Friesland geldt dat zelfs bijna voor drie op de vier ambtenaren.
De provinciale organisaties zijn ook relatief duur, omdat één op de vijf werknemers in de hoge salarisgroep zit - met een maandwedde van minimaal 4.500 euro. In 2006 was dit nog niet één op de zeven ambtenaren. De meeste hoger betaalden blijken te vinden in Flevoland en Zuid- Holland. In die provincies verdient ruim één op de vier medewerkers een topsalaris. Groningen telt de meeste lager betaalde ambtenaren.
Veel wijsheid toegewenst!