Maatwerkfonds zoekt nog naar aanvragers
De gemeente Coevorden wil haar inwoners maatwerk bieden, maar het bereiken van de juiste groep blijkt lastig.
Geen inkomenstoets, geen gestandaardiseerde bedragen, maar inkomenssteun op maat voor huishoudens die door de hoge energieprijzen worden getroffen. Met haar ruimhartige aanpak pioniert de gemeente Coevorden. Al valt het aantal aanvragen nog tegen.
Bestaanszekerheid
Voor uitkeringen, toeslagen en andere minimaregelingen worden normaal gesproken strikte inkomensgrenzen gehanteerd. Het inkomen wordt aangevuld tot het niveau dat de wetgever heeft bepaald. Het maatwerkfonds in de gemeente Coevorden werkt anders. Daar gaat niet om waar mensen volgens de wet recht op hebben, maar om wat ze in de praktijk nodig hebben. ‘Bestaanszekerheid is het uitgangspunt’, aldus armoedewethouder Joop Slomp (PvdA).
Daarom wordt per huishouden een individueel plan gemaakt. ‘We kijken naar de onvermijdelijke kosten’, zegt Rosanne Bruinsma, projectleider energiearmoede bij de gemeente Coevorden. ‘Zoals de boodschappen, de huur, de energierekening. Onderaan de streep kijken we wat het gezin tekortkomt, en dat vullen we aan. In theorie kan dus ook een huishouden met een inkomen van 3.000 euro in aanmerking komen, als ze hoge vaste lasten hebben.’ Een oorzaak daarvan kan bijvoorbeeld liggen in een slecht geïsoleerd huis of een chronische ziekte, waardoor het energieverbruik hoger is.
Als je naar inkomensgegevens kijkt, dan zou je eigenlijk een paar honderd aanvragen verwachten.
Ongericht
Dat werkt beter dan generieke maatregelen, vindt Slomp. Zeker in een tijd waarin de prijs van energie per huishouden enorm kan verschillen. ‘Je ziet bij de rijksoverheid een onvermogen om regels te maken die inspelen op de individuele situatie’, aldus de wethouder. ‘Daarom geven ze iedereen maar hetzelfde bedrag, zoals bij de energietoeslag. Dat is op zich mooi, en het helpt ook wel, maar het is ongericht. Mensen met een vast energiecontract hebben het misschien helemaal niet nodig.’
Het animo voor de nieuwe regeling is lager dan verwacht, vertelt wethouder Slomp. Het maatwerkfonds ging eind december van start en eind februari zijn er nog maar een stuk of vijftig aanvragen binnengekomen. Bij aanvang van de regeling ging de gemeente uit van veel hogere aantallen: de verwachting was dat maximaal 1.700 huishoudens geholpen konden worden met de 1,7 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor het fonds.
Schaamte
‘Ik had er meer van verwacht’, geeft Slomp toe. ‘Als je naar inkomensgegevens kijkt, dan zou je eigenlijk een paar honderd aanvragen verwachten. De juiste mensen bereiken blijft een grote uitdaging.’ Uit gesprekken met inwoners en maatschappelijke organisaties blijkt dat veel mensen nog niet op de hoogte zijn van de regeling, of worden tegenhouden door gevoelens van trots of schaamte, vertelt Slomp. ‘We gaan nu een pilot doen met een huis-aan-huis aanpak.’
Het aantal aanvragen zal daarom nog wat wel stijgen. ‘Maar ik denk niet dat we 1.700 huishoudens gaan halen’, aldus de wethouder. ‘Het was ook ontzettend lastig om in te schatten wie hier een beroep op zou doen. Er is nog geen enkel voorbeeld van een gemeente die het op deze manier optuigt.’
De juiste mensen bereiken blijft een grote uitdaging.
Stelselwijziging
Slomp hoopt met de nieuwe werkwijze ook een signaal aan Den Haag af te geven. Het maatwerkfonds was immers niet nodig geweest als het rijk zelf bestaanszekerheid voor iedereen zou kunnen garanderen. Volgens Slomp is het tijd voor een grondige stelselwijziging. Hij pleit voor een Wet op bestaanszekerheid, die ervoor zorgt dat ook mensen die niet kunnen werken, mee kunnen doen in de samenleving.
De Participatiewet, waar de bijstandsuitkering en andere inkomensregelingen onder vallen, werkt niet voor iedereen, constateert Slomp. ‘De Participatiewet werkt voor mensen die binnen een jaar of twee aan het werk kunnen. Maar de groep die overblijft heeft een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Voor hen is regulier werk niet haalbaar. Als je die voortdurend achter de broek moet zitten met verplichtingen en sancties, daar help je eigenlijk niemand mee.’
Lappendeken
Het gevolg is dat die groep vaak in armoede vast blijft zitten. ‘Het rijk probeert dat op te lossen door pleisters te plakken. Daar erger ik me aan. We hebben een enorme lappendeken aan regelingen. Het zou weleens goedkoper kunnen zijn om iedereen gewoon voldoende inkomen te geven.’
Slomp erkent dat zijn maatwerkfonds in feite ook een pleister is, en geen structurele remedie. Het is dan ook aan het rijk om met een duurzame oplossing te komen, vindt de wethouder. Wel doet hij een voorzet voor een mogelijke stelselwijziging: ‘We maken een Wet op bestaanszekerheid voor mensen die geen zicht hebben op regulier werk. We houden de Participatiewet voor mensen die wel aan het werk kunnen. En je geeft gemeenten beleidsvrijheid om op individuele basis afwegingen te maken.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nummer 5.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Voor burgers die onvoldoende bestaanszekerheid hebben is er de Participatiewetgeving. Maatwerk voor burgers is er te leveren via de bijzondere bijstandsregeling. Voor bedrijven zijn er afzonderlijke regelingen.