Advertentie
sociaal / Nieuws

Plek voor overlastgevers vaak naald in een hooiberg

Gemeenten schieten tal van locaties af voordat ze een geschikte plek voor de bouw van 'asowoningen' vinden.

01 augustus 2024
Skaeve Huse Nijmegen bouw
ANP/Hollandse Hoogte/Marcel Krijgsman

Als (ongewilde) paddenstoelen schieten ze uit de grond: ‘asowoningen’. Steeds meer gemeenten kiezen ervoor om overlastgevers zo ver mogelijk weg van de ‘gewone’ burger te huisvesten. De Tweede Kamer wil een landelijke aanpak. In deze artikelenreeks kijkt Binnenlands Bestuur naar het hele bestuurlijke proces van begin tot eind. In het tweede deel: de locatie.

Juridisch adviseur Glasvezel project

Yacht
Juridisch adviseur Glasvezel project

Teamleider Ruimte

Gemeente Midden-Delfland
Teamleider Ruimte

Lees hier deel één: de discussie en de besluitvorming.

Criteria

Nu de speciale woonvorm voor overlastgevers aan populariteit wint merken steeds meer gemeenten die willen werken met het concept dat het niet makkelijk is om een geschikte locatie te vinden. Waar moet een landingsplek voor mensen die niet kunnen functioneren in een normale woonwijk eigenlijk aan voldoen?

Veel dezelfde eisen

Een inventarisatie die Binnenlands Bestuur maakte van de locatieonderzoeken van verschillende gemeenten laat zien dat lokale overheden veel van dezelfde criteria hanteren wanneer ze zoeken naar een geschikte plek voor de Skaeve Huse. De belangrijkste: de woningen moeten ver, maar niet te ver van de ‘bewoonde wereld’ komen, afgeschermd worden van de rest van de wijk en met voldoende overzicht en bereikbaarheid om te kunnen handhaven.

Soms strenger

Maar hoewel gemeenten allemaal dat soort criteria hanteren, verschilt het nog wel hoe streng ze de richtlijnen stellen. Zo besloot het Rotterdamse college dat de woningen minimaal 300 meter van de dichtstbijzijnde reguliere woningen gebouwd moeten worden. De meeste andere gemeenten, waaronder Amersfoort, West Betuwe, Haarlem en Doetinchem hanteren een afstand van minimaal 75 tot 100 meter.

Ongetoetste norm uit 2010

Die norm is waarschijnlijk afkomstig uit een in 2010 door het SEV (nu Platform 31) gepubliceerde evaluatie. Daarin staat dat met een afstand van 75 tot 100 meter tot de aangrenzende buurt en daarbij een visuele afscheiding er niet- of nauwelijks overlast is. Die norm moest in 2010 nog wel worden getoetst. Het lijkt er niet op dat dit ooit daadwerkelijk is gebeurd. De onderzoekers halen in de evaluatie een situatie aan in de gemeente Kampen. Daar bedroeg de afstand slechts vijftig meter en was er voor de aangrenzende wijk wel degelijk sprake van overlast.

Faciliteiten

Hoewel gemeenten het er dus over eens zijn dat er een redelijke afstand tussen de overlastgevers en de wijk moet zijn, moet die afstand ook weer niet te groot zijn. Het is belangrijk dat de cliënten niet lange afstanden hoeven af te leggen om bijvoorbeeld boodschappen te doen. Maximaal anderhalve kilometer van het dichtstbijzijnde winkelcentrum is de aanbeveling uit de SEV-evaluatie. Dit is naar voorbeeld van het Deense model, waar de Skaeve Huse origineren.

19 eisen

Verder zijn er nog tal van kleinere eisen waaraan een locatie moet voldoen. In Haarlem bijvoorbeeld, waar de raad in april 2024 een bestemmingsplan vaststelde om de bouw van zes Skaeve Huse mogelijk te maken (het proces begon al in 2016), formuleerde de gemeente in totaal 19 criteria waaraan de locatie moet voldoen. Bijvoorbeeld eisen wat betreft het luchtverkeersgeluid, het wegverkeersgeluid, de ecologische hoofdstructuur, eventuele hoogspanningskabels, bodemkwaliteit, afstand tot kwetsbare locaties als scholen, de tijdsduur (minimaal 5 jaar) en fijnstof. 

Omvang

De benodigde omvang van de locatie verschilt, afhankelijk van het aantal woningen dat geplaatst moet worden. De meeste gemeenten kiezen voor een plek met ongeveer tien woningen, al komen kleinere locaties zoals in Velserbroek of Voerendaal, waar er respectievelijk maar drie en twee staan, ook wel eens voor. Gemeenten hanteren vaak een minimumoppervlakte van 1.000 tot 2.000 vierkante meter voor tien woonunits, terwijl de huizen vaak maar 30 vierkante meter bedragen. De afstand tussen de woningen moet ook flink zijn. Bestaande bouw is daarom vaak ongeschikt, blijkt uit veel van de locatieonderzoeken.

Locaties vallen af

Daarnaast gooien planologische bezwaren vaak roet in het eten. Tekenend voor de complexiteit van het vinden van een geschikte locatie is bijvoorbeeld de casus in Den Helder. Daar begon het college met zes locaties. De eerste viel af wegens de impact op de flora en fauna. Een ander perceel was al in beeld voor uitbreiding van het bestaande woonwagencentra. De derde en de vierde vielen af omdat het ging om een perceel met de bestemming industrieterrein. En de vijfde bleek niet goed bereikbaar. De zesde locatie, die door het college wel geschikt werd geacht, werd uiteindelijk door de raad weggestemd nadat de omwonenden hun zorgen hadden geuit.

Jaren zoeken naar één plekje

Ook in Groningen gaat het moeizaam. Daar wordt al sinds 2017 gesproken over de bouw van Skaeve Huse en zijn ook tal van plekken bekeken. Er werd in 2020 binnen de hele gemeente één geschikte locatie gevonden. De omgevingsvergunning werd in augustus 2023 verleend nadat de bezwaren van omwonenden waren verwerkt, maar de bouw kan nog steeds niet starten. Omwonenden hebben al aangekondigd dat ze naar de rechter stappen, maar volgens het college is er simpelweg geen andere plek geschikt.

Soms helemaal niks

Er zijn door het land heen ook verschillende voorbeelden waarbij de ruimtelijke opgave te groot bleek en een plan niet door kon gaan. In Apeldoorn bijvoorbeeld, toen na een lange zoektocht bleek dat het enige stuk grond dat veelbelovend leek uiteindelijk toch te dicht bij bestaande bewoning lag. Een nieuwe zoektocht zou volgens het college nog jaren kunnen duren. Wie als gemeente nog haar vingers durft te branden aan Skaeve Huse moet dus niet alleen rekenen op lokale onrust, maar ook op een jarenlange planologische strijd, zonder garantie op succes.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie