Zonder dialoog wordt jeugdhulp niet beter
De jeugdhulp kan alleen verbeteren als gemeenten, hulpverleners en cliënten een duurzame dialoog aangaan op basis van onderling vertrouwen. Dat concludeert Broecking in zijn proefschrift 'Sturen zonder schuren: De rollen van cliënt, hulpverlener en overheid in de jeugdhulp'.
Gemeenten kunnen de Jeugdwet niet tot een succes maken zonder in gesprek te gaan met de zorgverleners en cliënten. Behalve de stelselwijziging zien gemeenten zich geconfronteerd met bezuinigingsdoelstellingen en een groeiende vraag naar jeugdhulp. In deze omstandigheden kan de jeugdhulp alleen verbeteren als gemeenten, hulpverleners en cliënten een duurzame dialoog aangaan op basis van onderling vertrouwen.
Te weinig zicht
Dat stelt Bert Broecking op grond van promotieonderzoek. Doel van de Jeugdwet is een systeem van toegankelijke, betaalbare jeugdhulp van goede kwaliteit door middel van onder meer preventie, inzetten op eigen kracht en meer ruimte voor de hulpverleners, brengt Broecking in herinnering. Maar gemeenten hebben te weinig zicht op de oorzaken van de groeiende vraag naar jeugdhulp. Ook tasten zij vaak in het duister over de plek waar de kosten worden gemaakt. Hulpverleners werken regelmatig ‘budgetgestuurd’ in plaats vanuit de vraag van de cliënt, omdat gemeenten te weinig budget hebben vrijgemaakt. Cliënten en hun ouders of opvoeders hebben op hun beurt weer professionele hulpverleners nodig in hun zoektocht naar de juiste keuze in zorgverleningsland, zo constateert de promovendus.
Verbinding zoeken
‘Een goede relatie van gemeenten met hulpverleners en van hulpverleners met cliënten is dan ook onontbeerlijk’, concludeert Broecking in zijn proefschrift Sturen zonder schuren: De rollen van cliënt, hulpverlener en overheid in de jeugdhulp. Partijen in de jeugdzorg moeten elkaar vertrouwen en verbinding zoeken, bijvoorbeeld op het gebied van inkoop en verantwoordingsbeleid. Het rijk is echter ook nog steeds partij, benadrukt Broecking. Het rijk bepaalt de budgetten. ‘Het rijk zou zich dan ook bewust moeten zijn van zijn voorbeeldrol in het scheppen van vertrouwen’, meent Broecking.
Perspectief
Broecking verdiepte zich voor promotieonderzoek in wetenschappelijke onderzoeken, rapporten, adviezen en publicaties over ervaringen in de jeugdzorg. Hij bekeek de materie vanuit het perspectief van zowel de gemeenten als die van de hulpverleners en cliënten en hun ouders of opvoeders. Maandag verdedigt Broecking zijn proefschrift aan de Tilburg University.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.