Advertentie
sociaal / Column

De 18plus kwestie in de jeugdzorg

De gemeente is de overheidslaag die bij uitstek in de positie is om het initiatief te nemen bij het organiseren van een “wrap around” aanpak voor kwetsbare 18plussers, stelt Erik Gerritsen.

10 februari 2014

Vorige week bracht een reportage van KRO Brandpunt over een licht verstandelijk beperkt meisje dat na haar 18de verjaardag weer terug ging naar haar opvoedkundig onmachtige moeder, die inmiddels was gaan samenwonen met een veroordeelde zedendelinquent die haar twee jaar later op brute wijze vermoordde, de 18plus kwestie in de jeugdzorg weer eens op indringende wijze onder de aandacht.

Het betreft een al veel langer bestaand probleem en ik schreef er in een eerdere column ook al eens over.

Hoe verleidelijk het ook is om over de afschuwelijke casus te speculeren, is het verstandiger om een oordeel uit te stellen totdat het lopende onafhankelijke onderzoek van de Inspectie is afgerond. Wel kan in algemene zin een aantal opmerkingen worden gemaakt. De oproep van de Kinderombudsman om een verplichte veiligheidsscan in te voeren zal de oplossing niet gaan brengen. De Kinderombudsman brengt in het algemeen verstandige adviezen uit, maar in dit geval lijkt ook hij ten prooi te zijn gevallen aan de bekende risicoregelreflex. Als de Brandpuntuitzending iets duidelijk maakt, is het wel dat alle betrokken instanties wisten en ook waarschuwden, dat het zeer risicovol, zo niet onverantwoord was om het meisje weer bij moeder en nieuwe partner te laten wonen. Alleen niemand greep in, ook niet na nieuwe zeer zorgwekkende signalen nadat het meisje weer “thuis” was gaan wonen.

Bij de overigens zeer begrijpelijke verontwaardiging waarom niemand ingreep, moet bedacht worden dat gedwongen ingrijpen, zoals dat in de jeugdzorg wettelijk mogelijk is, na het bereiken van de 18jarige leeftijd niet meer mogelijk is. Anne Slingerland wijst in haar column terecht op de mogelijkheid om meer gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden tot curatele, bewind en mentorschap, maar dit zijn toch in de kern maatregelen gebaseerd op vrijwillige medewerking. Een pleidooi voor het verhogen van de wettelijke leeftijdsgrens voor gedwongen ingrijpen (zoals in het kader van het adolescentenstrafrecht), lijkt voordehandliggend, maar is juridisch niet mogelijk. Er is geen sprake van strafrecht en vanaf 18 jaar zijn ook licht verstandelijk beperkte jongeren meerderjarig. De enige wettelijke mogelijkheid om dan gedwongen in te grijpen (gedwongen opname) is een beroep doen op het criterium in de wet BOPZ “een gevaar voor zichzelf of voor de omgeving”. Dit criterium wordt om begrijpelijke redenen zeer strikt gehanteerd en het is dus maar de vraag of een beroep op de BOPZ door de rechter was toegekend.

Resteert de vraag of er andere mogelijkheden zijn om “in te grijpen” in situaties waarin duidelijk is dat kwetsbare jongeren na het bereiken van hun 18de verjaardag de jeugdzorg moeten verlaten, terwijl duidelijk is dat er grote risico’s voor hun veilige ontwikkeling blijven bestaan of gaan ontstaan door het vertrek uit de jeugdzorg. Het in dit soort situaties standaard aanbieden van een vaste casemanager/curator/bewindvoerder/mentor gespecialiseerd in het vrijwillig motiveren van deze complexe jongeren in combinatie met nazorg (begeleid wonen, doorgaande behandeling door volwassenenGGZ, leer/werktrajecten, creëren van een veilig sociaal netwerk) zal mogelijk in een deel van de situaties uitkomst bieden. Tegelijkertijd moet de ongemakkelijke waarheid onder ogen worden gezien dat een deel van deze jongeren na het bereiken van de 18-jarige leeftijd niets meer met hulpverlening te maken wil hebben. Dan is het vaak wachten op het eerste “incident” of de eerste crisis. Alert zijn op zo’n moment biedt overigens in sommige gevallen wel weer het momentum om alsnog met succes een vrijwillig hulpaanbod te doen.

Vervolgens is de vraag wat er nog mogelijk is in de resterende risicovolle situaties. Het gaat dan over het vraagstuk van de (on)mogelijkheden om te doen wat nodig is in het kader van de veiligheid van de jongere. Wat kunnen betrokken professionals die niet machteloos willen toekijken in dit soort situaties nog doen? Daarover is het moeilijk om in algemene zin iets te zeggen, omdat het vaak om unieke situaties gaat. De ervaringen met de Treiteraanpak van de Gemeente Amsterdam leren wel, dat een zeer tijdsintensieve “er boven op zitten-aanpak”, waarbij alle betrokken organisaties/professionals zoeken naar “out of the box” oplossingen, tot verassende mogelijkheden kan leiden die niemand voorheen voor mogelijk had gehouden. Het gaat dan, afhankelijk van de specifieke casus, om een goed gedoseerde combinatie van veeleisend helpen en hinderlijk volgen.

Tegelijkertijd biedt de eerlijkheid te zeggen dat 100 procent garantie op succes nooit kan worden gegeven. Wel verdienen deze meest kwetsbare 18plus jongeren het, dat de overheid alles uit de kast haalt om de veiligheidsrisico’s zo veel mogelijk te beheersen. Dat vergt niet zozeer nieuwe regelgeving als wel het doorbreken van de handelingsverlegenheid die veelal toeslaat in dit soort zeer weerbarstige gevallen. De transitie biedt nieuwe kansen voor gemeenten om hierin het initiatief te nemen. De gemeente is de overheidslaag die bij uitstek in de positie is om het initiatief te nemen bij het organiseren van een “wrap around” aanpak voor kwetsbare 18plussers. Een lastige klus, maar ook een maatschappelijk waardevolle uitdaging.

 
Erik Gerritsen

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Juspol / adv.onderst.omstanders-BL
U weet best dat u vergeet te vertellen dat die discussie van het "automatisch gezag geven volgens BW" zelfs aan vrouwen met ernstige geestesstoornis(sen) w.o. borderline o.a. open zal moeten -in belang van vele duizenden kinderen-

Die beschadigd, vervreemd worden zels van Eigen vaders en niet eens vertelt u dat er geen waarheidsvinding bestaat in Familierechtsdossiers geachte heer.

Dat vergeet u maar voor het gemak.

Slechte zaak...
Kik de Jong
Zoals bekend vergroot jeugdzorg de problemen in een gezin. Duizenden kinderen, die met jeugdzorg te maken krijgen, zijn uiteindelijk slechter af. Jeugdzorg is niet in staat kinderen voor te bereiden op een leven na hun 18e. Dus laat jeugdzorg in godsnaam uit ieders leven blijven als je eenmaal 18 bent. Een aantal zeer verhelderende documentaires waaruit duidelijk blijkt hoe de "hulpverlening" immer faalt, zijn: Lost mother, lost girl, lost boys, van Margit Balogh. Ook "De verloren jeugd van Remzi", een aflevering van Brandpunt van nov. 2012 is verhelderend. Of lees "Ik zal nooit meer stout zijn" van Ada Busman. Over de WSG is de hoeveelheid klachten enorm. En terecht.
Iemand
Geachte heer Gerritsen,



Hoewel ik begrip heb voor de magische 18-jaar grens vraag ik mij naar aanleiding van bovenstaande column af waarom er in de allereerste tekst die men te zien krijgt als men www.bjaa.nl bezoekt, de allerlaatste zin de volgende is:



"BJAA is er voor kinderen van 0 tot 18 jaar, maar de inzet kan soms worden voortgezet tot 23 jaar."



Nu ben ik slechts een amateur op afstand die, ondanks reeds eerdere gedachtendwalingen richting een carrière in de jeugdzorg, pas recentelijk wat meer (zij het zijdelings) geïnteresseerd is geraakt in het gehele jeugdzorg onderwerp naar aanleiding van een situatie met een kind welke zich in mijn directe omgeving aan het voltrekken is. Vergeeft u mij daarom svp mijn onwetendheid als "buitenstaander in de leer" maar...



Wanneer een situatie zoals u die in deze column beschrijft zich aandient, waarbij "iedereen" lijkt aan te geven dat het gevaarlijk is of zou kunnen worden wanneer zo'n meisje weer bij haar moeder plus delinquente minnaar intrekt én er zich allerlei nieuwe situaties beginnen te ontwikkelen, juist dóór het intrekken door dat meisje aldaar, dan lijkt dat in mijn leken-ogen een pracht voorbeeld van een casus waarbij het op de voorpagina van bjaa.nl vermeldde "kan soms worden voortgezet tot 23 jaar" van toepassing zou (moeten) zijn. Dat dit niet gebeurt is heeft geresulteerd in de dood van het betreffende meisje, de verwoesting van het leven van haar moeder en dat van de dader in kwestie.



Indien deze situatie géén schoolvoorbeeld zou zijn geweest waarbij die verlengde toezichtsperiode hard nodig bleek (en "niet mogelijk" was?), wat voor situatie leent zich daar dan wel voor? En indien het zó "lastig" is om een verlengde OTS in te stellen na het 18e levensjaar, waarom wordt daar dan toch mee gepocht op de voorpagina van bjaa?



Indien de BOPZ inderdaad de enige, bijna niet toegepaste, manier zou zijn geweest om hier nog iets aan te doen dan is uw zin: " Dit criterium wordt om begrijpelijke redenen zeer strikt gehanteerd en het is dus maar de vraag of een beroep op de BOPZ door de rechter was toegekend." het bewijs van laks, danwel laakbaar, handelen door de betrokken instantie(s). De casus is door dat lakse of laakbare gebrek aan handelen immers nooit voorgelegd bij de rechter en dus kunnen de instanties zich niet verschuilen achter genoemde uitspraak. Dat zou een zéér ernstige gotspe zijn. Tevens geeft het (gebrek aan) gebeurde aan dat er door de instanties níet alles aan is gedaan te handelen in het belang van het meisje. Noch de moeder. De enige reden waarom er niemand voor dood door schuld veroordeeld is, is omdat de overheid icm het justitiële apparaat dat BJZ onschendbaar lijkt te hebben verklaard, elkaar de handen boven het (corrupte?) hoofd houden.



Ik sta er werkelijk van te kijken dat er geen enkele beleidsmaker is deze ongepastheden eens aan de kaak stelt. Zij verhinderen een goed functioneren van de betrokken instanties namelijk.



MvG,



Iemand
Advertentie